Dinsdag 28/03/2023

AchtergrondFinland

Hoe Finland een volledige generatie bewapent tegen fake news en desinformatie

Beeld ter illustratie. Beeld Getty Images/Maskot
Beeld ter illustratie.Beeld Getty Images/Maskot

Finland test nieuwe manieren om studenten meer bewust te maken van misinformatie, met succes. Hoe gaan ze te werk, en wat kan de rest van de wereld leren van het Scandinavische land?

Jenny Gross

Een typische les van Saara Martikka, een lerares in het Finse Hameenlinna gaat als volgt: Ze legt haar leerlingen, vooral 13- en 14-jarigen, nieuwsartikelen voor. Samen bespreken ze: Wat is het doel van het artikel? Hoe en wanneer is het geschreven? Wat zijn de centrale beweringen van de auteur?

“Alleen omdat het een goed of leuk artikel is, wil nog niet zeggen dat het waar of gegrond is,” zei ze. Een maand eerder toonde ze drie TikTok-video’s aan haar klassen, om vervolgens de motivaties van de makers en het effect dat de video’s op hen hadden te bespreken. Haar doel, net als dat van andere leraren in heel Finland, is om leerlingen aan te leren hoe ze valse informatie kunnen herkennen.

Finland wordt al vijf jaar op rij genoemd als het meest weerbare land op vlak van misinformatie en fake news. De lijst met 41 Europese landen wordt jaarlijks gepubliceerd door het Open Society Institute in Sofia. Ter vergelijking: België stond in de jongste lijst op de dertiende plaats, vijf plaatsen lager dan onze noorderburen bijvoorbeeld.

Fake news in leerplan

Volgens deskundigen is het Finse succes niet alleen te danken aan het sterke onderwijssysteem, dat een van de beste ter wereld is, maar ook aan een gezamenlijke inspanning om studenten te leren wat nepnieuws is. Mediageletterdheid maakt er deel uit van het nationale leerplan vanaf de kleuterschool.

“Ongeacht wat de leraar onderwijst, of het nu gaat om lichamelijke opvoeding, wiskunde of taal, je moet denken: ‘oké, hoe neem ik deze elementen op in mijn werk met kinderen en jongeren?’, aldus Leo Pekkala, de directeur van het Finse Nationaal Audiovisueel Instituut, dat toezicht houdt op media-educatie.

Na Finland waren Noorwegen, Denemarken, Estland, Ierland en Zweden de Europese landen die het hoogst scoorden op de lijst. De landen die volgens de publicatie dan weer het meest kwetsbaar zijn voor desinformatie zijn Georgië, Noord-Macedonië, Kosovo, Bosnië en Herzegovina en Albanië. De onderzoeksresultaten werden berekend op basis van scores voor persvrijheid, het vertrouwen in de samenleving en scores voor lezen, wetenschap en wiskunde.

In de Verenigde Staten, die niet opgenomen worden in het onderzoek, blijkt uit verschillende peilingen dat desinformatie en fake news sinds 2016 steeds vaker voorkomen en dat het vertrouwen van de Amerikanen in de nieuwsmedialager lager ligt dan ooit. Volgens een recent onderzoek van peilingbureau Gallup gelooft momenteel slechts 34 procent van de Amerikanen dat populaire media het nieuws volledig, accuraat en eerlijk rapporteren. In Finland beschouwt 76 procent van de Finnen gedrukte en digitale kranten als betrouwbaar. Althans volgens een onderzoek dat afgelopen zomer werd uitgevoerd door een marktonderzoeksbureau in opdracht van een koepelorganisatie die de Finse kranten vertegenwoordigt.

Finland heeft alleszins voordelen bij het tegengaan van desinformatie. Het openbare schoolsysteem behoort tot de beste ter wereld. Hoger onderwijs is gratis. Leraren worden zeer gerespecteerd. Het vertrouwen in de regering is groot en Finland was een van de Europese landen die het minst door de pandemie werden getroffen.

Bovendien wordt de Finse taal slechts gesproken door ongeveer 5,4 miljoen mensen. Fake news dat door anderstaligen wordt geschreven, valt soms dus makkelijk door de mand wegens taalfouten, aldus Pekkala.

Zoektermen en memes

Hoewel leraren in Finland verplicht zijn les te geven in mediageletterdheid, kunnen ze zelf bepalen hoe ze de lessen uitvoeren. Martikka, de lerares van de middelbare school, vertelt dat ze leerlingen hun eigen video’s en foto’s laat bewerken om te zien hoe gemakkelijk het is om informatie te manipuleren. Een lerares in Helsinki, Anna Airas, zoeken woorden als “vaccinatie” op om vervolgens te bespreken hoe zoekalgoritmen werken en waarom de eerste resultaten niet altijd de meest betrouwbare zijn. Andere leraren vertellen ook dat ze de afgelopen maanden, tijdens de oorlog in Oekraïne, Russische nieuwssites en memes gebruikten als basis voor een discussie over de effecten van door de staat gesponsorde propaganda.

Leerlingen van Saara Martikka. Beeld NYT
Leerlingen van Saara Martikka.Beeld NYT

Finland, dat een ruim 1.300 kilometer lange grens met Rusland deelt, ontwikkelde zijn nationale doelstellingen voor media-educatie in 2013. Volgens Paivi Leppanen, een projectcoördinator bij het Finse Nationale Agentschap voor Onderwijs, heeft de dreiging van Russische desinformatie over onderwerpen zoals de NAVO-aanvraag van Finland “de basis van wat we doen niet veranderd, maar heeft het ons net laten zien dat dit is waarvoor we ons hebben voorbereid.”

Ook al zijn tieners vandaag opgegroeid met sociale media, dat betekent niet dat ze weten hoe ze gemanipuleerde video’s van politici of nieuwsartikelen op TikTok kunnen herkennen en zich ertegen kunnen wapenen. Uit een vorig jaar in het British Journal of Developmental Psychology gepubliceerde studie bleek zelfs dat de adolescentie een piektijd zou kunnen zijn voor samenzweringstheorieën. Een factor die daartoe kan bijdragen zijn de sociale media, met hun invloed op de opvattingen van jongeren over de wereld, aldus de auteurs van de studie.

De Finse regering gebruikt daarnaast bibliotheken als centra om ook de oudere generaties te leren om online desinformatie te herkennen.

Uitdaging

Het kan soms echter ook een uitdaging zijn om lessen rond fake news te bedenken. “Het is zo veel gemakkelijker om over literatuur te praten die we al honderden jaren bestuderen”, zegt Mari Uusitalo, lerares op een middelbare school in Helsinki.

Uusitalo begint met de basis - door met leerlingen het verschil te bespreken tussen wat ze zien op sociale media versus wat ze lezen in Finse kranten. “Ze kunnen nepnieuws of verkeerde informatie of wat dan ook echt niet begrijpen als ze de relatie tussen sociale media en journalistiek niet begrijpen”, klinkt het.

Sinds ze is begonnen met lesgeven, zestien jaar geleden, ziet Uusitalo duidelijk een afname van de leesvaardigheid bij leerlingen. Een trend die volgens de leerkracht veel te maken heeft met leerlingen die minder tijd doorbrengen met boeken en meer tijd met games en en video’s. Met slechtere leesvaardigheden en een kortere aandachtspanne zijn leerlingen kwetsbaarder om nepnieuws te geloven, zegt ze nog.

Toen haar leerlingen deze zomer spraken over uitgelekte video’s waarop de Finse premier Sanna Marin stond te dansen en te zingen op een feestje, startte Uusitalo een discussie over hoe nieuwsverhalen kunnen voortkomen uit video’s die op sociale media circuleren. Sommige van haar studenten geloofden bijvoorbeeld dat Marin drugs had gebruikt op het feest omdat mensen op TikTok en Twitter dat suggereerden. De Finse premier ontkende dat en legde ook een drugstest af, die negatief terugkwam.

Uusitalo vertelt dat ze studenten methodes wil aanbrengen die ze kunnen gebruiken om een onderscheid te maken tussen waarheid en fictie. “Ik kan ze niet laten denken zoals ik,” zei ze. “Ik moet ze alleen de middelen geven om hun eigen mening te vormen.”

© The New York Times

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234