AchtergrondEconomie
Grote bedrijven misbruiken inflatie om hoge prijzen te vragen, denkt de Belg. Maar klopt dat ook?
Liefst zeven op de tien Belgen denken dat grote bedrijven de prijsstijgingen gebruiken om hun winstmarges te verhogen. Dat energiebedrijven woekerwinsten hebben geboekt het afgelopen jaar, staat als een paal boven water. Maar is dat wantrouwen ook in andere sectoren terecht?
Wie even googelt of ‘grote bedrijven winstmarges boeken door de energiecrisis’, mag niet verbaasd zijn door het wijdverspreid wantrouwen onder consumenten. Sinds de start van de oorlog in Oekraïne haalden energiebedrijven meermaals de krantenkoppen door hun woekerwinsten. En ook onder meer speculaasfabrikant Lotus Bakeries en chemiereus Solvay boekten in de eerste helft van 2022 mooie nettowinsten.
Uit een onderzoek van Testaankoop blijkt dat zeven op de tien consumenten denken dat grote bedrijven de prijsstijgingen van het afgelopen jaar niet alleen gebruiken om hun eigen stijgende kosten af te dekken, maar ook om hun winsten stevig op te krikken. 41 procent vindt dat zijn energieleverancier niet duidelijk communiceert over prijsstijgingen.
En de Belgische en Europese overheid, die staan er volgens meer dan de helft maar wat bij en kijken ernaar. Is de argwaan van velen terecht, en drijven sommige bedrijven de prijzen kunstmatig op? Of is er toch meer aan de hand?
Supersterbedrijven
Een rapport dat de Nationale Bank begin deze week publiceerde, nuanceert in ieder geval het beeld dat alle bedrijven winsten blijven boeken te midden van de crisis. Hoewel de brutowinstmarge van Belgische bedrijven in het laatste kwartaal van 2022 met 44,9 procent nog altijd historisch hoog is, is die wel licht gedaald ten opzichte van het vorige kwartaal. Bovendien voorspelt hetzelfde rapport dat die daling zich in 2023 en 2024 verder zal zetten tot dicht bij het gemiddelde (39,5 procent) uit de periode van 1999 tot 2019. Vooral de automatische loonindexering, die in januari in veel sectoren moet worden toegepast, zou bedrijven de komende jaren minder marge geven.
Maar ook niet alle bedrijven haalden afgelopen jaar zo’n hoge winst. “Een doorsneebedrijf maakt niet meer winst dan vroeger”, zegt econoom Gert Bijnens, die het rapport van de Nationale Bank schreef. “De hoge brutowinstmarge voor de hele economie wordt voornamelijk gedreven door zogenaamde supersterbedrijven. Dat zijn een duizendtal bedrijven, ofwel de top één procent, die ongeveer de helft van de tewerkstelling en toegevoegde waarde in België vertegenwoordigen.” Concreet gaat het dan om bedrijven uit de Bel-20 zoals AB Inbev, of buitenlandse bedrijven die in België actief zijn zoals Pfizer.
De warme bakker om de hoek boekte het afgelopen jaar dus niet genoeg winst om hem ervan te verdenken de prijzen van eclairs onverantwoord hoog te zetten. Of de ‘supersterren’ dat wel deden, is minder gemakkelijk af te leiden. “Grote bedrijven kunnen doorgaans technologie beter inzetten en betere contracten met leveranciers onderhandelen”, zegt Bijnens. “Daardoor zijn ze mogelijk beter voorbereid op de gevolgen van een crisis.”
Daarnaast zijn er nog tal van redenen te bedenken waarom een bedrijf het afgelopen jaar winst maakte: een heropleving van de sector na de pandemie, zoals in het geval van transport, of de lancering van een innovatief nieuw product waardoor het tijdelijk de prijs kon zetten.
Concurrentie
We mogen ook niet te naïef worden. Uiteraard zijn er bedrijven die misbruik maken van de inflatie, al zullen ze dat nooit zelf toegeven. Maar wie een beetje verstand heeft van de werking van vraag en aanbod, haalt ze er al snel zelf uit. “In sommige sectoren is de concurrentie zodanig hoog, dat je het je als individueel bedrijf niet kan veroorloven om de prijzen artificieel te verhogen”, zegt professor economie Jan De Loecker (KU Leuven). “Maar in een industrie met een mono- of oligopolie, zoals de energie- of telecomsector, is een bedrijf daar veel vrijer in.”
Maar alle schuld op de bedrijven steken, zou te gemakkelijk zijn. Als consument kies je er eveneens voor om een product aan een hoge prijs te kopen of niet. Zolang een iPhone van 2.000 euro populair blijft, kan Apple zijn prijzen blijven verhogen, luidt de redenering. “Maar bij basisnoden, zoals energie of voeding, gaat dat argument natuurlijk niet op”, zegt De Loecker.
Dan rest de vraag: kan de overheid in zulke sectoren ingrijpen? Voor energie werkte de Europese Unie al een prijsplafond uit. En op Belgisch niveau heeft minister van Energie Tinne Van der Straeten (Groen) een taks op overwinsten van energiebedrijven ingevoerd. Maar dat is niet voldoende, meent Testaankoop. “We hopen dat de overheid luistert naar deze boodschap en ze ernstig neemt”, zegt woordvoerder Laura Clays. “Veel consumenten vinden dat er meer controle moet zijn op die stijgende prijzen, in alle sectoren.”
Ook De Loecker spoort de overheid aan om te zorgen dat nieuwe spelers gemakkelijk tot de markt kunnen toetreden. “In de sectoren waar een of een paar bedrijven veel marktmacht hebben, zijn er vaak hoge opstartkosten. Terwijl competitie juist een heel effectieve manier is om te zorgen dat een bedrijf bij een economische schok niet zomaar alles extra aan de klant kan doorrekenen.”
Daarnaast is er volgens de professor economie meer data nodig om te onderzoeken welke bedrijven te hoge prijzen vragen. “In de Verenigde Staten worden die zaken wel centraal verzameld. Hier doet de markt dat zelf, en dat resulteert in weinig toegankelijke en vooral heel dure datasets.”