AchtergrondRacisme
Haar ouders werden 20 jaar geleden vermoord door een racistische buurman, nu organiseert Kenza Isnasni een herdenkingsmars
Zaterdag is het twintig jaar geleden dat Habiba El-Hajji en Ahmed Isnasni vermoord werden door hun racistische buurman. Hun dochter Kenza houdt de herinnering levend met een herdenkingsmars. Al wil ze het verhaal van haar ouders niet herleiden tot dat van hun dood.
7 mei 2002. Rond vier uur in de ochtend dringt een gewapende Hendrik Vyt (79) het appartement van zijn buren binnen. Daar liggen Ahmed Isnasni (47), Habiba El-Hajji (45) en vier van hun vijf kinderen te slapen. Vyt opent het vuur op de familie.
De twee ouders overlijden ter plaatse. Ook Yassine (11) en Walid (6) raken gewond. Ze doen alsof ze dood zijn om Vyt te misleiden. Dat lukt. Ze weten zich te verschansen in de badkamer en ontsnappen uiteindelijk met de hulp van buren. Ook Kenza (19) en Abdelmounaïm (17) doen dat. Zij ontsnappen aan de kogels en worden door een buurman geholpen langs de achterkant van het gebouw te ontsnappen.
Vyt komt uiteindelijk om in de brand die hij zelf stichtte in het appartement. Naar zijn beweegredenen is het niet ver zoeken. “Het was een racistische misdaad, er zijn geen andere woorden voor.” Dat zei Kenza Isnasni enkele dagen na het drama op de begrafenis van haar ouders in het Josaphatpark in Schaarbeek. Vyt, een aanhanger van het toenmalige Vlaams Blok, had in de dagen voor de moord gezegd dat “aangezien Jean-Marie Le Pen niet is verkozen (hij verloor de toenmalige presidentsverkiezingen in Frankrijk van Jacques Chirac, red.), zullen we zelf van hen af moeten raken”.
Op diezelfde begrafenis belooft Isnasni dat haar ouders niet vergeten zullen worden. Die belofte komt ze na: komende zaterdag organiseert Isnasni een herdenkingsmars. Om 13.30 uur zal ze samen met iedereen die dat wil verzamelen in de Vanderlindenstraat in Schaarbeek, op de plek waar het drama zich afspeelde destijds. Van daaruit trekken ze naar het Josaphatpark voor een plechtigheid. “Die herinnering levendig houden is belangrijk”, zegt Isnasni vandaag. “Met die getuigenis en dat engagement wil ik blijven herinneren aan het feit dat sommige uitspraken kunnen leiden tot moord.”
Verwijst ze daarmee naar de huidige situatie? Op politiek vlak verschilt die niet zo gek veel van die van twintig jaar geleden. Extreemrechts doet het met Vlaams Belang goed in de peilingen in Vlaanderen. In Frankrijk moest Marine Le Pen, dochter van, twee weken geleden maar nipt de duimen leggen voor Emmanuel Macron in de presidentsverkiezingen. Isnasni gaat er liever niet op in. “Ik ben geen politiek analist. Ik steek mijn werk liever in iets positiefs en constructiefs door te getuigen.”
Migratiegeschiedenis
Al draait deze getuigenis voor haar om meer dan louter de dood van haar ouders. “Habiba en Ahmed zijn geen geesten die zijn komen neerdalen en met het verglijden der tijd zullen uitvagen”, zegt Isnasni. “Ze waren twee Belgische burgers van Marokkaanse origine die hier geleefd hebben. Ik ben de derde generatie van migranten die naar dit land kwamen, mijn ouders de tweede. Mijn grootvader heeft hier de Brusselse metro helpen bouwen.”
Dat verhaal van arbeidsmigratie is onvoldoende gekend in ons land, vindt Isnasni. “Ik vind het jammer dat we nog altijd moeite hebben om die passage uit de geschiedenis – die toch al zo’n vijftig jaar achter ons ligt – op te nemen in de lessen op school. Terwijl ik denk dat het kan helpen een wal te vormen tegen extremisme. De generatie van mijn grootouders is niet naar België gekomen om te profiteren van de sociale zekerheid, wel omdat ze gerekruteerd werd en er handen tekort waren in België. Het is wat ons vandaag toelaat om te leven in deze infrastructuur.”
Het is een van de redenen waarom Isnasni er sinds vorig jaar voor ijvert om dat deel van de Verlindenstraat waar zij vroeger woonden te veranderen in de Habiba en Ahmedstraat. “Ik vind geen enkele straatnaam in Brussel die mijn identiteit weerspiegelt”, zegt ze. “Terwijl ik vind dat deze identiteit deel uitmaakt van het bredere, Belgische verhaal. Veel mensen wachten daarop. Ik heb veel gereisd in mijn leven, zeker in de Verenigde Staten. Daar zie je verschillende straten die dat wel doen. Op dat vlak lopen we nog achter in België.”
Foundation
De pandemie zette dat engagement kracht bij. Isnasni zag “bijna een hele generatie verdwijnen” als gevolg van Covid-19. “Veel van de mensen uit de eerste generatie zijn intussen gestorven”, zegt ze. “Ze zijn verdwenen zonder een spoor achter te laten.” Door deelnemers aan de herdenkingsmars op te roepen portretten van ouders en grootouders mee te dragen wil Isnasni dat verhaal zichtbaar maken.
Om die reden richtte Isnasni vorig jaar de Habiba-Ahmed Foundation op, waar onder andere de Belgische prinses Esmeralda erelid van is. Ze getuigde vorig jaar ook in de Canvas-documentaire Kinderen van de migratie.
Waar haalt ze die kracht eigenlijk vandaan, om ondanks dat familiedrama te blijven ijveren voor begrip? In de eerste plaats uit haar geloof, zegt ze. Daarnaast wist ze vrijwel meteen na de dood van haar ouders dat ze een boodschap aan hun dood wilde verbinden, ook al wist ze toen niet meteen wat die moest zijn. “Daarvoor heb ik negentien jaar moeten wachten. Ik heb mijn eigen parcours doorlopen, mijn studies opnieuw opgenomen en vrijwilligerswerk gedaan.” Wat gaf dan uiteindelijk de doorslag? “Uitgenodigd worden op scholen en praten met kinderen die nog niet geboren waren toen de feiten zich afspeelden. Hen vertellen over mijn verhaal en hun ogen zien veranderen: het is wél mogelijk om iets positiefs te doen, zelfs na zo’n drama.”