"Het moet niet altijd praktisch zijn": dit vinden buitenlanders van Belgische mode

Olivia (28) en Anna Lea (28) uit Parijs

In het Modemuseum is het al België wat de klok slaat, met een retrospectieve over Olivier Theyskens op de affiche. Aan de uitgang ontmoeten we de bont getooide Olivia en Anna Lea, die uit Parijs afzakten voor een vriendenbezoek. En hoewel ze zelf niet geneigd zijn hun portemonnee binnenstebuiten te keren voor een Belgisch stuk, zijn ze wel erg onder de indruk van de Antwerpse streetstyle. “Mensen zijn hier gewoon zo goed gekleed. Volgens mij is er ook nog een groot verschil tussen Antwerpen en Brussel: in Brussel is de kledingstijl meer conservatief en bourgeois, ongeveer hetzelfde als in Parijs. Maar Antwerpse fashionista’s hebben echt hun eigen identiteit. Dat komt waarschijnlijk ook door alle boetieks hier: op elke straathoek valt nieuwe inspiratie te rapen”, vertelt Olivia. Ondertussen dwalen Anna Lea’s ogen af ­richting de etalage van multibrandstore Renaissance. “Ik volg de Belgische mode ook graag op Instagram. Gisteren nog kwam ik een paar coole schoenen van Margiela tegen. Alleen de prijs viel wat tegen.” (lacht)

Petra (51), Nicolette (52) en Karin (52) uit Rotterdam

Als er één groep buitenlanders goed vertegenwoordigd is in de Antwerpse shoppingstraten, dan zijn het natuurlijk onze noorder­buren. In de Schuttershofstraat spotten we drie opgewekte blondines uit Rotterdam die een dagje Antwerpen komen doen. “Bij ons heb je vooral de grote ketens. Daarom houden we van Antwerpen: hier barst het van de kleinschalige boetieks en designers”, zegt Nicolette. Zus Karin valt haar bij. “De Nederlandse modemerken blijven vrij standaard. Daarom ben ik zo’n grote fan van een winkel als Essentiel. Hun collecties zijn vaak gedurfd en trendy, maar altijd van degelijke kwaliteit. Mooie stoffen, goed gemaakt, en toch origineel.” Verder zijn ook ethische aspecten voor de dames doorslaggevend. “Belgische merken zijn bijna per definitie fair trade”, stelt Petra. “Het is een geruststellende gedachte dat niet alles in India gemaakt wordt. Dat maakt de trip voor ons zeker de moeite waard. En bovendien, met de trein ben je er zo!”

Andrew (24) uit New York

Verder van huis liggen de roots van New Yorker Andrew. Als architect van winkelinterieurs én modefanaat is een dagje Antwerpen voor hem bijna een bedevaart. “Mijn favoriet is Margiela, van wie ik de Replica-loafers heb. Daarnet bezochten we al de vlooienmarkten die hij vroeger afschuimde.” Ook over de Belgische modegeschiedenis spreekt hij alsof hij die zelf nog meemaakte. “Het is ongelooflijk hoeveel internationale modenamen België afleverde, voor zo’n klein landje. Wat ik vooral interessant vind, is dat er geen link is tussen de designers: allemaal zagen ze het licht in dezelfde periode, maar de visies van pakweg Ann Demeulemeester en Dries Van Noten liggen mijlenver uit elkaar. Dat individualisme en kosmopolitisme maakt me een grote fan. Al staan ze vandaag wel op een lager pitje: Dries is eigenlijk de enige die geen pluimen verloor. En Raf Simons, wat hij voor Jil Sander deed is fantastisch. Ik ben benieuwd wat hij met een Amerikaans bastion als Calvin Klein zal aanvangen.” Al is Andrew over mode niet bepaald patriottisch. “Behalve voor jeans of sneakers laten Amerikaanse brands mij koud. Geef mij dan maar de nuances in design van Belgische mode.”

Barbara (25) uit Duitsland

Citroengele jurken, etnische prints en kimono-achtige snits: aan de nodige extravaganza ontbreekt het in de winkel van Dries Van Noten niet. Bij de etalage worden we begroet door de Duitse … De stuks van de nieuwe collectie die ze wil, legt ze nauwkeurig vast met haar smartphone. “Als je de etalage in haar geheel bekijkt, lijkt de stijl van Dries Van Noten nogal gewaagd en excentriek, niet echt mijn ding. Ook de draagbaarheid ervan is soms ver te zoeken. Maar anderzijds vind ik zijn moderne en ongebruikelijke look supercool. Er zit duidelijk een esthetiek achter. Dat vind ik typisch Belgisch: niet alles moet altijd praktisch zijn.” Zeker in vergelijking met haar thuisland vindt ze de Belgische mode wat dat betreft een openbaring. “In Duitsland is iedereen gekleed als een huisvrouw. Gewoontjes en braaf, en in de verste verte niet modebewust. Het draait meer om comfort en functionaliteit. Die Belgische pit kan ik wel appreciëren.”

Marie-José (42) en Kristel (43) uit Haarlem

Verknocht aan Bellerose zijn de Nederlandse vriendinnen Marie-José en Kristel. Speciaal voor de nieuwe collectie maken de dames elk voorjaar en najaar de excursie vanuit Haarlem, en daar hebben ze duidelijke redenen voor. “Zelf kleed ik me graag sportief, in de stijl van Belgische brands als Bellerose en Scapa. Die winkels hebben toch net iets meer een aparte twist dan wat bij ons in de rekken hangt. Al wordt het me soms ook wel wat té alternatief. Walter Van Beirendonck bijvoorbeeld, dat zou ik nooit kopen”, vertrouwt Kristel ons toe. Daarnaast zijn de dames lovend over de duurzaamheid van het Belgische vakmanschap. “Verschillende stuks in mijn kast blijven al jaren mooi”, vertelt Marie-José. “Een minder punt vind ik dan weer de klantenservice. Toen ik daarnet een verkoopster aansprak over een kapot kledingstuk, antwoordde ze simpelweg: ‘Zoiets hebben we nog nooit eerder gehoord, dat moet je zelf laten maken’. Dat pakken we in Nederland toch beter aan.”

Manjula (26) uit India

Als expat in de farmaceutische industrie woont de Indische Manjula (rechts op de foto) nog niet zo lang in België, dus voorlopig is haar kennis van Belgische modebrands nog voor ­verbetering vatbaar. Toch betrappen we haar op steelse blikken aan de etalage van Delvaux, en groeit haar bewondering naar eigen zeggen elke dag. “Antwerpenaren kleden zich casual, maar tegelijk enorm cool en elegant. Dag en nacht verschil met India. Wij hebben een grote variëteit aan merken, maar meestal kleden de mensen zich enorm over the top. In België blijven zelfs de high-fashionmerken sportief en nonchalant.” Met zoveel inspiratie om haar heen wil Manjula ook met haar eigen stijl meer experimenteren. “Al blijft dat voorlopig beperkt tot de aankoop van meer en meer jassen. Hoe je modebewust kunt blijven bij deze temperaturen blijft mij een groot raadsel. Maar mij hoor je niet klagen: tot nu toe vind ik eigenlijk alles aan België fantastisch.”

Ileana (46) uit Italië

Armani, Versace, Prada en Gucci: de Italiaanse mode lijkt moeilijk van haar voetstuk te slaan, maar toch verkiest artieste Ileana het Belgische A.F. Vandevorst boven de Italiaanse zwaargewichten. “Dankzij mijn Vlaamse man leerde ik Antwerpen kennen, en vrijwel meteen voelde ik een connectie met de stoere stijl. Belgische designers zijn erg trots en lopen niet zomaar mee met trends. De kleding is avantgardistisch, maar tegelijk doordacht tot in het detail. Ik hou ook van Italiaanse mode, maar niet van de drang naar perfectie. Italiaanse vrouwen combineren nog steeds hun tas met hun schoenen én sjaal. Ik hou ervan me apart te kleden, en Belgische merken maken dat mogelijk.” Bij A.F. Vandevorst past ze een lederen broek voor bij de laarzen die ze er eerder kocht, en dat blijkt een schot in de roos. “Deze broek maakt van mij een Beyoncé. Gedurfd, maar ook comfortabel. Ik hoop dat mijn man me straks een ferme klets op de kont geeft.” (lacht) Haar favoriete Vandevorst-item is een groene jurk. “Ik ben klein en dacht dat die maxijurk me nooit zou passen. Maar hetzelfde shirt kan twee totaal verschillende lichamen passen.”