Maandag 05/06/2023

ReportageCannabisteelt in Marokko

Het Marokkaanse Rifgebergte is de cannabisfabriek van de wereld: ‘Er is hier niets anders’

Imad Zemmouri toont een pas geoogste cannabisplant in het Marokkaanse Rifgebergte. Beeld Cesar Dezfuli
Imad Zemmouri toont een pas geoogste cannabisplant in het Marokkaanse Rifgebergte.Beeld Cesar Dezfuli

Marokko is de cannabisproducent van de wereld. Tienduizenden, veelal kleine boeren in het Rifgebergte wijden hun leven aan de teelt. Daarna begint ook voor hen een schimmige wereld met dealers. Maar Rabat neemt nu een revolutionaire stap.

Dion Mebius

Met je ogen dicht en je neus open waan je je bijna aan de Amsterdamse grachten. Alsof een groepje giechelende toeristen de deur van een coffeeshop openzwiept en de ontsnappende wietlucht je in het gezicht slaat. Maar open je ogen en de grachten veranderen in de imposante bergen van het Marokkaanse Rifgebergte. Hier komt de geur niet uit een coffeeshop maar ‘gewoon’ van een lading cannabisplanten, die ligt te drogen in de warme herfstzon.

Twee dagen eerder hebben ze de laatste planten van het seizoen geoogst, vertelt Imad Zemmouri (32). Die liggen hier nu in strakke rijen, verdeeld over twee stapels. Bij elkaar is het zo’n 100 kilo kif, zoals de Marokkanen hun cannabis noemen. Uiteindelijk zal daar na bewerking zo’n kilo aan hasj van overblijven.

Zemmouri’s leven draait volledig om cannabis, net als dat van zijn familieleden, vrienden, dorpsgenoten en een onwaarschijnlijk aantal andere Marokkanen. Naar schatting zijn zeker 90.000 huishoudens in Marokko afhankelijk van de productie van kif. Dankzij hen is het islamitische koninkrijk de cannabiskoning van de wereld. Absolute cijfers ontbreken – het wereldje is schimmig, maar geen ander land wordt vaker door andere landen genoemd als leverancier van het groene goud, blijkt uit data van de Verenigde Naties.

Gedoogbeleid

Het centrum van de kifteelt is de Rif, de opstandige, economisch achtergebleven regio in het noorden van het land. De vele duizenden Riffijnen die hier hun leven aan de cannabisplant wijden doen dat niet om snel gouden bergen binnen te harken, maar om hun families van droog brood te kunnen voorzien. Marokko staat de officieel verboden teelt oogluikend toe, hoewel de velden met geestverruimende planten vaak pal langs de openbare weg staan.

Dat gedoogbeleid heeft grote nadelen voor zowel de telers, die op dagelijkse basis de wet overtreden, als de overheid, die geen belasting kan heffen van de zwarte opbrengsten. Afgelopen voorjaar zette Marokko een gewaagde stap om de sector uit de illegaliteit te trekken. Het land legaliseerde de teelt van cannabis, dat ook pijnstillend werkt, voor medisch gebruik. Een groeimarkt en dus een potentiële goudmijn: vanaf 2028 zou jaarlijks tot 550 miljoen euro belastinggeld naar de schatkist kunnen vloeien, spiegelde de regering voor. De teelt van cannabis voor recreatief gebruik bleef, net als dat gebruik, wel verboden.

De ware winnaars van de beperkte legalisering zijn de kiftelers, aldus de regering, achter de schermen aangestuurd door de machtige koning Mohammed VI. De eenvoudige boer die nu nog noodgedwongen aan duistere drugsdealers levert zou zijn oogst in de toekomst kunnen verkopen aan keurige farmaceuten, met een rustiger bestaan en zelfs een hoger loon tot gevolg. Het is een droom voor kifboeren in de Rif als Zemmouri, die ondanks de acceptatie van de cannabisteelt in deze streek in constante angst zegt te leven.

Speedboten

We spreken af in een café in El Jebha, een uurtje rijden van Zemmouri’s dorp. In de kleine kustplaats klinkt onophoudelijk het geluid van voorbijdenderende vrachtwagens. El Jebha is een regionaal handelscentrum, ook voor cannabis. Vanuit hier vertrekken speedboten met tot wel 3 ton aan hasj aan boord naar Spanje, van waaruit het spul verder over Europa wordt verspreid.

Volgens door de regering aangeleverde data produceert Marokko ruim 700 ton hasj per jaar. Het is zeer de vraag hoe betrouwbaar die cijfers zijn; alleen de Marokkaanse autoriteiten onderschepten in 2019 al 300 ton hasj, hun collega’s in Spanje nog eens 350 ton.

Brahim Allouch, iman van het dorpje Douar Ouaoukda, droogt zijn stapel cannabis bij hem thuis. Beeld Cesar Dezfuli
Brahim Allouch, iman van het dorpje Douar Ouaoukda, droogt zijn stapel cannabis bij hem thuis.Beeld Cesar Dezfuli

Zelf is hij alleen landbouwer, geen handelaar, zegt Zemmouri, een vlotte man met een oranje Adidas-jasje en een zwarte Nike-pet. Later zal hij toegeven dat hij kleine hoeveelheden kif weleens zelf verhandelt, gewoon vanuit een café als dit. Hij spreekt Spaans, een overblijfsel van de negen jaar die hij in Spanje woonde. Toen de Riffijn in 2015 werd uitgezet – iets met een fout gelopen hasjtransport, hij zat in financiële nood – zocht hij zijn heil in de teelt. “Er is hier niets anders. Fabrieken? Zijn er niet. We worden vergeten.”

Omdat de kifproductie van zijn vader te klein is om alle elf kinderen van eten te voorzien werkt Zemmouri voor zijn oom, die een hectare vruchtbare grond bezit. Zijn loon is 10 euro per gewerkte dag. Voor dat bedrag loopt hij constant het risico op problemen met justitie. Zo gaf in 2019 iemand zijn oom aan na een akkefietje en Zemmouri was degene die werd opgepakt. Twee maanden zat hij in de gevangenis. “Je kunt je niet voorstellen hoe dat was.”

Hij stapt in de auto en wijst de weg naar zijn thuis, Douar Ouaoukda, een gehucht zonder stromend water hoog in het Rifgebergte, waar de stralend witte moskee hoog boven simpele stenen huisjes uittorent. Onderweg wijst Zemmouri naar de andere dorpen die tegen de bergflanken zijn gebouwd: daar zit iedereen in de kif, en daar, en daar. Kale bruine stengels van de cannabisplant getuigen van de recente oogst.

Boeren in ongewisse

De bewoners van de Rif verbouwen en gebruiken al eeuwenlang cannabis. De Arabieren brachten het naar deze streek tijdens hun verovering van Noord-Afrika. Export en productie namen een hoge vlucht vanaf de jaren zestig, toen met de komst van de hippiecultuur de vraag vanuit Europa explosief toenam.

Pogingen van Marokko om de kifteelt aan banden te leggen stuitten op fel protest in de Rif, waar de weerstand tegen het centrale gezag sterk is. De laatste opstand tegen de gevoelde achterstelling, die in 2016 ontvlamde, drukte Marokko hardhandig de kop in.

De legalisering en stimulering van de cannabisindustrie zou een manier kunnen zijn om de Riffijnen te laten zien dat de staat wel degelijk naar hen omkijkt. Dan zijn er nog wel wat voorlichtingssessies nodig, blijkt in Douar Ouaoukda, waar de inwoners de grote verandering met vertwijfeling afwachten. Niemand is naar hen toe gekomen om uit te leggen wat er gaat gebeuren, zegt het handjevol mannen in het dorp, terwijl hun vrouwen op de achtergrond onverstoorbaar brood blijven bakken in ovens van klei.

een groepje mannen keert terug naar Douar Ouaoukda. Naar schatting zijn zeker 90.000 huishoudens in Marokko afhankelijk van de productie van kif. Beeld Cesar Dezfuli
een groepje mannen keert terug naar Douar Ouaoukda. Naar schatting zijn zeker 90.000 huishoudens in Marokko afhankelijk van de productie van kif.Beeld Cesar Dezfuli

Stuk voor stuk leven ze van de kif. In donkere opslagruimten van enkele vierkante meters liggen stapels planten gebundeld te drogen, anderhalf meter hoog. Het is het resultaat van een halfjaar werk. In april gaan de zaden de grond in, in oktober worden de volgroeide planten geoogst.

Pas in het nieuwe jaar kunnen ze er hasj van maken, als de planten verder gedroogd zijn. Dat doen ze met een bak met daarover een gespannen doek, laat Zemmouri zien. De doek dient als zeef waar de hars van de plant doorheen valt. Pers de hars samen en je hebt hasj, klaar voor de reis naar Europa.

Haram of halal?

De opbrengst van al dat werk is niet meer dan een paar honderd euro voor de kleinste kifboeren in Douar Ouaoukda, zoals Brahim Allouch (35). Hij verbouwt niet alleen cannabis maar is ook de vervanger van de plaatselijke imam, die voor enige tijd het dorp uit is. Is cannabis eigenlijk niet haram, verboden in de islam? Ja, eigenlijk wel, zegt Allouch tijdens een kopje muntthee, aarzelend en pas na lang aandringen.

De controversiële status van cannabis in de islam – schriftgeleerden kibbelen over de vraag of het roken ervan haram is – leidde eerder dit jaar tot politiek vuurwerk in Marokko. De op dat moment grootste partij van het land, de islamistische PJD, ging rollend over straat na de aankondiging van de legalisering. Het was een van de oorzaken voor de gigantische verkiezingsnederlaag die de islamisten in september leden. Voor koning Mohammed VI, ook de geestelijk leider van de Marokkanen, is medisch gebruik blijkbaar geen probleem.

Veel is nog onduidelijk over hoe het land de legale productie van de grond wil krijgen. In de plannen moeten de boeren zich verenigen in agrarische coöperaties die gaan leveren aan (inter)nationale verwerkingsbedrijven, maar in Douar Ouaoukda weet men van niets. Volgens experts schat Marokko de toekomstige opbrengsten bovendien te rooskleurig in. De markt voor medicinale cannabis wordt al bediend door producenten in landen die eerder voor gedeeltelijke legalisering kozen, zoals Canada.

De kans is groot dat in ieder geval een deel van de cannabisboeren aan drugsdealers moet blijven leveren. Zeker als die meer betalen dan de farmaceuten, want voor Zemmouri en zijn collega’s telt iedere euro. Hij steekt zijn sebsi aan, de traditionele pijp waarmee hij zijn pure kif rookt, en neemt een flinke teug. Vers van eigen land, beter wordt het niet.

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234