NieuwsHaïti
Haïti vraagt VS troepen te sturen, maar Biden lijkt er weinig voor te voelen
De regering van Haïti heeft de Verenigde Staten gevraagd om troepen te sturen voor de bewaking van de belangrijke onderdelen van de infrastructuur. President Biden heeft daar weinig zin in.
Met hulp van Amerikaanse troepen zouden de Haïtianen hun luchthaven, haven en brandstofreserves veilig willen stellen. Het Amerikaanse ministerie van Defensie heeft verklaard het verzoek te bekijken, maar president Biden is vrijwel zeker huiverig voor een nieuwe Amerikaanse militaire aanwezigheid in het buitenland.
Vorige week werd de Haïtiaanse president Jovenel Moïse in zijn huis vermoord. De moord volgde op maanden van politieke onrust en oplaaiend bendegeweld. Vorige maand blokkeerden bendes de belangrijkste weg naar het zuiden van het eiland, waardoor de toegang tot de benzinereserves werd afgesneden.
Tegenover persbureau AP verdedigde de Haïtiaanse minister voor Verkiezingen Mathias Pierre het verzoek om Amerikaanse hulp. “Laten we het land in chaos vervallen? Staan we toe dat privé-eigendom wordt vernield en dat mensen vermoord worden? We vragen niet om een bezetting, maar om een kleine troepenmacht.”
Na de verwoestende aardbeving van 2010 stuurde de toenmalige president Obama duizenden militairen naar Haïti. Biden wil juist de aanwezigheid van Amerikaanse troepen op buitenlands grondgebied verminderen. Anderzijds is hij bevreesd voor een vluchtelingencrisis als Haïti verder in chaos vervalt, terwijl hij al worstelt met een dergelijke crisis aan de Mexicaanse grens.
De Amerikanen zouden wel troepen kunnen leveren aan een vredesmacht van de Verenigde Naties. Haïti heeft ook de VN om troepen gevraagd, maar daarvoor is eerst een mandaat van de Veiligheidsraad nodig. Een vorige ‘stabiliseringsmissie’ van de VN tussen 2004 en 2017 werd overigens als een mislukking beschouwd. De peacekeepers werden beschuldigd van seksueel misbruik en andere schendingen van de mensenrechten, introduceerden een cholera-epidemie die duizenden Haïtianen het leven kostten en lieten het land even berooid, verdeeld en gewelddadig achter als bij aankomst.
Huurmoordenaars
De Verenigde Staten en Colombia besloten vorige week om agenten van de politie en de inlichtingendiensten naar Haïti te sturen, om te helpen bij het onderzoek naar de moord op Moïse. De aanslag werd vorige week woensdag uitgevoerd door een commando van 26 Colombianen en twee Amerikanen van Haïtiaanse afkomst die als tolk zouden hebben optreden. Van dit commando werden 17 mannen gearresteerd en drie gedood, terwijl er nog acht op de vlucht zijn.
Volgens de Colombiaanse legerchef generaal Navarro verlieten de 17 arrestanten tussen 2018 en 2020 het Colombiaanse leger. Ze zouden als huurling zijn ingeschakeld door vier bedrijven. Colombiaanse ex-soldaten, veelal getraind door de VS, zijn aantrekkelijk voor private beveiligingsbedrijven omdat ze ervaring hebben met de strijd tegen rebellen en drugskartels. ‘Colombiaanse huurlingen: geoefend, goedkoop en beschikbaar’, kopte de Colombiaanse krant El Tiempo vrijdag. Colombianen doken de afgelopen jaren op in Jemen, Irak, Israël en Afghanistan. Ook worden ze vaak ingezet als lijfwacht of als huurmoordenaar voor drugshandelaren en grootgrondbezitters.
“Als een economische onderklasse wordt geleerd om te vechten en niet veel anders, kunnen ze moeilijk terecht in de burgermaatschappij, behalve bij private beveiligingsbedrijven”, zei onderzoeker Paul Angelo van de Council on Foreign Relations in The New York Times.
De vrouw van Francisco Uribe, een van de gearresteerde Colombianen, zei dat haar man was gerekruteerd voor 2.700 dollar per maand door CTU, een privaat beveiligingsbedrijf uit een voorstad van Miami waar veel Colombianen wonen. In Colombia zou hij ongeveer 400 dollar hebben verdiend.
De Colombianen waren uitvoerders. De vraag blijft wie de moord op Moïse heeft beraamd. Amerikaanse en Haïtiaanse waarnemers vragen zich of Haïtiaanse veiligheidstroepen bij de aanval betrokken waren, schrijft The New York Times. Volgens het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken is het opvallend dat geen enkele bewaker van de president gewond lijkt te zijn geraakt tijdens de aanval en dat er zelfs geen schotenwisseling is geweest tussen bewakers en aanvallers.
