InterviewHetty Helsmoortel
Hetty Helsmoortel maakt de balans op van een jaar vol doorbraken: ‘Ik moet realistisch zijn: wellicht word ik geen astronaut’
De wereldwijde vaccinatiecampagne of toch de teleurstellende klimaatconferentie in Glasgow: wat is hét wetenschapsnieuws van het afgelopen jaar? Hetty Helsmoortel, ooit kankeronderzoekster en nu wetenschapswatcher, maakt de balans op.
Tot twee jaar geleden stond Hetty Helsmoortel zelf elke dag in het laboratorium, op zoek naar remedies tegen kanker bij kinderen. De pure wetenschap zegde ze vaarwel voor een carrière als wetenschapswachter, zowel aan de zijde van Lieven Scheire in de podcast Nerdland als op radio en televisie om duiding te geven.
Dit jaar kriebelde het om een eigen voorstelling te maken. Daarvoor verzamelde ze zo’n driehonderd verhalen in een Word-document. Hoe selecteer je daar in godsnaam uit? “Ik koos bewust voor verhalen die mij ook als mens raken”, zegt ze. “Dat het standaardmodel van de fysica wankelt door een recente bevinding vind ik als wetenschapper boeiend, maar zit niet in de show. Ik probeer duidelijk te maken dat wetenschap ook mensenwerk is, het resultaat van passie en twijfel.”
Waarom is dat belangrijk?
Hetty Helsmoortel: “Ik merk dat er nog veel onwetendheid bestaat over hoe de wetenschap precies werkt. Mensen vinden het bijvoorbeeld raar dat experts de ene dag zeggen dat een vaccinatiegraad van 70 procent voldoende zal zijn om ons te beschermen tegen Covid-19. Nu blijkt dat niet langer waar, omdat we een nieuwe variant onder de knoet moeten krijgen. Dat idee, dat wetenschap nooit af is, komt maar moeilijk binnen bij mensen.”
Wetenschappers noemen zeker mRNA-vaccins een schitterende uitvinding. Tegelijk was het verzet ertegen dit jaar erg groot. Hoe kijkt u daarnaar?
“Dat zie ik met lede ogen aan. Vaccins zijn net een van de beste dingen die we nu hebben. Uiteraard beschermen ze niet voor de volle 100 procent, maar dat hebben wetenschappers ook nooit gezegd.
“Eerlijk, toen ik zes weken geleden begon met try-outs, kreeg corona maar een kleiner aandeel in de show. Dat is de voorbije weken alsmaar gegroeid, omdat ik zie hoe steeds meer mensen zich ertegen verzetten. Ik denk dat het voor een deel te maken heeft met de wetenschappelijke geletterdheid die te laag ligt. Echte antivaxers zal ik niet kunnen overtuigen, maar een grote groep twijfelt gewoon. Dat mag: twijfel is net essentieel aan wetenschap. Misschien hebben zij de basisprincipes van wetenschap gewoon niet onder de knie?”
Iets leukers: wat was volgens u het mooiste wetenschapsnieuwtje van het jaar?
“Moeilijk. Ik heb met heel veel zin en hoop naar de landing van de nieuwe rover, Perserverance, op Mars gekeken. Daar komt veel samen van wat wetenschap is. Ruimtevaart betekent voor mij ook de aarde beter beschermen. Vaak zijn zaken die we lanceren gericht op het doen van betere observaties om klimaatbeleid te sturen. Daarnaast is het heerlijk om zo’n landing live te volgen en te zien hoe euforisch die wetenschappers worden na jaren van voorbereidingen. Wetenschap is helemaal niet saai of louter rationeel.”
Hoe kijkt u naar het ruimtetoerisme, dat dit jaar echt doorbrak?
“Enerzijds vind ik de technologie en innovatie die het met zich meebrengt erg prikkelend. Ook de competitie tussen de private spelers en klassieke partners zoals het Europees Ruimteagentschap (ESA) vind ik nuttig. Anderzijds word ik weinig enthousiast van het puur commerciële ruimtetoerisme waarbij honderdduizenden euro’s worden neergeteld voor een ticket. Als we dat zouden opschalen, is dat gewoon een ramp voor het klimaat, omdat het zo vervuilend is.”
U stelde zich dit jaar ook kandidaat om astronaut te worden bij het ESA. Hoe zit het met die plannen?
“Normaal zou het ESA voor eind november laten weten wie er naar de volgende ronde mag. Aangezien ik nog niets gehoord heb, geeft dat me nog één dag. (lacht) Ik weet van andere mensen dat ze al naar de volgende ronde mogen, dus ik moet realistisch zijn: wellicht wordt dat niets. Niet dat ik klaag. Het pad naar de kandidatuur was even interessant.”
Dat pad kent intussen flink wat bochten. Hoe komt iemand die acht jaar lang kankeronderzoek deed erbij om op de planken te gaan staan?
“Na mijn master biotechnologie begon ik een doctoraat. In mijn eerste jaar belandde ik in een zeer zware depressie. ‘Wat geeft me nu echt goesting?’, vroeg ik mezelf toen. Zo heb ik me ingeschreven aan de toneelschool in Brussel. Maar na twee jaar begon ik de wetenschap te missen. Dus ben ik opnieuw een doctoraat begonnen. Dat heb ik afgemaakt. Maar tijdens het laatste jaar sloeg de slinger weer terug: ik wilde opnieuw verhalen vertellen.
“Dankzij twee wedstrijden waarbij ik mijn onderzoek moest uitleggen aan een breed publiek en die ik beide won, is de wetenschapscommunicatie op mijn pad gekomen. Zo is de bal aan het rollen gegaan.”
Intussen bent u een rolmodel voor vrouwelijke wetenschappers. Wat vindt u daarvan?
“Ik vind het gewoon fantastisch dat ik een publiek gevonden heb. Of dat nu vooral mannen of vrouwen zijn, dat houdt me niet bezig. Wel merk ik dat ouders me na voorstellingen wel eens komen zeggen dat ik een rolmodel ben voor hun dochter. Dat is echt ongelooflijk.
“Soms stel ik mij de vraag: zou ik niet een grotere bijdrage aan de maatschappij leveren als wetenschapper? Maar het vuur brandt ’s morgens zoveel harder sinds ik me met wetenschapscommunicatie mag bezighouden. Als ik nog maar tien of vijftien jongeren kan inspireren tot een carrière in de wetenschap, denk ik dat de impact veel groter zal zijn.”
Speeldata zijn terug te vinden op hettyhelsmoortel.be.