Het jaar dat kunstenaars in hun ivoren schelp kropen
jaaroverzicht: hedendaagse kunst
Brussel
Van onze medewerker
Luk Lambrecht
Het jaar 2003 werd gekenmerkt door het aantreden van de Oekraïense Amerikaan Peter Doroshenko, die de haast onoverbrugbare taak wacht om de flamboyante en charismatische Jan Hoet op te volgen in zijn S.M.AK.. Het was trouwens in onze musea niet allemaal koek en ei: de tentoonstellingen in het museum leden in 2003 aan bloedarmoede wegens een vacuüm in duidelijke leiding en Bart De Baere kwam in het MuHKA stilaan maar zeker op dreef met vooral in kunstkringen polemisch onthaalde interventies van kunstenaars in de vaste collectie.
De hoge verwachtingen in intendant Hugo De Greef om Brugge een zware impuls toe te dienen op het vlak van het institutioneler beter inbedden van hedendaagse kunst binnen het culturele weefsel van de stad bleef jammer genoeg haperen bij een droom. In Brussel als Vlaamse, Belgische en Europese hoofdstad snakt men opnieuw naar een goed onderbouwd plateau voor hedendaagse kunst. Het Paleis voor Schone Kunsten (BOZAR) kon op uitzondering van de fenomenaal boeiende retrospectieve van de Brusselse Amerikaan Peter Downsbrough het tij niet doen keren en kon zelfs niet eens als motor functioneren voor de beeldende kunst in Brussel.
Er is nu in Brussel zelfs geen centrum meer met de nodige en gerichte uitstraling voor hedendaagse kunst... Na mislukte pogingen van de bank Dexia met wijlen Michael Tarrantino als virtueel artistiek directeur staat in Brussel nu een groep kapitaalkrachtigen onder supervisie van (jawel) theaterman Hugo De Greef klaar om via het project Wielemans-Ceuppens in Vorst de hoofdstad mogelijks via de renovatie van de prachtige maar sterk vervallen Wiels-brouwerij de stad een nieuw kunstcentrum te gunnen tegen eind 2005. Brussel trok dit jaar vooral de aandacht met het fameuze kunst-koeien-project Art On Cows. Aan zee joeg Willy Vandenbussche de nodige wind doorheen het West-Vlaamse culturele en politieke establishment en toverde met nooit eerder geziene financiële middelen de publieksvoltreffer Beaufort uit zijn mouw. Helaas vielen de kunstingrepen aan de kust niet zelden op een onbegrijpelijke manier ten prooi van vandalen. Dirk Braekman, ook al schitterend aanwezig op de poëziezomer van Watou, kon ervan meespreken en zelfs Jan Fabre als cruciale kunstenaar met zijn mediagenieke schildpad in Nieuwpoort. Jan Fabre was een van de geviseerden in het uitzonderlijke debat over de stand van de hedendaagse kunst dat heel wat deining verwekte via het door De Morgen ruim verspreide pamflet over de kunstwereld I love art, you love art, we all love art, this is love van de Gentse filosoof Frank Vande Veire. Daarin werd op de eerste plaats de verregaande banalisering gehekeld in de media van het werk van kunstenaars zoals Jan Fabre en Wim Delvoye. Frank Vande Veire bond de kat de bel aan door erop te wijzen dat kunstenaars hun werk laten misbruiken voor spektakel en met de Franse situationist Guy Debord in gedachte leek het jaar van Jan Fabre inderdaad op een circus met de zee of een Koninklijk Paleis als decor. Het is de eerste keer dat een krant de discussie over de hedendaagse kunst zo breed kon opentrekken, al werd de tekst wel eens misbruikt om kunstenaars naar voren te schuiven die zich onheus behandeld voelden... Niettemin bleek het niveau van de discussie niet erg inspirerend - het bleef eerder beperkt tot het naar elkaar slingeren van strikt persoonlijke vetes. Kunstenaars en hun belangengroepen reageerden amper, kropen letterlijk terug in een ivoren schelp wachtend tot alles weer bij het oude bleef.
Ook de passage van de Belgen op de Biënnale van Venetië met Sylvie Eyberg en Valerie Mannaerts mondde uit in een trieste scheldtirade tussen Jan Hoet en Thierry De Duve.
De zomer van 2003 werd gedomineerd door een reeks tentoonstellingen van fantast Panamarenko, die als een grootmeester uitpakte in het Rubenshuis met een selectie ronduit schitterende tekeningen. Later op het jaar tekende Panamarenko bij Deweer Art Gallery in Otegem ook voor een van de beste galerietentoonstellingen van 2003.
Artistiek directeur Menno Meeuwis van het Openluchtmuseum Middelheim in Antwerpen bleef zijn beleid op een hoog kwalitatief peil houden met als absolute hoogvlieger de tentoonstelling van die andere Antwerpse fantast Luc Deleu. Die tentoonstelling bestond uit sculpturen/installaties met containers waarmee Luc Deleu niet alleen erg spectaculair uithaalde maar ook de kern van de onzichtbaar geworden wereldhandel aankaartte. In fel contrast stond die expo met die van de Brusselse Ann Veronica Janssens, die met heel subtiele ingrepen zoals het bedekken met glas van de openstaande luiken van het dure restaurant een zonderlinge poëtische noot toevoegde aan onze manier van waarnemen.
In het MuHKA wisselen de tentoonstellingen met het veranderen van de seizoenen. Werkelijkheidshorizonten was een moedige poging om een bescheiden overzicht te tonen van de hedendaagse kunst in het politiek en maatschappelijk sterk evoluerende Rusland. In de zomer organiseerde Bart De Baere drie tentoonstellingen rond het begrip multipel en naast de obligate van Panamarenko vielen de ontsluitingen van de oeuvres van wijlen Martin Kippenberger en Robert Filliou op als een verfrissende kijk op de recentere kunstgeschiedenis.
De Antwerpse galeries floreren als nooit tevoren - Antwerpen blijft dan ook het middelpunt van de private promotie van hedendaagse kunst in ons land. Naast de klassiekers zoals Micheline Szwajcer en Zeno-X gallery opende Stella Lohaus (dochter van Bernd Lohaus) een knappe maar moeilijke ruimte met een tentoonstelling van de Duitser Manfred Pernice die een van de beste galerietentoonstellingen werd van het jaar. Manfred Pernice maakte bij Stella ter plekke sculpturen van beton, hout en siertegels waarmee hij een sculpturaal tussengebied aanraakte dat nauw aanleunde bij architectuur. Galerie Micheline Szwajcer wist dit jaar een reeks museale tentoonstellingen op te zetten om U tegen te zeggen. David Claerbout, Joe Scanlan, Tobias Rehberger, Uri Tzaig en Daan Van Golden passeerden er de revue.
In het cultuurcentrum deSingel werd Moritz Küng aangetrokken als artistiek adviseur en met de tentoonstelling Urban Dramas wist hij een expo te bedenken waarin de stad als decor werd beschouwd voor allerhande menselijke drama's en situaties.
Met het krappe staatsbudget voor beeldende kunst knopen de centra voor beeldende kunst met moeite de eindjes aan elkaar. Netwerk in Aalst opende wel een nieuwe ruimte en kunsthalle Lophem viel op met presentaties van Anne-Mie Van Kerckhoven en Jef Geys. Opnieuw bewees Jef Geys in Lophem met Vrouwenvragen en in galerie Cum Laude in Mol met een project over zijn generatiegenoten dat kunst wel een brede opening kan vinden naar een ruimere belangstelling zonder daarom in te binden op het vlak van kwaliteit en inhoud.
Trouwens, onze (jongere) kunstenaars doen het lang niet zo slecht in het buitenland: David Claerbout, Koen van den Broek, Pieter Vermeersch, Gert Verhoeven, Hans Op de Beeck, Jan de Cock en Gert Robijns om er maar een paar op te noemen, worden regelmatig gesignaleerd in buitenlandse galeries en kunstcentra.
2003 was een goed jaar zonder meer, zonder echte uitschieters maar wel gekruid met veel discussie en discours, vooral in het perspectief van een hertekening van het Vlaamse kunstenlandschap en beleid dat via het kunstendecreet de beeldende kunst eindelijk op een zelfde niveau zal behandelen als de podiumkunsten.
2003 werd vooral gekruid met discussie