De schaduwcoachFrederik De Backer
Het meest krankzinnige van al was dat Euro 2021 Euro 2020 heette, omdat alle reclamewerk al was geprint
Frederik De Backer ziet wat u niet ziet tijdens het EK. Vandaag: een evaluatie.
Wanneer de Denen, de kilste aller Europeanen, tot knuffelberen zijn verworden kan men gerust stellen: dit was niet het beste EK. Zo’n twee uur nadat dat onnozele autootje vanavond de bal het veld op heeft gereden, onder oorverdovend gejuich van een publiek dat de UEFA blijkbaar correct heeft ingeschat als een meute wezenloze kinderen, zit dit toernooi er alweer op. Hoog tijd dus voor een evaluatie.
Hoe zal Euro 2020 worden herinnerd? Dat van 2000 was gehuld in een te strak Italiaans shirt, Euro 2004 gegoten in Grieks beton, 2008 en 2012 kleurden chorizorood en in 2016 leerden de IJslanders ons in de handen klappen, eerst tergend traag en dan steeds sneller, tot we het ook zonder hulp konden. Dit EK echter was om meer redenen dan enkel Christian Eriksen het EK van het hartzeer.
Eerst waren er de wedstrijden in halflege stadions, dat was al niet goed voor de sfeer, daarna die in overvolle, zo mogelijk nog erger. Telkens wanneer een supporter in beeld kwam, tijdens één van de tien miljoen drinkpauzes bijvoorbeeld, wist je: die gaat naar huis in een kist. Die wordt dadelijk door iemand in de mond geniesd en ligt nog voor het laatste fluitsignaal op zijn buik in de ziekenboeg. Alsof je naar een thriller zat te kijken.
Kreeg je dat gevoel maar wanneer de spelers in beeld kwamen. Het oeverloos geploeter, de vele fausses queues. Je zou bijna gaan terugverlangen naar de nietsontziende saaiheid van het onoverwinnelijke Spanje. Toen lag je tegen de tachtigste minuut ook te reutelen, maar had je tenminste wat aardig combinatiespel gezien.
Het enige wat weer wat leven in het spel joeg, waren de vele eigen doelpunten. Of het nu een Turk was die al in de openingswedstrijd de bal in doel viel – een owngoal als eerste treffer van een toernooi, dan kun je beter meteen de tv uitzetten en een maand naar een blinde muur staren – of een keeper die de hoogte van zijn lat niet kon inschatten, je waande je onder preminiemen.
Van het veld met die koekenbakkers! Vijf wissels stond de UEFA de bondscoaches toe, maar dat bracht natuurlijk geen soelaas. “Hé jij daar in je maatpak, weet je nog, die losers die slechter zijn dan minstens elf anderen? Daarvan mag je er nu twee méér laten invallen.” En die deed dat dan nog ook! Ooit komt er een tijd dat de trainer in de zestigste minuut wordt gewisseld. Men had beter die verfoeilijke verlengingen voor iets beters ingeruild. Een extra halfuurtje gebroddel in afwachting van strafschoppen: euthanaseren graag. Reanimeer de golden goal!
Maar het meest krankzinnige van al, meer nog dan de openingsceremonie, meer nog dan het autootje, meer nog dan tjokvolle stadions tijdens een pandemie, meer nog dan vijf wissels, meer nog dan de competitievervalsing met de speelsteden, zelfs meer nog dan Martin Garrix en U2, was dat Euro 2021 Euro 2020 heette, omdat alle reclamewerk nu al was geprint.
Ik hoef morgen niet per se meer wakker te worden.