Dinsdag 30/05/2023

Weer relevantReconstructie

Het laatste levensuur van Lamine Bangoura (27): ‘Er stond schuim op zijn lippen, snot uit zijn neus. Het was niet proper’

De moeder van Lamine Bangoura, Marthe Millimono met een foto van haar zoon.  Beeld Eric de Mildt
De moeder van Lamine Bangoura, Marthe Millimono met een foto van haar zoon.Beeld Eric de Mildt

Op 7 mei 2018 kwam Lamine Bangoura (27) door verstikking om het leven na tussenkomst van de politie tijdens een uithuiszetting in Roeselare. Aan de hand van beelden, audio en het autopsieverslag reconstrueren we zijn laatste levensuur.

Samira Atillah en Douglas De Coninck

Bangoura, onthou die naam. Dat was wat de mensen zeiden nadat de U17 van Club Brugge in augustus 2007 Anderlecht had verslagen met 1-3. ‘Lamine Bangoura, tweemaal, en Shannon Eeckhout scoorden de Brugse treffers’, zo berichtte De Krant van West-Vlaanderen.

“Hij was tweevoetig”, zegt vader Jean-Pierre. “Hij begon bij de U8 van Sporting Tisselt. Daarna zat hij bij Blaasveld-Willebroek, waar een scout van Club hem opmerkte.”

Dertien jaar later staart Jean-Pierre naar de laatste foto die hij kon maken van zijn zoon, in de vooravond van 8 mei 2018 in het mortuarium van het AZ Sint-Jan in Brugge. “We mochten de lijkzak niet verder openen dan tot aan zijn hals”, zegt Jean-Pierre. “Er stond een politieman naast ons die daarop toezag.”

Een maand na de dood van George Floyd stelde de raadkamer in Kortrijk eind juni acht bij het overlijden van Lamine Bangoura betrokken agenten buiten vervolging in Roeselare. Dat zorgde toen voor de nodige ophef. De familie Bangoura kan zich niet vinden in de toen genomen beslissing omdat die volgens haar in strijd is met de realiteit. Daarom reconstrueren we aan de hand van de meest objectieve data - beeld, klank en het penale dossier - hoe die fatale dag precies is verlopen.

Maandag 7 mei 2018

Rond 11.25 uur belt een deurwaarder geflankeerd door een slotenmaker, een assistent, twee stadsarbeiders en wijkagenten Sabrina en Willy (*) aan in de Mezenstraat in Roeselare. Hier woont Lamine Bangoura, wiens voetbalcarrière enkele jaren eerder eindigde bij KSV Roeselare.

Hij heeft een tot 1.609 euro opgelopen huurachterstand bij sociale huisvestingsmaatschappij De Mandel. Enveloppen liet hij al even ongeopend, ook die van de vrederechter die op 20 maart zijn uithuiszetting beval.

Agente Sabrina, tegenover het Comité P: “De slotenmaker opende de deur. Ik zie een Afrikaan met een deken rond zich en het leek alsof hij gewekt was uit zijn slaap, met naast hem een hond.”

De deurwaarder: “Ik zei dat we kwamen voor de uitzetting. Hij herhaalde dat dit niet ging en dat hij niet zou vertrekken. Hij zei dat hij niet wist waar naartoe. Ik zei dat hij terechtkon bij het OCMW, omdat ons kantoor die diensten verwittigd had.”

Agent Willy heeft het niet zo begrepen op de hond, een 3-jarige staffordshireterriër. Hij wil dat Lamine Bangoura de hond in de tuin zet en de deur sluit.

Sabrina: “De hond was op dat moment kalm.”

Willy: “Op een bepaald moment zei ik dat het de laatste keer was dat ik zou vragen om de hond buiten te zetten of aan de leiband te houden. Als de hond zou aanvallen, zei ik, zou ik hem moeten neutraliseren. Dat was voor Bangoura de trigger.”

Agent Willy besluit bijstand te vragen. Vanaf dit punt kunnen we de situatie volgen via de politieradio.

11.41 - 11.42 uur

Siska van de dispatching: “Ik weet niet of jullie een ploeg beschikbaar hebben voor het ogenblik, maar er zijn twee wijkagenten bezig met een uitzetting met een deurwaarder in de Mezenstraat en er zijn daar problemen. Ze vragen dringend een ploeg ter plaatse in bijstand.”

Agent Vincent: “Ja, roger, zeg nog ne keer. Mezenstraat, en het huisnummer?”

Motard Koen: “Mezenstraat, zou je mij ne keer willen(?) situeren waar dat dat juist zou liggen?”

Vincent: “Koen, aan het frietkot. Ik zijn ook op bane.”

Agent Brecht: “De 113 gaat ook ter plaatse.”

Twee minuten na de oproep van Siska komen agenten Brecht en Jelle als eersten aan.

11.43 - 11.48 uur

Brecht: “113 (onduidelijk) ter plaatse.”

Vincent: “Brecht, voor de 411, moeten wij nog ter plaatse komen ook?”

Brecht: “Ja, kom voorlopig maar op.”

Vincent: “Ja, we zijn onderweg.”

Sabrina, achteraf: “Brecht en Jelle probeerden enige tijd op Bangoura in te praten, zonder succes. Bangoura ging in de tuin een sigaret of een aantal sigaretten roken.”

De agenten lijken vooral bezorgd om de hond.

11:48 - 11.49 uur

Koen: “Ik ben hier ook ter plaatse. Mezenstraat Roeselare. Weet niet. Is er ne hondengeleider op dienst bij ons?”

Siska: “Ja, ik had Benny hier al gezien in burger. ’t Is daarom dak ne keer ga zien.”

Benny is hoofdinspecteur en hondenexpert. Maar Benny heeft die dag eigenlijk geen dienst.

Still uit de video die de assistent van de deurwaarder maakte.  Beeld RV
Still uit de video die de assistent van de deurwaarder maakte.Beeld RV

11.50 uur

Brecht: “Ja, hier 113, en misschien voor de 95 ook. Momenteel zit die mens teruggetrokken in zijn woning met een hond. Euh. Ie had initieel ook een mes vaste. Allee, dat is nu achterwege. We gaan proberen te onderhandelen. We zien wel hoe of wadde é.”

Met ‘95’ wordt gedoeld op hoofdinspecteur Bart. Hij is de directe overste en volgt de situatie vanaf afstand. Zijn nu ter plaatse: Willy, Sabrina, Brecht, Jelle en Koen. Even later arriveren Vincent en Ilse, en daarna ook nog Benny.

11.51- 11.54 uur

Dispatcher: “Ik ga ne keer kijken in het wapenregister of er een wapen zou ingeschreven zijn.”

Brecht: “Ja, dat mag, maar ’k vermoede van niet.”

Dispatcher: “Inderdaad, geen wapens ingeschreven.”

Siska: “Ik heb Benny kunnen bereiken en Benny gaat een keer off the record passeren.”

Op de radio blijft het drie minuten stil.

11.57 uur

Siska: “113, Jelle. Voor de vaste post.”

Jelle: “Ja, Siska, we zijn nog efkes bezig hier in de Mezenstraat.”

Benny lijkt veel makkelijker met Lamine Bangoura te kunnen dialogeren dan de andere agenten. Op verzoek van Benny laat die z’n hond in de tuin en sluit de achterdeur. Hij wordt nu geattendeerd op zijn post.

De deurwaarder: “Ik zag dat hij de ongeopende brief met ons logo vastnam. Hij scheurde die open en las die. Hij zei dat hij die niet gezien had en dat hij veel problemen had.”

Op de radio blijft het negen minuten stil. De enige die we nog horen is hoofdinspecteur Bart.

12.06 - 12.07 uur

“Brecht, zij je in de mogelijkheid om ne keer telefonisch sitrep te geven?”

“113! 113! Voor de 95, over!”

‘Sitrep’ is een afkorting voor situation report. De agenten geven geen update meer. De slotenmaker verklaart achteraf dat een agent opmerkte dat de discussie wel erg lang duurde. “Waarmee blijkbaar werd bedoeld om de man vast te pakken.”

Willy: “Brecht en Jelle hebben hem vastgegrepen bij de armen en de nek. Jelle zette een armklem en Brecht zette een klem rond zijn nek. Hij stond toen nog recht. Ik ging naar beneden en nam zijn benen vast met de bedoeling Bangoura uit zijn evenwicht te brengen. Ilse nam ook een been vast. Dan hebben we hem uit evenwicht kunnen brengen. Dan hebben we hem met ons vieren voorover op de zetel gelegd op de buik. Jelle en Brecht probeerden hem in bedwang te houden door op zijn bovenlichaam druk uit te oefenen.”

Voor de woning maakt de assistent van de deurwaarder een foto. Hij stuurt die naar zijn zoon en schrijft: “Het is hier bagaar.” Om 12.08 uur begint hij ook te filmen.

Seconde 9. Ilse klapt haar telescopische wapenstok open.

Seconde 10. Benny: “Heeft er hier iemand strips?”

Seconde 12. Iemand antwoordt: “In den otto.”

Seconde 17. Iemand roept: “Rustig!”

Seconde 21. Iemand zegt: “Het is al gepasseerd, zie.”

Seconde 22. Benny: “Heeft er een van junder strips?”

Seconde 36. Vincent zit gehurkt toe te kijken en lacht terwijl Lamine Bangoura noodkreten uitslaakt.

‘Strips’ is West-Vlaams voor colsonbandjes.

Willy: “Benny heeft die strips aan zijn benen aangebracht met een derde strip tussen.”

Het filmpje laat zien hoe Brecht, Jelle en Willy Bangoura met z’n gezicht tegen een bankstel duwen. Ilse blokkeert halfweg het filmpje zijn benen. Benny loopt naar buiten. Hij vindt spanbandjes bij twee stadsarbeiders die zijn opgetrommeld om de inboedel af te voeren.

Ilse, achteraf: “Benny begint met spanbanden aan te zetten op het bovenlichaam. Hij brengt een spanband aan onder de buik om die dan naar boven te brengen om de armen van Bangoura mee vast te maken. Hoe Benny dat aanbracht heb ik niet gezien. Ik weet trouwens niet hoe men dat aanbrengt want dat is mij niet aangeleerd op de politieschool. Ook niet nadien.”

Het geduld van Bart is op. Hij belt Koen, die al weg is uit de Mezenstraat. Zes agenten om één man te overmeesteren, dat leek hem voldoende.

12.09 - 12.12 uur

Bart: “Euh, ik tracht al heel de tijd de 113 op te roepen. Blijkbaar reageren ze niet. Ei gij die mannen daar bij jou? ’t Is om ne keer telefonisch contact te nemen met mij voor ne sitrep.”

Koen: “Negatief. ’k Heb mij daarnet euh afgemeld. ’t Was daar lijk volk genoeg. ’k Zit nu in het centrum van Roeselare.”

Vaste post: “We krijgen geen contact meer met geen één van de ploegen ter plaatse in de Mezenstraat. Als ter ne keer iemand is die ook in die richting kan.”

112: “Ja 112 é dat begrepen. We gaan ne keer tot daar riejn.”

Koen: “112 moe jullie van verre komen? Anders, ’k zit in ’t centrum van Roeselare. De 634. ’k Wil kik ook nog wel ne keer were rijden anders.”

112: “Ja, da’s goed. (Onduidelijk), maar we gaan ons ook naar daar begeven. Ge kunt nooit weten dat we daar nodig zijn.”

Bart: “Ja, Koen. Zeg ne keer dat ze bellen met ne sitrep naar de 95.”

Koen rijdt terug. Hij treft voor de woning Vincent, de lachende agent. Later verklaart Koen aan het Comité P over de situatie in het huis: “Ik zag dat die man geboeid was met handboeien en strips rond zijn middenlichaam. Hij was zeer hevig aan het roepen en aan het proberen los te komen.”

Een vormingsdocument van het pedagogisch comité van de politie-opleiding van 10 juni 2010 zegt: ‘Wanneer een tegenstander wordt geïmmobiliseerd door op zijn lichaam te drukken, wordt zijn ribbenkast samengedrukt en is het mogelijk dat de tegenstander lucht nodig heeft of het bewustzijn verliest. Bewusteloosheid betekent een vitaal risico voor de persoon als deze druk niet wordt gestopt.’

In het filmpje zien we meerdere agenten tegelijk druk uitoefenen op een geboeide Lamine Bangoura. De assistent filmt niet langer dan 40 seconden. Een agent roept dat de assistent moet stoppen. Hij excuseert zich en loopt naar Sabrina.

De assistent, achteraf: “Ik vroeg haar om samen met mij een foto te wissen. De agente heeft de foto gewist. Het filmpje vonden we niet terug.”

12.14 - 12.15 uur

Koen: “Euh, ik ben hier te plaatse.”

Siska: “Ik heb just contact gehad met Willy, maar nu opnieuw niet meer. We hebben moeten een ambulance vragen. Wil je ne keer vragen dat ze inderdaad ne sitrep geven en info vragen over die persoon die moet overgebracht worden met de ambulance?”

Op de wake voor Bangoura in Roeselare was de sfeer gespannen.





Foto Henk Deleu Beeld Henk Deleu
Op de wake voor Bangoura in Roeselare was de sfeer gespannen.Foto Henk DeleuBeeld Henk Deleu

Tegenover het Comité P verklaart Willy dat hij Lamine Bangoura een kalmeringsmiddel wilde laten toedienen: “Ik kon mij herinneren dat ze dat soms doen, zodat mensen makkelijker meegaan.” Hij zegt dat hij te horen kreeg “dat ze dat niet meer doen”.

12.15 - 12.16 uur

Vincent: “Voor de sitrep hier ter plaatse. De persoon is onder bedwang. Hij is geboeid. De hond zit buiten. Er is geen onmiddellijk gevaar.”

Dispatcher: “Oké, 95 meebeluisterd.”

Vincent: “En de ambulance mag eventjes ter plaatse komen voor verzorging van diene kerel.”

Brecht: “Ja roger, vaste post. Ik vermoed dat de 100 door jullie nog niet ingelicht is?”

Hoofdinspecteur Bart wil graag meer info.

12.16 - 12.17 uur

Bart: “411 hier de 95, belt ne keer noa mie o je wilt.”

Bart: “112, de 95 hier. Probeer ook naar de 411 en de 113 te roepen. Dat lukt niet. Nu, zou je gij ne keer willen zeggen dat ze telefonisch contact moeten opnemen met mij.”

112: “Ja 95, dat is begrepen. We gaan dat doen. We zijn der bijkans.”

Agent Vincent, tegenover Comité P: “Enkele minuten voor de komst van de ambulance begon hij te kalmeren en werd hij gelost. Wij waren toen content, hij stampte niet meer en was rustig. Er stond schuim op zijn lippen, snot uit zijn neus. Het was niet proper.”

Ambulanciers Dave en Tom zijn na enkele minuten ter plaatse.

Dave: “We kregen voor we binnen gingen de toelichting van een politieagent dat de persoon agressief was geweest en dat hij zich nu plots dood veinsde, dat hij deed alsof hij dood was. Op een sofa lag een zwarte man op zijn buik. Hij was vastgebonden met handboeien op zijn rug, en er waren ook spanbanden. Hij bewoog niet. Hij maakte ook geen geluiden. Hij lag volledig stil.”

De ambulanciers voelen geen pols- of hartslag meer.

12.26 - 12.27 uur

Koen: “Euh hier de 634 over. Euh, kun je ne keer kijken of der ne mogelijkheid is om het Blauw Kruis dierenasiel Roeselare hier te contacteren en te vragen of dat ze die stafford hier kunnen komen ophalen?”

Dispatcher: “Ja, roger. ’k Ga ne keer kijken voor de contactpersoon.”

Koen: “Ja, roger. Dat is hier vlakbij, maar ’t is natuurlijk juist over de middag é.”

Dispatcher: “Ja, ’k ga ne keer bellen. ’k Zie dat het Buurt en Co is. ’k Moe bellen.”

Als we hem de situatie voorleggen reageert advocaat en expert dierenrechten Anthony Godfroid verbaasd: “Dat mag niet. De politie mag niet zomaar je hond naar het asiel brengen. Tenzij het baasje overleden is, natuurlijk.”

Officieel is Lamine Bangoura om 12.26 uur nog niet overleden. Op de politieradio zijn nu biepjes van een defibrillator hoorbaar.

12.27 uur

Vincent: “Flash flash. Mug gevraagd hier ter plaatse.”

Brecht: “Euh, is dat bericht begrepen? Dringend een mug gevraagd hier in de Mezenstraat.”

Dispatcher: “Ja, roger.”

Een niet eerder gehoorde stem richt zich tot Bart.

12.28 uur

Stem: “95, ’t ware misschien interessant om ook ne keer af te komen naar hier.”

Bart: “Kun je telefonisch contact opnemen met mij ook?”

112: “Ja Bart, dat is positief. ’t Is misschien aangeraden om hier ne keer ter plaatse te komen. De hulpdiensten zijn momenteel bezig met hartmassage van betrokkene. Dus, euh, misschien niet slecht dat je tot hier komt é.”

Ambulancier Tom: “De mug-arts en de verpleegkundige kwamen binnen en zeiden: ‘Oei, het is een reanimatie’. Als wij zelf de mug oproepen, geven we zoveel mogelijk info. In dit geval zou gezegd zijn dat de persoon bewusteloos was en de reanimatie gestart.”

De citaten op de politieradio werden uitgeschreven door de dienst Enquêtes van het Comité P.

Om 12.29 uur horen zij dit:

Bart: “’k Stel ekik geweun voor dat j’m overbrengt naar de klinieke. Daaraan kan ne kik nie vele veranderen é gasten. We kunnen dan binnen zien wat da we doen.”

De ouders van Lamine Bangoura: ‘Als we alle klachten tegen de agenten lieten vallen, mochten we het lichaam van onze zoon gratis gaan ophalen.’ Beeld Eric de Mildt
De ouders van Lamine Bangoura: ‘Als we alle klachten tegen de agenten lieten vallen, mochten we het lichaam van onze zoon gratis gaan ophalen.’Beeld Eric de Mildt

Tien seconden later zegt een stem, volgens het Comité P: ‘Ja (onduidelijk) aan te passe komen. Ja, kijk, ’k ga da hier zo deure geven aan de gasten.”

12.30 - 12.31 uur

Dispatcher: “Voor de ploegen in de Mezenstraat. Buurt en Co is ingelicht voor de ophaling van de hond.”

Er komt een melding over een jongen die is gevallen op de speelplaats. Ilse biedt aan om meteen daar naartoe te vertrekken. Na wat overleg zegt Ilse: “De 112 ga gaan.”

12.43 uur

Stem: “Colruyt, Diksmuidsesteenweg in Roeselare. Ze hebben daar ne heterdaad diefstal.”

Stem: “‘t Is begrepen. Helemale.”

Koen: “Kun je noteren. Betrokkene, hier Mezenstraat, is hier overleden.”

Bart: “Ja Koen, ik ben aan het komen, maar gezien het verkeer.”

Koen: “Ja roger, Bart. Ja, en ’k weet niet, ’t is misschien ook niet slecht om misschien daar alreeds Jean-Marc (de korpschef) van in te lichten. Over.”

Bart: “Ja, ’k ga dat doen als ik bij junder ben.”

De woning van Lamine Bangoura is nu een plaats delict. Als blijkt dat het filmpje toch niet is gewist, moet de assistent z’n gsm afgeven aan de politie.

Koen: “In opdracht van Bart reed ik na de feiten naar het commissariaat. Daar was er een korte debriefing. Wat er daar juist gezegd werd en wie er allemaal was, dat weet ik niet meer met zekerheid. Wat het doel was, weet ik niet.”

Diezelfde middag tikt Jelle een verklaring uit over de aanleiding tot het gespierd optreden: ‘Op een gegeven moment loopt Bangoura naar de zetel en gaat er bovenop staan. Brecht en Willy gaan daarop uit de woning. Ik kan pas op dat moment opmerken dat Bangoura in zijn rechterhand een steakmes verborgen houdt. Er is al een kleine bloedende wonde tussen zijn rechterduim en zijn wijsvinger.’

De agenten worden pas een maand na de feiten verhoord door het Comité P. Verschillende agenten beamen daar dat Bangoura meermaals met een mes zwaaide.

Brecht, tegenover het Comité P: “Hij sprong uit het niets in de zetel, op de zitting. Op dat moment zie ik dat hij in zijn rechterhand een mes vast heeft. Het lemmet was in de richting van zijn pols, zijn onderarm. Ik zie dat en roep ‘wapen’ naar mijn collega’s, zonder dat ik specifiek zei dat het een mes betrof. Ik ben zelf onmiddellijk naar buiten gelopen om mijzelf in veiligheid te brengen.”

Op de politieradio wordt hier geen melding van gemaakt, tenzij om 11:50 uur: “Ie had initieel ook een mes vaste. Allee, dat is nu achterwege.”

Enkele agenten kunnen zich achteraf niet herinneren waar het mes vandaan kwam. “Bangoura gooide het mes op een tv-meubel”, verklaart Jelle aan het Comité P. Hij zegt dat hij het mes van het tv-meubel wegnam en in de hal gooide. Ilse en enkele agenten zeggen dan weer dat Jelle het mes aan haar gaf. Ilse zelf zegt dat ze het mes in een berging heeft neergelegd, en daar wordt het achteraf ook teruggevonden. Als het Comité P Sabrina vraagt of dat het mes in kwestie is, antwoordt ze: “Ik zou niet weten hoe dat mes in die berging zou zijn gekomen. Of iemand dat mes heeft gemanipuleerd: dat weet ik niet.”

Als de deurwaarder, de assistent en de arbeiders worden ondervraagd, blijkt geen van hen een mes te hebben gezien. Agent Koen evenmin: “Ik heb nooit een mes gezien. Ik heb het enkel van horen zeggen.”

Op 8 mei 2018 wordt een autopsie uitgevoerd door wetsdokter Geert Van Parys. Bijgestaan door collega Werner Jacobs besluit hij dat de man is overleden als gevolg van restrain asphyxia, “verstikking bij een gefixeerde persoon in geagiteerde toestand”. Verstikking valt volgens de pathologen af te leiden uit “enkele kleine bloeduitstortingen in de structuren van het strottenhoofd”. Deze bevindingen wijzen op “(beperkte) mechanische geweldinwerking” ter hoogte van de keel. De wetsdokters schrijven: “Het is een gekend fenomeen dat het fysiek in bedwang houden van geagiteerde personen kan gepaard gaan met een zeer hoge mortaliteit.”

Op grond van dit rapport en het onderzoek door het Comité P stelde de raadkamer in Kortrijk de acht agenten deze zomer buiten vervolging. Volgens de beschikking zagen ze zich geconfronteerd “met bedreigend en agressief gedrag”.

Het autopsierapport somt alle kwetsuren op die Bangoura onderging: bloeduitstortingen en puntbloedingen op meerdere plekken van het lichaam, en dan vooral ter hoogte van de slaapspieren. Van één verwonding is in het rapport geen spoor terug te vinden: de snijwonde die Bangoura volgens Jelle zou hebben toegebracht aan zichzelf, toen hij het mes trachtte te verbergen achter zijn pols.

Misschien vond de wetsdokter die verwonding irrelevant. We legden het voor aan enkele wetsdokters. Moet een patholoog alle verwondingen vermelden?

Wim Van de Voorde, KU Leuven: “Wij proberen uiteraard steeds alle gedane bevindingen in ons autopsierapport te vermelden. Het zou fout zijn dat niet te doen want elke vaststelling kan naderhand van betekenis zijn.”

Werner Jacobs, UZ Antwerpen: “Ja dat wordt vermeld in het sectierapport. Alle letsels, recent, semirecent en oud worden beschreven.”

Volgens meerdere agenten was Bangoura ook onder invloed van drugs. Als we de in zijn bloed aangetroffen concentraties THC en cocaïne voorleggen aan toxicoloog Jan Tytgat (KU Leuven), mailt hij: “Het zijn gangbare concentraties die men bij recreatief gebruik tegenkomt.”

De ouders van Lamine willen hun zoon aanvankelijk laten begraven in z’n geboorteland Guinée. Kan niet, zo beslist onderzoeksrechter Marc Allegaert op 15 mei per brief: “Het lijk moet ter beschikking blijven in België.”

Het lichaam wordt overgebracht naar een mortuarium in het Brusselse, en daar ligt het nog altijd. “Eerst zeiden ze dat we voor de uitvaartkosten steun zouden krijgen van het OCMW van Willebroek, waar wij wonen”, zegt vader Jean-Pierre Bangoura. “Men stuurde ons door naar het OCMW van Roeselare. Daar stuurden ze ons terug naar Willebroek. De factuur is nu opgelopen tot om en nabij de 30.000 euro en er komt elke dag 25 euro bij. Eerder dit jaar was er een vergadering met mensen van het gerecht. Men stelde voor om alle klachten tegen de agenten te laten vallen, dan zouden we het lichaam gratis kunnen ophalen.”

De familie ging niet in op het verzoek.

(*) De namen van de agenten en de hoofd­inspecteurs zijn schuilnamen.

Advocaat agent: ‘We maken ons geen zorgen’

Het hof van beroep in Gent buigt zich op 10 november opnieuw over de zaak-Bangoura. Het parket-generaal meent dat de acht agenten niets te verwijten valt. In de vordering beschrijft advocaat-generaal Serge Malefason dat Lamine Bangoura ‘agressiever en agressiever’ werd en ‘er met een keukenmes werd gedreigd’. Een van de advocaten van de agenten laat dan ook weten zich ‘totaal geen zorgen te maken’.

De vordering zegt verder: ‘Bij aankomst van de ambulance communiceerde de politie nog met hem.’ Volgens de nieuwe advocaat van de familie, Alexis Deswaef, is dit in strijd met de audio-opnamen en de verklaringen van de ambulanciers.

Deswaef: “Er zijn veel tegenstrijdige verklaringen. De overste van de agenten organiseert pas na een maand een debriefing voor de agenten voor ze worden verhoord door het Comité P. Dit had nooit mogen gebeuren. Hadden ze de aangeleerde technieken correct toegepast, dan was Lamine nooit gestorven in hun handen.” Volgens Deswaef moeten de agenten worden doorverwezen naar de correctionele rechtbank.

Substituut Vincent Remy van het Kortrijkse parket ontkent dat hij aan de familie heeft voorgesteld om hun klachten te laten vallen in ruil voor het lichaam van Lamine. “Ik heb een vergadering met de familie belegd met het oog op herstelbemiddeling. De kwestie van het lichaam is daar aan bod gekomen, maar de concrete uitwerking van een verzoening gebeurt door de dienst herstelbemiddeling. Hoe die het concreet dacht in te vullen, kan ik u niet zeggen.”

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234