NieuwsChina
Haalt China de VS in als grootste economie? Er zijn steeds meer twijfels
China haalt de Verenigde Staten nog dit decennium in als de grootste economie ter wereld, was altijd de aanname. Maar de twijfels groeien of het onder Xi Jinping wel zover komt. Alleen Chinese economen houden de moed erin.
Jarenlang leek het een vaststaand gegeven: China zou de Verenigde Staten inhalen als grootste economie ter wereld, vrijwel zeker nog voor het eind van dit decennium. Maar steeds meer economen trekken die voorspelling in twijfel. De Chinese groei vertraagt, en leider Xi Jinping voert een controversieel economisch beleid. Dat heeft ook gevolgen voor China’s opmars als politieke en militaire supermacht.
Eind vorige maand bleken de groeicijfers voor het derde kwartaal met 3,9 procent ver onder het jaardoel van 5,5 procent te liggen. De Amerikaanse economie groeit weer na twee kwartalen krimp. Voor heel 2022 wordt in China een groei van 2,8 tot 3,2 procent voorspeld, voor de VS 1,5 procent tot 2,3 procent.
Die on-Chinees lage cijfers – na een jaarlijkse groei van gemiddeld 6,7 procent in het afgelopen decennium – doen veel economen een lang onbetwiste prognose bijstellen: dat China’s bruto nationaal product nog dit decennium boven dat van de VS zou uitstijgen. Een Brits en een Japans onderzoekscentrum stelden onlangs hun voorspelde omslagpunt met een paar jaar uit: van 2028 naar respectievelijk 2030 en 2033. Andere economen stellen dat het er nooit zal komen.
“China is niet het eerste land dat de grootste economie ter wereld wil worden”, aldus Michael Pettis, professor financiën aan Peking Universiteit, in een programma op de Chineestalige versie van Deutsche Welle. “In de jaren zestig dacht mensen dat de Sovjet-Unie tegen de jaren tachtig de grootste economie ter wereld zou worden. Daarna dacht iedereen dat Japan de VS in een paar decennia zou inhalen. Maar daar is natuurlijk niets van uitgekomen.”
Decennialange mirakelgroei
Op zich is een groeivertraging een normaal verschijnsel tijdens China’s overgang van lagelonenland naar middeninkomenseconomie. China’s decennialange mirakelgroei werd aangedreven door investeringen in infrastructuur en vastgoed, waarin het land een enorme inhaalbeweging had te maken. Maar dat groeimodel is uitgewerkt. Xi Jinping zelf zegt niet langer hoge groei na te streven, maar “groei van hoge kwaliteit”: gebaseerd op consumptie, export en hoogwaardige industrie.
Een groter probleem is dat Xi die omslag wil maken op basis van discutabel economisch beleid. Hij greep in 2020 zo hard in bij projectontwikkelaars dat hij een vastgoedcrisis uitlokte, en hij voert de staatsinmenging in de economie zo ver op dat privéondernemers zich terugtrekken. Daarbovenop houdt hij vast aan een economisch destructief zerocovidbeleid. En dat terwijl China met een krimpende arbeidsbevolking en torenhoge schuldenberg al voor structurele moeilijkheden staat.
Xi’s beleid zet economen ertoe aan hun langetermijnprognoses bij te stellen. Volgens de Australische denktank Lowy Institute zal de groei tot 2050 in plaats van de voorspelde 4 tot 5 procent slechts 2 tot 3 procent bedragen. De Amerikaanse economie wordt als structureel sterker gezien. “Dat zal op zijn minst het moment waarop China de VS inhaalt naar achter duwen, en maakt het waarschijnlijker dat China daar nooit toe in staat zal zijn”, aldus de denktank in The Wall Street Journal.
Volgens het Britse onderzoeksinstituut Capital Economics is het waarschijnlijkste scenario dat “tragere productiviteitsgroei en een krimpende beroepsbevolking China ervan zullen weerhouden de VS ooit in te halen”, aldus Mark Williams, hoofdeconoom Azië van dat instituut.
Bnp-wedloop is imagokwestie
Voor een deel is de bnp-wedloop tussen China en de VS een imagokwestie. China is in termen van handel en productie al de grootste economie ter wereld, maar loopt ver achter op het vlak van bnp per inwoner. De VS inhalen qua landelijk bnp zou vooral een propagandaslag zijn. “Als China substantieel in zijn groei vertraagt, heeft dat impact op China’s capaciteit om macht uit te stralen”, aldus Lawrence Summers, voormalig Amerikaans minister van Financiën, in The Wall Street Journal.
Maar of China nou nummer 1 wordt of niet, als het land een structurele groeivertraging kent, dan zal dat geopolitieke gevolgen hebben. Met beperkte middelen zal de Chinese Communistische Partij een keuze moeten maken tussen broodnodige sociale voorzieningen als gezondheidszorg, ouderenzorg en pensioenvoorziening, en de grote ambities op het vlak van nationale veiligheid en industriepolitiek. Een project als het Belt and Road Initiative, een ambitieus infrastructuurplan langs een nieuwe zijderoute, wordt dan mogelijk onbetaalbaar.
Chinese economen houden vol dat China de VS zal inhalen. Ze erkennen dat het omslagpunt vertraging heeft opgelopen, maar zeggen dat het sowieso zal gebeuren. “Sinds de uitbraak van de pandemie staan zowel China als de VS voor economische uitdagingen”, zegt Ma Wei, onderzoeker aan het Instituut voor Amerikaanse Studies. “Maar de positieve langetermijntrend is niet veranderd en China zal meer maatregelen nemen om economisch herstel te ondersteunen.”
Het is nog steeds erg waarschijnlijk dat China de VS zal inhalen, stelt Ma. “Of dat in 2030 of 2035 gebeurt, doet er niet zoveel toe.”