Kernwapens
Historisch kernwapenverbod in de maak, maar België doet niet mee
Vanaf donderdag zitten 132 landen in New York samen om te onderhandelen over een historisch verbod op kernwapens. Gezien de brede steun is de kans groot dat het verbod begin juli al wordt goedgekeurd. Ons land is er echter niet bij. "België kiest hiermee voor de nucleaire status quo."
"Binnen de NAVO beschikken de VS, Frankrijk en Groot-Brittannië over kernwapens, maar er zijn ook enkele tactische kernwapens uit de Koude Oorlog verspreid in andere landen, zoals bij ons op Kleine Brogel", legt professor Tom Sauer (Universiteit Antwerpen) uit. "Dat maakt dat België moet kiezen tussen een verbod op kernwapens en een nucleaire alliantie. En blijkbaar kiest de Belgische regering liever voor de NAVO."
"De VS hebben de druk op alle landen verhoogd. Enkel Nederland, een NAVO-land waar ook kernwapens liggen opgeslagen, durft zijn nek uitsteken", zegt Sauer.
Niet progressief, maar gerecycleerd
"België behoort tot een klein kamp dat de zogenoemde progressieve benadering onderschrijft", legt Willem Staes van Pax Christi Vlaanderen uit. "Die benadering is echter niet progressief, maar gerecycleerd. Ze steunt op 25 voorstellen die op zich niet slecht zijn, maar die wel al twee decennia op tafel liggen en niet goedgekeurd geraken. België claimt 'effectieve' en 'realistische' voorstellen te doen, maar stelt enkel zaken voor die al bewezen hebben onvoldoende te werken."
"Een verbod is dan ook de logische volgende stap en de noodzakelijke deeltjesversneller om eindelijk die progressieve maatregelen te implementeren. Door op dezelfde nagel te blijven slaan, kiest België onder druk van de NAVO en de VS voor de nucleaire status quo."
"Het belangrijkste argument van de Belgische diplomatie is dat we een loyale bondgenoot van de NAVO moeten blijven, maar Nederland toont aan dat het een het ander niet uitsluit", stelt Staes.
(Lees verder onder de foto.)
Russische roulette
"Hoe lang willen we deze Russische roulette nog blijven spelen", vraagt Staes zich af. "De vraag tot een verbod komt voort uit de frustratie van de niet-kernwapenstaten. De kernmachten weigeren immers om volledig te ontwapenen en plannen bovendien langetermijnmoderniseringen van hun arsenaal. Het Non-Proliferatieverdrag (waarin werd afgesproken dat alleen de VS, Rusland, China, Frankrijk en Groot-Brittannië kernwapens mogen hebben, op voorwaarde dat het arsenaal op termijn wordt afgebouwd, AJ) staat onder enorme druk. Als de ontwapening niet wordt versneld, zullen in het slechtste scenario enkele landen uit het NPV stappen. Met een nieuwe wapenwedloop tot gevolg."
Staes ziet voor België alvast enkele kansen om bij te draaien. "De nakende modernisering van de kernwapens op Kleine Brogel is het ideale moment om tegen de VS te zeggen dat we die wapens niet langer willen. Een ander cruciaal dossier is de aankoop van nieuwe gevechtsvliegtuigen en de vraag of die ook kernwapens moeten kunnen afvuren."
De kans dat dit gebeurt, is echter klein. "De Belgische regering gelooft niet dat de onderhandelingen over een kernwapenverbod zullen helpen effectieve vooruitgang te boeken", klinkt het bij Buitenlandse Zaken. "Het volstaat niet kernwapens weg te wensen om ze effectief te doen verdwijnen. Aangezien de landen die kernwapens bezitten niet deelnemen aan de onderhandelingen, blijft dit een declaratoire oefening." De regering wijst ook op het "afschrikkingsbeleid van de NAVO". "Zolang er kernwapens bestaan, ziet de NAVO zich genoodzaakt om een nucleaire afschrikking te behouden."
Wat is het Non-Proliferatieverdrag?
Het Non-Proliferatieverdrag had als doel om de verdere verspreiding van kernwapens tegen te gaan, nadat vijf landen na 1945 kernwapens hadden ontwikkeld: de Verenigde Staten, de toenmalige Sovjet-Unie, Frankrijk, Groot-Brittannië en China. Dat leidde in 1968 tot het Non-Proliferatieverdrag (NPV) dat door alle landen behalve Israël, India en Pakistan werd ondertekend. Hoewel het verdrag een succes was, was het ook discriminatoir. Alle andere landen moesten immers beloven om geen kernwapens te ontwikkelen, terwijl de vijf kernmachten ondanks de bepaling dat ze hun arsenaal moeten afbouwen blijven vasthouden aan hun kernwapens.
Verscheidene eerdere pogingen om tot een nucleaire ontwapening te komen, draaiden op niks uit. Het blijft bij beloftes, maar nu is het geduld van de andere landen op. "Dit gaat om een verdrag dat kernwapens algemeen verbiedt, net zoals dat al het geval is bij chemische en biologische wapens", legt professor Sauer uit. "Het grote verschil met het NPV is dat nu iedereen gelijk voor de wet zal zijn, en de opdeling tussen haves en havenots verdwijnt. De kernwapenstaten willen niet mee, maar het is nu de hoop dat het verbod een middel wordt om hen daar toch toe te dwingen. De norm op het bezit, productie en gebruik zal nog worden verhoogd, waardoor ook een politiek-maatschappelijk debat op gang komt binnen de democratische kernwapenstaten. Er zal immers pas echt iets veranderen als er binnen die landen zelf stemmen opgaan om het beleid te veranderen."