ReportageOeganda
Het drama van de langste schoolsluiting ter wereld: Oeganda zit na 660 dagen zonder onderwijs ‘in de shit’
Nergens moesten kinderen zó lang thuiszitten als in Oeganda. Liefst twintig maanden waren de scholen dicht vanwege corona. Gisteren gingen de deuren weer open. Maar, miljoenen kinderen zijn afgehaakt. Rose Nakibule, moeder van drie schoolgaande kinderen, geeft het bondig weer: ‘We zitten diep in de shit.’
Dat de langste corona-schoolsluiting ter wereld eindelijk voorbij is, is te merken bij de naaimachine van Sharon Mugenyi (24). Driftig duwt ze op het voetpedaal om snel nog even mondkapjes te stikken voor de meer dan duizend leerlingen die gisterochtend – voor het eerst in 660 dagen – weer op het appel werden verwacht van de Sint-Antoniusschool in Kampala, de hoofdstad van Oeganda. “Het is goed geld verdienen nu”, zegt Mugenyi met een brede lach.
Ze drukt zich nog zacht uit: ze heeft voor de Sint-Antoniusschool ook meer dan duizend schooluniformen gemaakt, een monsterklus waarmee ze in een week tijd omgerekend 1.000 euro verdiende. Veel Oegandezen doen hier een heel jaar over. “Het was zoveel werk dat ik vier of vijf anderen heb gevraagd om me te helpen”, zo vertelt Mugenyi temidden van tientallen andere naaisters die in een krap bemeten atelier in Kampala onafgebroken in de weer zijn met scharen, garen en voetpedalen.
Oeganda sloot op 20 maart 2020 de scholen en hield ze tot gisteren dicht, waarmee het de langste schoolsluiting ter wereld heeft gehad. Gevreesd wordt dat miljoenen kinderen zijn afgehaakt en de weg niet meer terugvinden naar de schoolbankjes. “Veel ouders en scholen zitten door de coronacrisis in de financiële problemen, ze kunnen zich het schoolgeld niet langer veroorloven”, zegt Mugenyi, die het vóór de pandemie nog vele malen drukker had bij de start van een nieuw schooljaar.
Afgedragen shirt
Een schooluniform is bijvoorbeeld niet langer nodig voor Swaibu Kateregga (17). Hij zou heus wel terug willen naar de middelbare school, maar in plaats van zijn officiële witte overhemd, blauwe pantalon en zwarte schoenen draagt hij nu een afgedragen shirt van voetbalclub Juventus, een sportbroek en een paar roze Crocs.
“Mijn vader verdient als elektricien niet langer genoeg om mijn lesgeld te kunnen betalen”, zo verklaart Kateregga met een droevige blik in zijn ogen. Samen met zijn broers Abas (15) en Umar (10), die ook niet meer naar school kunnen, leert hij nu in een door eenden en geiten omringd winkeltje, gelegen naast een moeras even buiten Kampala, hoe hij kapotte tv’s weer aan de praat krijgt. Kateregga: “Misschien kan ik als reparateur wat geld gaan verdienen.”
Hoeveel kinderen zoals Kateregga zijn afgehaakt, wordt deze week duidelijk nu de pupillen worden geacht zich weer bij de schoolpoorten te melden. Het Oegandese nationale planbureau schat dat liefst een op de drie kinderen mogelijk niet komt opdraven, al noemen sommige experts dit scenario te somber. Maar het gaat op een jonge bevolking hoe dan ook om duizelingwekkende aantallen. Voordat de pandemie uitbrak, zat een derde van de 45 miljoen Oegandezen op school. Leslokalen puilden uit en in Kampala ontstonden regelmatig kilometerslange files door ouders die hun kroost van en naar school reden.
Een andere bestemming
Kinderen zitten er niet meer op de Gewenste Bestemming, een lagere school waarvan de tien leslokalen nu worden verhuurd aan woningzoekenden. Omdat de directeur van de eenvoudige, particulier gerunde school sinds de gedwongen onderbreking geen inkomsten uit lesgelden meer binnenkreeg, en dus niet langer de huur kon betalen, besloot de eigenaar van het pand om de Gewenste Bestemming een andere bestemming te geven. Op de binnenplaats, tussen muren die vrolijk zijn beschilderd met cijfers, letters en een potlood met armpjes en beentjes, hangen nu gezinnen hun was te drogen en roeren vrouwen met houten lepels in dampende kookpotten. Uit een van de ‘woningen’, waarin nog een witgekalkt schoolbord valt te zien, klinkt luide rapmuziek.
“Ik moet er om huilen”, zegt Rose Nakibule (40), de moeder van drie van de 450 kinderen die nu naar een andere school moeten omzien, een klus die nog moeilijk gaat worden aangezien de Gewenste Bestemming de enige betaalbare optie was voor Nakibule, die haar geld verdient door op straat houtskool te verkopen. Nakibule is bang. Haar kinderen – Gerard, Bongole en Mariam – zijn pas 10, 8 en 6, waardoor ze al heel vroeg in hun leven op achterstand dreigen te komen. Op verbeten toon: “We zitten diep in de shit.”
Op hulp van de Oegandese regering hoeven ouders, docenten en schooleigenaren amper te rekenen. Publieke, door de overheid gerunde scholen kampen al jaren met een gebrek aan financiering, waardoor de kwaliteit van het onderwijs vaak ver onder de maat is. Zo houden leraren het door hun gebrekkige salariëring bijvoorbeeld dikwijls voor gezien. In zeker de helft van alle publieke scholen in Oeganda zijn minstens zes op de tien docenten stelselmatig afwezig, schat VN-organisatie Unicef. Bovendien bestaan schoolgebouwen op afgelegen plekken op het platteland soms uit weinig meer dan een rij stoelen onder een boom.
Een ware ravage
President Yoweri Museveni, die zich op 77-jarige leeftijd vooral bezighoudt met de vraag hoe hij zijn al 35 jaar durende, gemilitariseerde bewind nog langer kan oprekken, laat het onderwijs graag over aan de markt. Van de lagere scholen in Oeganda is 40 procent in particuliere handen, van de middelbare scholen maar liefst tweederde, en van de peuter- en kleuterscholen zelfs de volle 100 procent. Maar juist in deze ‘zelfvoorzienende’ sector is door de schoolsluitingen een ware ravage aangericht.
Zo kampt directeur Joseph Otara (41) met een typisch probleem van scholen die hun deuren wel weer willen opengooien: een schreeuwend tekort aan leraren. Tienduizenden particuliere docenten zijn in de afgelopen twintig maanden noodgedwongen op jacht gegaan naar ander werk. “De elf leraren die voor mij werkten, zijn nu timmerman of boer of winkelmedewerker, en zijn niet van plan om ooit nog les te geven”, zo vertelt Otara zittend op een houten lesbankje in zijn akelig lege middelbare school in Nkokonjeru, een dorp nabij de oevers van het Victoriameer.
Van de door president Museveni beloofde, financiële steun voor de particuliere sector heeft Otara niks gezien. En dat terwijl de docenten die nu nog op de banenmarkt zijn, meer salaris van hem eisen voordat ze met hem in zee gaan. “Voordat corona begon, betaalde ik een leraar 20.000 shilling (5 euro) per dag”, vertelt Otara. “Dat zal 25.000 worden, of misschien zelfs wel 30.000.”
Veel scholen in Oeganda proberen dit probleem op te lossen door de lesgelden te verhogen, maar menig ouder is door de ellenlange schoolsluiting juist huiverachtig geworden om ook maar iets vooruit te betalen, ook al is dat altijd de norm geweest. Otara: “Ouders zeggen tegen me: we willen eerst zeker weten dat jouw school ook echt weer opengaat. Ze hebben het vertrouwen in het systeem verloren.”
Otara schetst de hopeloze, vicieuze cirkel waarin sommige scholen zitten: “Hoe kan ik mijn school openen en de ouders overtuigen, als de ouders mij niet eerst betalen zodat ik nieuwe leraren kan inhuren?” Komt er geen oplossing, dan moeten de 112 leerlingen van Otara “op zoek gaan naar een nieuwe school”.
Jeugdige losbandigheid
Een van de vele leraren die het sinds de schoolsluitingen over een andere boeg heeft gegooid, is Sheilla Namara (27). Gehuld in een beige overall en zwarte veiligheidsschoenen klust de voormalige kleuterleidster een metershoge prijspaal voor een benzinestation in elkaar op een verder van mannen vergeven werkplaats in Kampala. “Voordat ik lerares werd, studeerde ik industrieel ontwerp, dat komt me nu mooi van pas”, vertelt Namara, terwijl ze met een enorme houtfreesmachine in de weer gaat.
Hoewel Namara zich geëmancipeerd opstelt – “De meeste mensen in Oeganda denken dat een vrouw niet in staat is om het werk te doen dat ik nu doe”, zegt ze trots – meent ze dat het erg belangrijk is, voor met name meisjes, om op te groeien met de regelmaat en tucht van de plaatselijke scholen die op het oude koloniale Britse systeem zijn geënt, en waarin de Bijbel een prominente rol speelt. “Als meisjes thuiszitten, worden ze makkelijk afgeleid, dat is riskant”, aldus Namara, die daarom blij is dat de scholen weer open mogen.
Vrees voor jeugdige losbandigheid houdt menig ouder, predikant en schoolhoofd in het uiterst godvruchtige Oeganda altijd al in de greep. Rose Nakibule (de moeder van de drie kinderen op de Gewenste Bestemming) zag tot haar leedwezen dat haar puberzoon Lawrence na de corona-schoolsluiting van huis wegliep en marihuana begon te roken en te dealen. “Hij zag tijdens de schoolsluiting hoe klasgenoten van hem geld gingen verdienen met dealen en opeens met een nieuwe telefoon rondliepen, en dat bracht hem op gedachten”, zo meent Nakibule.
Van Brennan Ekoyu (17) mogen ouders en leraren zich juist wel wat minder met de jeugd bemoeien. Hij greep de schoolsluiting aan om via een kanaal op TikTok zelfgemaakte filmpjes de wereld in te sturen waarin hij de draak steekt met de ‘vreselijk strikte’ opvattingen van veel Oegandese schoolleiders. Als inspiratiebron voor zijn video’s, die bij elkaar 24 miljoen keer zijn bekeken – waarin hij zich soms met een pruik en een jurk uitdost als een lerares –, gebruikt Ekoyu onder meer zijn eigen, katholieke kostschool. Daar werd hem bijvoorbeeld eens verboden om op het grasveld simpelweg tegen een bal te trappen.
“Scholen eisen vaak dat je ‘heiliger bent dan gij’”, zo sneert Ekoyu, die na de heropening teruggaat naar school, alwaar het lastig voor hem zal worden om nog langer snedige filmpjes te produceren. Toch ziet hij uit naar het weerzien: “Te veel striktheid is niet goed, maar school is natuurlijk wel gewoon heel erg belangrijk. Ik ben blij dat ik de kans krijg om verder te leren.”
Amir Kakande
Zoals veel adolescenten in Oeganda twijfelt ook Amir Kakande (18) of hij nog wel terug naar school wil, na bijna twee jaar van afwezigheid. “Ik zou kwijtraken wat ik in de tussentijd heb opgebouwd”, zegt hij in het stalletje van amper twee bij twee meter waarin hij tegenwoordig versnellingskabels, smeerolie en andere benodigdheden voor brommertaxi’s verhandelt. Veel stelt het zaakje niet voor, nee, maar omdat hij in de avonduren zelf ook nog bijklust als brommerchauffeur, kan Kakande op een goede dag toch omgerekend 7,50 euro verdienen. “Geld verdienen geeft me voldoening. Hopelijk word ik rijk van mijn werk, want dan kan ik zeggen dat het slim is geweest om niet terug naar school te gaan.”
Barbara Nakaziwe
Barbara Nakaziwe (20) wil niet meer terug naar school omdat ze zich daar niet langer op haar plek zou voelen. “Ik ben onderhand gewoon te oud. Toen mijn middelbare school in maart 2020 dichtging was ik 18 en zat ik in de derde, dat ging nog net, maar nu ben ik al 20.” Sinds de schoolsluiting werkt ze in een kleine kiosk van haar oudere zus, ze verkoopt er onder meer telefoonhoesjes, oordopjes en batterijen. Omgerekend 40 euro houdt ze er per maand aan over. Nakaziwe wil nog wel leren, maar dan enkel om een concrete vaardigheid onder de knie te krijgen. “Zoals haren knippen, ik wil een haarsalon beginnen. Ik wil iets leren waarmee ik meer geld kan verdienen, en dat doe ik niet door nog lessen aardrijkskunde of wiskunde te volgen.”