NieuwsHaïti
Haïti alweer getroffen door ramp: zeker zestig doden na ontploffing tankwagen
Een vrachtwagen die benzine vervoerde kwam dinsdagavond tot ontploffing in een woonwijk in het noorden van Haïti. Daarbij kwamen zeker 60 mensen om het leven en raakten honderden anderen gewond. Maar juist vanwege een brandstofcrisis kunnen ziekenhuizen de gewonden nauwelijks helpen.
Een tankwagen met meer dan 40.000 liter benzine reed dinsdagavond door een woonwijk in de stad Cap-Haïtien, toen de bestuurder de controle over het stuur verloor. Volgens ooggetuigen moest hij plots uitwijken voor een motorfiets, waarna de wagen kantelde. Een menigte van mensen die brandstof - een bijzonder schaars goed in Haïti - wilden aftappen, verzamelde zich op de plaats van het ongeluk. Korte tijd later ontplofte de wagen, waarbij alles in de nabije omgeving in één klap werd verbrand.
‘Onze stad betreurt de dood van meer dan zestig mensen en honderden gewonden’, schrijft de gemeente Cap-Haïtien op Twitter. Plaatsvervangend burgemeester Patrick Almonor zei dat er ook twintig huizen in vlammen op zijn gegaan en dat het ‘onmogelijk is om de lichamen te identificeren’. Foto’s en video’s op sociale media laten zien hoe de zwartgeblakerde straat vol ligt met verschroeide lichamen, sommige door reddingswerkers al afgedekt met witte doeken.
Op Twitter bevestigde premier Ariel Henry van Haïti dat de explosie en de daaropvolgende brand tientallen doden en gewonden heeft veroorzaakt. Hij kondigde drie dagen van nationale rouw af ‘ter nagedachtenis aan de slachtoffers van deze tragedie die het hele Haïtiaanse volk diep heeft geraakt’. Ook schreef Henry dat hij noodziekenhuizen in de getroffen stad laat bouwen om de vele gewonden te verzorgen.
Gebrekkige stroomvoorziening en brandstofcrisis
De twee nabijgelegen ziekenhuizen kunnen de grote toestroom van gewonden niet aan. ‘We hebben niet de middelen om het aantal mensen met serieuze brandwonden te behandelen’, vertelde een verpleegkundige aan persbureau AFP. ‘Ik ben bang dat we hen niet allemaal kunnen redden.’ De ziekenhuizen hebben grote tekorten aan zowel personeel als materialen en vroegen andere ziekenhuizen en zelfs de lokale bevolking om hulp.
Haïti kampt al jarenlang met een gebrekkige stroomvoorziening, waardoor huizen, bedrijven en zelfs ziekenhuizen voor elektriciteit afhankelijk zijn van generatoren. Maar machtige bendes die brandstofwagens kapen en leveringen blokkeren, hebben het armste land van Noord-Amerika de afgelopen maanden in een ernstige brandstofcrisis gestort. Die crisis maakte dat veel mensen dinsdagavond hun leven wilde wagen voor wat benzine.
Het tekort aan brandstof zorgt namelijk niet alleen voor een gebrek aan elektriciteit. Zonder benzine kan er niet worden gereden, waardoor de toevoer van water, voedsel en materialen opdroogt en bijvoorbeeld personeel de ziekenhuizen niet meer kan bereiken. Vorige maand waarschuwde hulporganisatie Artsen zonder Grenzen al dat de gezondheidszorg in Haïti op instorten staat als gevolg van de tekorten.
De brandstofcrisis is voor het ongeveer 11 miljoen inwoners tellende Caribische land slechts de volgende in een reeks van rampen. Haïti worstelt al jaren met een zware economische crisis en veel criminaliteit. De onveiligheid is snel toegenomen sinds de moord op president Jovenel Moïse in juli en de zware aardbeving in augustus, waarbij meer dan 2.200 mensen om het leven kwamen. Steeds grotere delen van het land worden gecontroleerd door Haïtiaanse bendes, terwijl de armoede en honger de bevolking teisteren.