Terreurdreiging
Hoe het onlinegedrag van IS-fanaten aanslagen kan voorspellen
Door louter te bestuderen hoe groepen aanhangers van IS zich online gedragen, kunnen antiterreurdiensten aanvallen en aanslagen zien naderen. Dat hebben wetenschappers van de universiteit van Miami achterhaald. Ze suggereren ook hoe een snelle radicalisering de pas kan worden afgesneden.
De onderzoekers, die hun resultaten recent publiceerden in Science, richtten tussen januari en augustus 2015 hun pijlen op het Russische sociale netwerk VKontakte. In tegenstelling tot pakweg Facebook of Twitter worden pro-IS-groepen er niet of nauwelijks aangepakt. Met 350 miljoen gebruikers is het een enorm netwerk dat onder meer erg sterk staat in de Kaukasus, niet ver van de regio waar IS sterk staat.
Uit hun onderzoek blijkt dat er online geen duidelijk omlijnde IS-hiërarchie te ontdekken is. Wel kunnen ze, op basis van specifieke hashtags en trefwoorden in verschillende talen, 196 'clusters' van IS-aanhangers identificeren, waarbij in totaal 108.086 individuele volgers betrokken zijn. Die groepen vormen dus de kern waarlangs die invididuele IS-fanaten, al dan niet 'lone wolves', elkaar kunnen vinden. Ze delen er tips voor terreuraanvallen en hoe je die kunt financieren.
Opvallend: wanneer er een concrete aanval of aanslag op komst is, groeit dat aantal groepen plots sterk aan. Onder meer bij de aanval op Kobani, in september 2014, is die online 'opwinding' duidelijk te ontwaren. Het is eigenlijk eenzelfde fenomeen als bij een grote volksopstand, zoals ook op te merken viel bij de massaprotesten in Brazilië in 2013.
De onderzoekers zien er zelfs een voorspellende factor in: hoewel je niet onmiddellijk kunt achterhalen waar of hoe er een aanval plaatsvinden, kun je aan de online polsslag voelen dat de "voorwaarden" voor zo'n gebeurtenis aanwezig zijn. De conclusie luidt daarom dat wie aanvallen en aanslagen wil kunnen voorspellen, zich beter richt op die paar honderd online clusters, in plaats van constant miljoenen individuen te moeten observeren en analyseren.
Beter voorkomen dan genezen
Maar de onderzoekers wijzen erop dat je ook kunt vermijden dat mensen te snel en te makkelijk in contact komt met die grote, radicale online groepen. En dan is de tactiek net andersom. Volgens de wetenschappers ontstaan er typisch eerst kleinere online groepjes, die zich dan binnen de drie weken aansluiten bij de grote clusters. "Elke online 'lone wolf' is maar een korte tijd echt alleen", schrijven ze.
Uit het onderzoek blijkt dat het in dat geval net het meest efficiënt is om die jonge, kleine groeperingen tijdig de pas af te snijden, in plaats van achteraf de grote groep te moeten aanpakken. Want zodra ze zich bij de grotere cluster kunnen voegen, krijgen ze exponentieel meer toegang tot pro-IS-propaganda. Lees: antiterreurdiensten hebben vanuit preventief oogpunt met andere woorden eigenlijk net belang bij méér fragmentatie (en minder grote clusters) om radicalisering tegen te gaan.
Constante evolutie
Het is en blijft een moeilijke strijd, zo besluiten ook de wetenschappers. Veel groepen van IS-aanhangers passen zich namelijk constant aan door hun naam te veranderen, hun zichtbaarheid aan te passen (switchen tussen een groep met een 'open' of 'privé'-status) en zelfs te 'reïncarneren' (afsluiten en een nieuwe groep oprichten). Ook hier zouden op termijn wiskundige modellen hulp kunnen bieden om dat gedrag te analyseren en te voorspellen.