Maandag 29/05/2023

Nieuws

Haïti glijdt steeds verder weg in bendegeweld terwijl VS en Canada aarzelend toekijken

Een man zoekt een plek om met zijn zoon te schuilen voor het bendegeweld, op weg van school naar huis, in Port-au-Prince, Haïti.  Beeld Ralph Tedy Erol / Reuters
Een man zoekt een plek om met zijn zoon te schuilen voor het bendegeweld, op weg van school naar huis, in Port-au-Prince, Haïti.Beeld Ralph Tedy Erol / Reuters

Haïti dreigt kopje onder te gaan in extreem bendegeweld, waarschuwen de Verenigde Naties. De organisatie roept op tot internationaal ingrijpen. Maar de VS en Canada spelen elkaar al maanden de hete aardappel door.

Joost de Vries

‘Ik ren/ ik ren/ tot ik buiten adem ben/ ik ben geen atleet/ ik ben niet sportief/ ik ren nog steeds/ niet voor een mooi lichaam/ niet voor een sixpack/ ik ren op zoek naar een straathoek/ ik zie andere mensen rennen/ wie stapt als eerste over de grens van de dood/ we rennen/ we rennen allemaal/ op zoek naar hoeken om ons achter te verschuilen.’

De jonge dichter en derdejaars literatuurstudent Tchadensky Jean Baptiste werd dinsdag geraakt door ‘een verdwaalde kogel’ in de Haïtiaanse hoofdstad Port-au-Prince. De Haïtiaanse krant Le Nouvelliste publiceerde zijn laatste gedicht. Jean Baptiste werd dodelijk getroffen op het plein Champs de Mars recht tegenover het Nationaal Paleis. Zijn universiteit prees hem als “een van onze meest belovende studenten” en bleef uit rouw op woensdag dicht.

Verdwaalde en gerichte kogels

De jonge artiest is één gezicht in een lange en groeiende lijst – vaak anonieme – doden die vielen sinds in juli 2021 president Jovenel Moïse werd vermoord en het toch al wankele land verder afgleed in chaos. Alleen al dit jaar werden 531 mensen gedood.

In de hoofdstad is de teloorgang van de Haïtiaanse staat het best zichtbaar. Kogels, verdwaald en gericht, zijn aan de orde van de dag in Port-au-Prince, stad van ongeveer een miljoen mensen, vrijwel geheel in handen van criminele bendes. Geen plek in de hoofdstad is nog veilig. In de eerste twee weken van maart werden hier 208 mensen gedood en ruim honderd mensen gekidnapt.

Geen onderscheid tussen bendeleden en burgers

Op de dag dat Tchadensky Jean Baptiste werd doodgeschoten, verstuurde Marta Hurtado, woordvoerder van het VN-mensenrechtenbureau, een (zoveelste) noodkreet aan de wereld. Het Caribische Haïti, toch al het armste land van het westelijk halfrond, dreigt volledig kopje onder te gaan in een spiraal van extreem geweld. “In een strijd om territoria worden confrontaties tussen bendes steeds gewelddadiger”, schreef de VN-vertegenwoordiger.

Grote delen van het land, dat 11,5 miljoen inwoners heeft, zijn in handen van criminele organisaties. Het geweld is alom aanwezig en maakt geen onderscheid tussen bendeleden en gewone burgers. “De meeste slachtoffers werden vermoord door scherpschutters die volgens getuigen willekeurig schieten op mensen in hun huizen en op straat.” Vrouwen worden verkracht, studenten en scholieren zijn hun leven niet zeker en kinderen worden gerekruteerd door de bendes.

Zwakke overheid

Het mensenrechtenkantoor van de VN zit met de handen in het haar. Een ‘wake-upcall’ van hoge commissaris Volker Türk, die in februari Haïti bezocht, leidde nog niet tot internationale actie. Vandaar dat de organisatie deze week opnieuw “de internationale gemeenschap” opriep om zo snel mogelijk een “speciale ondersteuningsmacht” te sturen.

Dat verzoek is verre van nieuw: het ligt al een half jaar op de tafel van de VN-veiligheidsraad. Begin oktober vroeg de omstreden Haïtiaanse premier Ariel Henry al om militaire interventie. Henry beloofde na de moord op Moïse het land naar nieuwe verkiezingen te leiden, maar die kwamen er tot nog toe niet. De ongekozen interim-premier wordt gewantrouwd door veel Haïtianen. Zijn zwakke overheid is geen partij voor de steeds machtigere bendes.

Politie op straat in Port-au-Prince, Haïti. Beeld Ralph Tedy Erol / Reuters
Politie op straat in Port-au-Prince, Haïti.Beeld Ralph Tedy Erol / Reuters

Bij gebrek aan andere gesprekspartners krijgt Henry het voordeel van de twijfel van de Verenigde Staten. Toch ging president Joe Biden nog niet verder dan het sturen van materiële steun aan de zwakke Haïtiaanse politie. De VS zijn terughoudend in het sturen van militairen nadat eerder Amerikaans, en door de VN geleid, militair ingrijpen Haïti geen steek verder hielp. Bovendien heeft Biden weinig zin in nieuwe militaire avonturen na het Afghanistan-debacle.

Zelf geweld indammen

In plaats daarvan probeert de Amerikaanse president al maanden Canada over te halen om zich te ontfermen over de hete aardappel. Biden besprak de kwestie deze donderdag opnieuw tijdens een bezoek aan de Canadese premier Justin Trudeau in Ottawa. Hoewel Canada aanvankelijk interesse toonde om een internationale interventiemissie te leiden, krabbelde Trudeau toch terug. Hij voelt meer voor politietraining om Haïti te helpen zelf het geweld in te dammen, zei hij vorige week.

“Deze kogel had iedereen kunnen treffen”, schrijft de wanhopige universiteit die een van zijn meest geliefde studenten verloor. Terwijl Haïti afglijdt, resten alleen strijdbare woorden. “We kunnen deze situatie niet oneindig tolereren. Dit raakt onze eer en waardigheid. Haïti zal winnen!”

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234