Hemelpostaan Coolio
Gunter Van Assche: ‘Even leek het weer 1995. Helaas moest je daarvoor het tijdelijke inruilen voor het eeuwige’
In Hemelpost zeggen we vaarwel aan hen die in 2022 zijn komen te gaan. Gunter Van Assche, journalist, schrijft een brief aan Coolio, de Amerikaanse rapper die op 28 september overleed. Hij werd 59 jaar.
Yo Coolio,
Heel even was je dit voorbije jaar weer wereldberoemd. Je gezicht prijkte andermaal paginagroot in de kranten, je wereldhit ‘Gangsta’s Paradise’ was alweer niet van de radio weg te borstelen. Even leek het weer 1995. Helaas moest je daarvoor het tijdelijke inruilen voor het eeuwige.
Eerlijk is eerlijk: we waren je helemaal uit het oog verloren. De dood maakte je opnieuw een dag of drie onsterfelijk. Je zou het met trots aanschouwd hebben: eerherstel voor een eendagsvlieg. Na heel wat ploeteren in de marge beleefde je een kortstondig moment de gloire, om dan onverbiddelijk weer in de vergetelheid te raken. In 1995 was er een jaar lang geen ontkomen aan jou: ‘Gangsta’s Paradise’ groeide zelfs uit tot een van de best verkochte hiphopsingles van het decennium. Ineens kreeg ook je coiffure, een soort Medusa-dreadlocks, tijdelijk wereldfaam.
De eerste noten van die song – een sample van Stevie Wonders heerlijke ‘Pastime Paradise’ – volstaan nog steeds om meteen mee te rappen: ‘As I walk through the valley of the shadow of death, I take a look at my life and realize there’s nothin’ left’. De songtitel refereerde sarcastisch aan het getto, de lyrics verwezen dan weer naar de uitzichtloosheid van studenten in kansarme wijken.
Jij was ooit zo’n jongen. Als puber raakte je aan crack verslaafd en stond je bekend als jeugdige delinquent. Muziek was letterlijk de reddingsboei die je nodig had om niet te sterven in de straten van Compton. Zo werd je even een lichtend voorbeeld voor heel wat zwarte jongens uit the hood. Alleen woog je muzikale erfenis uiteindelijk te licht om dat te blijven. Aan werkethiek ontbrak het je nochtans niet, helaas wel aan songs die konden tippen aan het legendarische ‘Gangsta’s Paradise’ of de theme song van de jeugdreeks Kenan & Kel.
Mag ik je een tragisch figuur vinden? Tot aan je dood bleef je er heilig van overtuigd dat je nog minstens één wereldhit in je mouw had zitten. Daar dacht de wereld duidelijk anders over. Vlak voor je overlijden moest je om den brode zelfs op tour met andere aan lagerwal geraakte sterren, zoals Vanilla Ice: het soort neprapper waarmee je jaren geleden vast niet eens geassocieerd had willen worden. Eigenlijk was je voor de millenniumwisseling al op de dool. Je singles raakte je aan de straatstenen niet meer kwijt, je zocht uiteindelijk je redding in slappe realityshows als Big Brother UK en Marriage Boot Camp. Slag om slinger kwam je ook met justitie in aanraking, voor diefstal, wapenbezit en andere pietluttige vergrijpen. En bij rehabcentra was je vaste klant, vertelde een van je zoons na je dood.
‘I’m 23 now, but will I live to see 24?’, vroeg je je vertwijfeld af in ‘Gangsta’s Paradise’. Uiteindelijk haalde je nipt de 59. Je werd levenloos op de grond van een toilet aangetroffen. Hartstilstand. Daarmee sluit je de rangen met een erbarmelijke rouwstoet aan celebrity’s als Elvis Presley, Lenny Bruce en Judy Garland, die allen het leven lieten in het kleinste kamertje. Neen, het was geen heroïsch heengaan. Maar je knipte het licht wel in stijl uit: volgens een van je tien kinderen lag een serene glimlach om je lippen bestorven. “He had a smile on his face when it was checkout time.” In die laatste seconde droeg je je artiestennaam met grote waardigheid.