Voor u uitgelegdSnus
‘Het misbruik dat we vroeger met rilatine zagen, zien we nu met snus’: hoe onschuldig is dit ‘alternatief voor roken’?
Naast de e-sigaret lijkt ook snus in trek bij een jong publiek. De zakjes worden vaak gezien als onschuldig alternatief voor roken, maar zijn ze dat wel?
Voor alle duidelijkheid: er is een verschil tussen wat de cops en wat de kids ‘snus’ noemen. Bij officiële instanties staat snus bekend als een rookloos tabaksproduct, een soort theezakje gevuld met poedervormige tabak dat tussen bovenlip en tandvlees geplaatst wordt en zo via het speeksel tabak en nicotine vrijgeeft in het slijmvlies. Dat product is met uitzondering van Zweden nergens toegelaten in de Europese Unie.
De gelijkaardige zakjes die jongeren hier ‘snus’ noemen, zijn eigenlijk nicotinezakjes die vaak smaakstoffen als munt of fruit bevatten. Dat ze in kekke blikken doosjes met coole graphics en felle kleuren zitten, en namen als Dope Freeze dragen, verraadt vooral de marketingstrategie: verkoop is in de eerste plaats gericht op de zogenaamde ‘generatie rookvrij’.
Momenteel zijn de nicotinezakjes in België vrij verkrijgbaar (vanaf 18 jaar) via gespecialiseerde webshops of in reguliere verkooppunten als krantenwinkels, horecazaken of dampshops. Cijfers over het gebruik van deze zogenaamde modern orals zijn er voor Vlaanderen niet, al meldt het onafhankelijk expertisecentrum Vlaams Insitituut Gezond Leven dat ze hierover wel signalen ontvangen vanuit sportclubs, lokale besturen en middelbare scholen die jongeren ermee zien experimenteren.
‘Rust in mijn hoofd’
In Nederland werd eind 2021 het gebruik van deze zakjes in de regio Amsterdam wel onder de loep genomen, en daaruit bleek dat 6 procent van de jongeren op MBO-scholen (secundair beroepsonderwijs) de laatste 12 maanden één of meerdere keren snus gebruikte. Bij een (niet-representatieve) NOS-bevraging op Instagram en TikTok begin 2022 stelde een kwart van de jonge volgers al eens snus gebruikt te hebben, of dat nog steeds te doen.
“Ik heb de indruk dat het meer genormaliseerd raakt, en ik hoor van bevriende collega’s op andere scholen hetzelfde”, zegt Lars, die lesgeeft aan de eerste en tweede graad. Hij ziet de zakjes steeds vaker op de grond liggen, vangt ook bij leerlingen in de wandelgangen signalen op. “Vanuit de directie is nu ook een sensibiliseringsmail uitgestuurd naar het leerkrachtenteam, zodat we kunnen ingrijpen wanneer we het gebruikt zien worden.” De toiletten, waar de snus vermoedelijk verhandeld wordt, worden extra bewaakt.
Toch zijn er evengoed scholen die nog nooit van de zakjes gehoord hadden, of scholen die aangeven dat de hype bij hen alweer gepasseerd is. Volgens Iris Maertens, coördinator drugsbeleid in Brugge, kwam er het afgelopen jaar slechts één bezorgde vraag binnen. “Bij scholen horen we er eigenlijk geen bezorgdheden over. Die zijn er vooral over vapen.”
Volgens Pieter Debognies (Vlaams Insitituut Gezond Leven) zijn modern orals vooral deel gaan uitmaken van het bestaande arsenaal aan middelen waarmee jongeren hun grenzen aftasten. “In die periode gaat het vaak om experimenteel gedrag.” Tot verslaving hoeft dat niet noodzakelijk te leiden. De recente leerlingenbevraging van VAD toont bijvoorbeeld voor de e-sigaret dat het grootste deel van de gebruikers er binnen het jaar weer mee gestopt is.
Illias Marraha, coördinator VIDA (vroeginterventie drugs en alcohol Mechelen), ziet wel een alarmerend gebruik bij een specifieke subgroep. Vaak zijn het jongeren met een psychische kwetsbaarheid of een ontwikkelingsstoornis, zoals ADHD of ASS, die de korte nicotinehit van zo'n zakje niet zozeer als pepmiddel zien. “Het is voor hen een vorm van zelfmedicatie. ‘Zo vind ik rust in mijn hoofd’, vertellen ze ons”, aldus Marraha. “Het misbruik dat we zo’n vijf jaar geleden met rilatine zagen, zien we nu met snus.”
Bij die groep gaat het voornamelijk over de illegale variant, zegt Marraha. “Ze geraken er via vrienden aan, of bestellen online en laten het via de post opsturen. Meestal via Nederland.” De legale nicotinezakjes, in principe evengoed onbereikbaar voor een minderjarige, bestel je makkelijk “via een berichtje op Snapchat”, vertelt een 14-jarige scholier.
Opstapje
“Jongeren zien het als iets heel onschuldigs”, merkt Marraha. Dat is het echter niet. Een studie van het RIVM in Nederland besluit dat de variant zonder tabak voldoende nicotine bevat om “een verstoord hartritme te kunnen veroorzaken” en “een nadelig effect op de ontwikkeling van het jonge brein te hebben”. Dat het minder schadelijk is dan roken is dan weer wel algemeen aanvaard, ook al is er nog geen studiewerk naar langetermijneffecten.
Dat zorgt voor een spanningsveld. Voor een roker zou het een veiliger alternatief kunnen zijn. Voor niet-rokers kan het de start van een nicotineverslaving zijn, en – zo menen sommigen – een opstapje naar schadelijker producten. Minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) pleitte daarom eerder dit jaar voor een verbod.
Volgens Pieter Debognies snijdt zo’n maatregel echter de piste voor bestaande rokers af, en dus potentiële gezondheidswinst. Hij ziet eerder heil in een strengere regulering, waarbij ook meer uniforme verpakkingen een deel van de aantrekkingskracht voor jongeren kunnen wegnemen.
“Sowieso moeten we ons hoeden voor het verdomhoekje”, zegt ook Illias Marraha over een mogelijk verbod. “Dan krijg je misschien een nieuw product dat trendy wordt, maar blijft de achterliggende reden van het gebruik bij een groep jongeren moeilijk bespreekbaar.”