standpunt
Het VLD-syndroom van de N-VA
Het is intellectueel oneerlijk om te beweren dat de N-VA de enige partij is die het politieke debat met inhoud verrijkt. Ook CD&V, sp.a, Groenen en straks Open Vld reviseren de eigen ideologische motor. Het is wel van de eerste Burgermanifesten bij de vervelling van de PVV tot VLD geleden dat een partij alle ogen naar zich toe getrokken heeft met een nieuw en provocatief programma, zoals de N-VA nu doet. Dat verdient respect, maar is geen garantie op triomf.
Er loeren immers wel meer historische parallellen om de hoek tussen de N-VA van nu en de VLD van twintig jaar geleden. Zo heeft voorzitter Bart De Wever dit weekend de ambitie van zijn partij vastgespijkerd op 30 procent.
Die De Wevernorm ligt alvast 10 procent lager dan die van partijgenoot Geert Bourgeois, en is tegelijk realistisch en riskant. Realistisch is de norm omdat hij overeenkomt met de score in de recente peilingen. Riskant is hij omdat deze toch wel hoge verwachting ook voor de concurrentie een norm wordt om winnaars van verliezers te scheiden.
Twintig jaar geleden liet Guy Verhofstadt zich dol maken door glorieuze peilingen. De ijskasten vol champagne bleven op de verkiezingsavond in 1994 onaangeroerd: de VLD won wel, maar veel minder dan vooraf was rondgetoeterd.
Nog zo'n gelijkenis is de vaststelling dat hoe breed de rug van de charismatische leider - Guy Verhofstadt toen, Bart De Wever nu - ook is, er altijd nog ambitieuzere luitenanten om de hoek komen piepen. Zo zat er dit weekend meer dan een kier tussen de getemperde verklaringen van De Wever zelf en de interviews met 'nummers twee' Ben Weyts en Jan Jambon.
Voor Weyts en Jambon moet het confederalisme deel uitmaken van een volgend regeerakkoord, iets wat De Wever zelf liever in het midden laat. Jambon trok daarbij zelfs expliciet een kruis door de Reyndersdoctrine door te stellen dat de PS opzij zetten onvoldoende is. De laatste microscopische kans op een gesprekspartner in Franstalig België ligt daarmee aan diggelen.
Daarmee komen we bij het grootste probleem van de N-VA: zelfs met die virtuele 30 procent heeft de partij bondgenoten nodig. Die zijn er niet, niet in het zuiden, maar eigenlijk ook niet in Vlaanderen. Het confederalisme à la N-VA is namelijk geen logische zevende stap na zes federale staatshervormingen. Het wist alle voorbije stappen uit, en begint opnieuw, zoals het radicale deel van de Vlaamse Beweging dat altijd gewenst heeft. Geen enkele andere partij is tot zo'n waaghalzerij bereid.
Ook dat isolement overkwam de VLD twintig jaar geleden. Je kunt dat aan het unieke heil van het eigen programma wijten, maar ook aan arrogantie.
Bart Eeckhout
Commentator
Zelfs met 30 procent heeft de partij bondgenoten nodig. En die zijn er niet. Dat isolement overkwam ook de VLD twintig jaar geleden