EditoMarjolijn Vanslembrouck
Het zou me niet verbazen dat ze die ondergrondse Brusselse bar hebben moeten stutten na het optreden van Kenji Minogue
Ooit interviewde ik Sarah Vandeursen zelf, voor het maandblad waar ik jaren geleden nog voor schreef. Ik had zenuwen, dacht: wat als ik er geen recht woord uit krijg? Enige tijd daarvoor had ik haar en actrice Emilie De Roo live aan het werk gezien met hun geschifte electropopgroep Kenji Minogue. Het zou me niet verbazen dat ze die ondergrondse Brusselse bar achteraf hebben moeten stutten.
Op het moment van het interview beleefde de band z’n hoogtepunt. In de Ultratop hadden ze net Kanye West en Prince achter zich gelaten, er was zelfs een Facebookgroep om hen naar het Eurovisiesongfestival te stemmen. De twee konden er smakelijk om lachen.
Intussen zijn we een kleine tien jaar verder, staat Kenji Minogue on hold en lijkt ook de wildheid enigszins getemperd. Maar de nuchterheid en brute eerlijkheid is Vandeursen niet kwijt. “Geen schrik hebben om op mijn bek te gaan, dat is allicht mijn grootste talent”, zo meent ze nu. Ook: de kunst om zichzelf niet al te au sérieux te nemen. Ik ken wel wat mensen die van haar kunnen leren.
Marjolijn Vanslembrouck, chef De Morgen Magazine