Voetbal
Hans Vanaken: ‘Ik voetbal niet voor het geld’
Voor de aftrap tegen Anderlecht krijgt Hans Vanaken zijn gepersonaliseerde Gouden Schoen. Club Brugge moet zondagavond de kloof met leider Genk verkleinen, anders lijkt de titel gaan vliegen.
Het interview is afgenomen donderdagochtend, na de Premier League-match tussen Man United en Man City. Hans Vanaken (26) zag een stukje van de eerste helft. “Mijn vrouw was bezig met iets, ik lag in de zetel en heb even gekeken. Van zodra Lauren erbij kwam, hebben we iets anders opgezet”, zegt hij. “Ik moet niet per se voetbal zien, hoor. Ik blijf zelfs niet thuis voor een wedstrijd op televisie. Vroeger, toen ik klein was, keek ik wél. Met mijn papa en mijn broer zaten we altijd klaar voor de Champions League-wedstrijden. Dat was telkens bijzonder, want het competitievoetbal was op Canal Plus en dat hadden we niet.”
Vind je niet dat een voetballer topvoetbal op televisie moet volgen?
Hans Vanaken: “Neen. Sommigen vinden van wel. Iedereen moet dat voor zichzelf uitmaken.”
Als je bij de nationale ploeg bent, heb je dan de indruk dat de Hazard-broertjes, Lukaku, De Bruyne en co. de Belgische competitie volgen?
“Ik vroeg mij dat ook af, de eerste keer dat ik werd opgeroepen. Ze vragen af en toe iets, maar de gesprekken gaan toch vooral over internationaal voetbal, over de sterren. Ik luister dan graag, dat zijn mooie verhalen. Dries Mertens vertelt bijvoorbeeld weleens over Carlo Ancelotti. Voor mij is dat toch allemaal ver van mijn bed.”
Is jouw wereld drastisch veranderd sinds je de Gouden Schoen won? Kreeg je meer aandacht?
“Eigenlijk is dat niet anders dan voorheen. De dag na het Gala was druk, de tweede dag ook nog, maar daarna is het gaan liggen."
Krijg je op zo’n moment ook berichtjes van mensen die je al jaren niet meer gehoord hebt?
“Die krijg ik ook na een landstitel of een bekerzege. Je hebt ze máánden niet gehoord of gezien.”
Maar Hans Vanaken, die is dezelfde gebleven?
“Dat kunnen jullie van de pers best beoordelen, toch? Ik ben niet anders gaan voetballen, ik heb geen andere uitstraling, ik ben mij niet beter gaan voelen. Ik heb ook geen moeite om met mijn voeten op de grond te blijven. Zo ben ik opgevoed: ‘Doe normaal.’ Stel dat ik op een dag een tattoo had gewild, dan hadden mijn ouders dat waarschijnlijk wel uit mijn hoofd gepraat. Maar het is nooit bij mij opgekomen. Ik heb nooit zot willen doen, ook nooit met geld willen smijten of zo.”
Hoe ging dat toen je aardig begon te verdienen? Controleerden je ouders je uitgaven?
“Ik had een eigen rekening, maar tot ik 20 jaar was keken ze mee. Ik vond dat normaal. Daarna zeiden ze: ‘Je bent oud genoeg, nu.’ Het is nooit een probleem geweest.”
Is jouw karakter soms niet een nadeel? In een interview met Wesley Sonck na Club-Standard legde Sonck jou voor: ‘Ben je niet te braaf? Moet je niet meer de bal opeisen in periodes dat het minder vlot loopt met de ploeg?’
“Ik heb graag elke bal, ik ga mij nooit wegsteken, zélfs niet als ik slecht in de match zit. Maar moet ik uit mijn krammen schieten als een medespeler een andere oplossing ziet? Na elke wedstrijd krijgen wij statistieken te zien: ik heb veruit de meeste baltoetsen van de ploeg. Wel zou ik soms de bal sneller moeten krijgen, naar mijn gevoel. Heel veel tegenstanders passen zich aan, de ruimtes zijn klein en de momenten waarop ik vrij sta worden steeds beperkter. Dan moet ik de bal sneller toegespeeld krijgen.”
Frustreert het jou als zo’n Yatabaré (Antwerp) negentig minuten lang als een hondje achter je aanloopt? Of zie je het als een erkenning?
“Vroeger frustreerde mij dat meer. Ik snap niet dat je je zo kunt opofferen om een hele match achter iemand aan te rennen. Aan mij zouden ze het niet moeten vragen, zo zie ik voetbal niet. Maar ik beschouw het als een erkenning. Het wil zeggen dat ze schrik hebben van mij.”
Heb jij vaak te maken met trash talk?
(schudt het hoofd) “Ik maak zelden ruzie op een veld. Ik ben ook geen vuile speler, met mijn duels ga ik niemand kwaad maken.”
Wordt in de groep geklaagd over de VAR?
“Wij maken ons enórm druk, terwijl het gebruik van beelden net goed zou moeten zijn voor de gemoedsrust van iedereen. Maar het is elke week hetzelfde. Ik heb nog liever een scheidsrechter die zich vergist in een fractie van een seconde dan een VAR die zich vergist na het zien van tien beelden. Ik heb al eens tegen mijn vrouw gezegd: ‘Ze zouden de VAR beter afschaffen.’”
Geef eens drie namen die bij jou op je Gouden Schoen-formulier zouden staan voor de eerste stemronde van 1 januari 2019 tot nu.
“Malinovski al zeker, Samatta en Wesley.”
En wat vindt Hans Vanaken van Hans Vanaken over die periode?
“Ik was gewoon goed, denk ik. Ik hield mijn niveau aan: eens een mindere wedstrijd, maar ook een paar hele goeie. Ik speel nu zes jaar in eerste klasse en vier seizoenen haalde ik telkens dubbele cijfers voor zowel goals als assists. Dat is toch redelijk constant?”
En toch is er tot vorig jaar vaak kritiek geweest.
“Ik heb er mijn slaap niet voor gelaten, hoor. Ja, de kritiek was soms te veel. Mijn eerste vier maanden bij Club zijn de moeilijkste geweest. Ik speelde twee weken wel, twee weken niet… Ik miste ritme en toen kon ik de commentaren wel begrijpen. Maar eenmaal ik alles kan spelen, haal ik gewoon mijn cijfers.”
Jij hebt kilometers nodig om rendement te halen?
“Ik wel, ja, andere spelers niet. Dries Mertens krijgt vaak het etiket supersub. Dat is een kwaliteit, maar dat zul je nooit van mij kunnen zeggen.”
Wat vind je van je cijfers in deze play-offs: twee goals en drie assists?
“Niet verkeerd.”
Maar is het niet jammer dat je uitgerekend tegen Racing Genk en Antwerp twee mindere matchen speelt?
“Ik was niet de enige. Laat mij het zo stellen: ik kan de ploeg naar een hoger niveau brengen, maar ik heb de ploeg nodig om zelf een hoog niveau te halen. Neem de wedstrijd tegen Genk. Wij zetten hen vast en zij zetten ons vast. Maar hún lange ballen hadden een idee en die van ons niet. De ene werd naar hier getrapt, de andere naar daar… Wij kwamen totaal niet aan voetballen toe en dan heb je niet super veel aan mij.”
Moet jij op zo’n moment niet roepen: ‘Geef mij de bal, en we gaan voetballen’?
“Dat liet Genk niet toe. Wij hadden gewoon lang op Wesley moeten spelen en aansluiten, zoals zij voortdurend Malinovski zochten.”
Is het toeval dat Club in de problemen komt tegen ploegen die jullie uit jullie comfortzone halen (Moeskroen, Genk, Antwerp) en jullie meenemen in de duels? Club Brugge is ‘voetbal or bust’.
“Dat is niet waar, want op die manier hebben we onze competitiematch thuis tegen Antwerp met 5-1 gewonnen. Hoe vaak hebben wij de tegenstander al niet weggezet op power?”
‘We zijn te soft', sprak Ivan Leko maandag op de Bosuil.
“Wat je dan ook hoort: ‘Ze winnen de tweede bal niet.’ Maar dat heeft vaak niks te maken met duelkracht of een gebrek aan agressiviteit. Wij stropen best wel de mouwen op. Soms is het gewoon pech. Je gaat een duel aan en de bal valt per toeval in de voeten van een ander. (lacht) Soms moet je het ook niet té moeilijk willen maken.”
Omschrijf Leko eens in één woord.
“Trots.”
Vormer.
“Luidruchtig.”
Dennis.
“Speelvogel.”
Wesley.
“Monster.”
Van comfortzone gesproken: heb je gelezen wat Thomas Meunier onlangs vertelde? ‘Vanaken zou zijn plek hebben bij PSG. Maar het is een kwestie van ambitie. Vanaken zit nu in zijn comfortzone.’
“Ik heb het gelezen, ja. Mooie woorden. Maar ik begrijp niet waarom mensen een beeld hebben van mij als zou ik niet ambitieus zijn. Tuurlijk wil ik het hoogst haalbare uit mijn carrière, maar dat wil niet zeggen dat ik naar om het even waar in het buitenland vertrek. Het zal iets moeten zijn waar ik mij echt goed bij voel.”
Zie jij jezelf op een dag in China spelen?
“Neen.”
Het Midden-Oosten?
“Misschien, maar zeker niet voor mijn dertigste. En eigenlijk, later met kinderen moet je ook niet meer naar daar.”
Voor het geld.
“Ik voetbal niet voor het geld. Ik heb van mijn hobby mijn werk kunnen maken en ik vind het nog altijd even plezant om te trainen en wedstrijden te spelen. Toen ik van Lommel naar Lokeren trok, ging mijn loon omhoog en toen ik van Lokeren naar Club ging ook. Met elk contract dat ik getekend heb, was ik tevreden. Ik zou ook niet weten wat andere spelers hier verdienen.”
Dus net zo goed heeft Club jou een kat in een zak verkocht.
(lacht) “Wie weet.”