✦
Happy days
Tijdens de designweek van Milaan, een paar weken geleden, pochten de grote meubelfabrikanten meer dan anders met hun erfgoed. Ze toonden klassiek geworden banken, stoelen, lampen en tafels uit de piekjaren van het modernisme naast nieuwe ontwerpen, vooralsnog zonder geschiedenis.
De tijd dat de reusachtige stands op het Salone del Mobile elk jaar werden volgepropt met alleen maar nieuws, lijkt voorbij.
Misschien hebben de fabrikanten begrepen dat niet iedereen in eenafgelikt showinterieurleeft. En dat mensen door de regel nostalgisch zijn.
De generatie van mijn grootouders hield van donker, massief eikenhout. Mijn ouders verkozen art deco. En mijn generatie is, heel snel samengevat, perfect tevreden met Eames-stoelen en kasten van Pastoe.
Vintage is met andere woorden onderhevig aan de grillen van de mode. De jaren vijftig zijn gegeerder dan de jaren dertig, en de jaren zeventig rukken op. De markt voor meubilair uit de negentiende eeuw en vroeger is in elkaar gezakt. Het woord antiek wordt nog nauwelijks gebruikt, al is vintage niets anders dan antiek in een schapenvacht (of eerder, een stofje van Kvadrat).
De meubelfabrikanten proberen onze nostalgie ten gelde te maken met hun eigen erfgoed.
Dat is goed. Maar het is ook gevaarlijk.
Ja, die oude meubels zijn vaak prachtig. En inderdaad, we hebben genoeg spullen, en er zijn ongetwijfeld al genoeg meubels op de wereld. Net zoals er objectief gezien genoeg films zijn. Genoeg auto's, genoeg romans, genoeg handtassen.
We kunnen ons verdere leven lang alleen nog luisteren naar popmuziek uit 1963 (yeah, yeah, yeah), en ons televisiekijken beperken tot reruns van Taxi, Cheers en Happy Days. Alleen nog Fred Astaire en Ginger Rogers in de cinema. En dat kan volstaan.
Maar ik geloof toch liever in vooruitgang.
Geniet van deze 138 parels van pagina's!
Mode- en designredacteur Jesse Brouns