AchtergrondBlik op België
Hoe een ziekenhuis in het Waasland voor een huzarenstukje in de Vlaamse zorgsector zorgt
In het Wase ziekenhuis Vitaz is eind vorig jaar een opleiding voor zorgondersteuner gestart. Joke is een van hen. ‘Dé droom is verpleegster worden.’
“Goeiemiddag, ik ben er met uw maaltijd! Vandaag is het kabeljauw met wortelen en aardappelen”, zegt Joke (41) terwijl ze gezwind de voorlaatste kamer van de afdeling neurochirurgie binnenstapt. “Ik moet nog wennen aan manoeuvreren met die eetkarren. Het ziet er wat onhandig uit”, lacht ze op de gang.
Joke is een van de vijf zorgondersteuners die eind vorig jaar in een vormings- en trainingstraject stapten van het Wase ziekenhuis Vitaz. De vijf staan binnenkort aan de bedden van de patiënten om een stukje van de werklast van de verpleegkundigen op te vangen.
Het is een pioniersproject in de zorgsector binnen Vlaanderen. Zelfs het kabinet van minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) kijkt met groeiende interesse naar het huzarenstukje in Sint-Niklaas.
“Een gewaagd maar noodzakelijk project”, vertelt verpleegkundig procesmanager Brecht Serraes. “De instroom van verpleegkundigen ligt vandaag nog net iets lager dan voor de pandemie. Door de coronacrisis was er een kleine opleving, maar het vacaturecijfer is duidelijk: het tekort aan verpleegkundigen is meer dan nijpend. In 2018 waren er in Vlaanderen gemiddeld twee vacatures per verpleegkundige. Vandaag mag je rekenen op vier vacatures per verpleegkundige. En aangezien de bacheloropleiding verpleegkunde verlengd is van drie naar vier jaar, zien we daar niet meteen beterschap in komen.”
Ook het aantal zorgkundigen daalt in Vlaanderen: iets minder dan één kandidaat per vacature. Vier jaar geleden meldden zich nog drie kandidaten aan voor elk vacaturebericht.
“Zowel ziekenhuizen als woonzorgcentra kijken in die richting om de druk op verpleegkundigen te verlichten. We vissen dus allemaal in dezelfde vijver”, legt Serraes uit. “Bovendien wordt de jobinhoud van verpleegkundigen steeds complexer. Er zijn almaar hogere kwaliteits- en veiligheidsverwachtingen, maar ook de concrete zorg wordt moeilijker. De puzzel is ingewikkeld.”
Van zorgbuddy tot zorgsupport: er werd intern gedebatteerd over de invulling en de naam van de nieuwe functie. Uiteindelijk landde het ziekenhuis op de term zorgondersteuner.
“Door de basiszorg een stukje in handen te nemen, zullen ze het volledige zorgteam ondersteunen. Het gaat dan onder meer om bedopmaak en transport van patiënten van de ziekenhuiskamer naar de operatiezaal. Ze zullen patiënten uit bed halen en hen meteen even op de weegschaal laten plaatsnemen. Iemand wegen duurt misschien maar twee minuten, maar op een volledige afdeling neemt dat al snel anderhalf uur in beslag. Daarnaast voeren ze ook administratieve en logistieke opdrachten uit, zoals maaltijdbedelingen op de dienst waar ze werken.”
De zorgondersteuners werken altijd onder supervisie van de verpleegkundigen. Zij hebben nog steeds de eindverantwoordelijkheid voor de patiënt. Medische handelingen mogen de zorgondersteuners dus niet op eigen houtje stellen. De verpleegkundigen op hun beurt zullen basiszorg moeten leren delegeren. “Er zal nu een beetje voor onze verpleegkundigen worden gezorgd, en dat stemt optimistisch”, zegt adjunct-hoofdverpleger Kenny Vereecken.
Ondertussen zit de shift van Joke erop. Na de middagpauze start de theorieles. “Over omgaan met verwarde of agressieve mensen”, vertelt Joke, die tot voor kort als zelfstandig schoonheidsspecialist aan de slag was. “Eigenlijk heb ik al mijn hele leven spijt dat ik geen verpleegkunde heb gestudeerd. Mijn papa raadde me aan om de koe bij de horens te vatten. Ik wou me opwerken, dus solliciteerde ik voor logistiek medewerker bij Vitaz. Maar toen belde de personeelsdienst over dit project. Ik twijfelde geen seconde. Dit is mijn kans om toch in de zorg te werken. Als ik mijn diploma voor zorgondersteuner behaal, kan ik op een jaar tijd doorgroeien tot zorgkundige, gecombineerd met werken in de praktijk. Dé droom is verpleegster worden.”
De eerste groep zorgondersteuners studeert af in mei. Midden januari begint een tweede groep van vijftien kandidaten. Liefst 90 mensen tussen 20 en 55 jaar stuurden hun cv. De interesse is groot. Op termijn zou een overkoepelend opleidingscentrum het ideale scenario zijn.