Sociale dumping
Groot onderzoek naar loonslaven in Belgische transportsector
Oost-Europese arbeiders die met minibusjes worden aangevoerd, in hun camion leven en zich afbeulen voor een hongerloon. Het gerecht is een onderzoek gestart naar een internationaal carrousel van sociale dumping en mensenhandel.
"De uiterst moeilijke werkomstandigheden van de Roemeense arbeiders geven aanleiding tot vermoedens van mensenhandel." Het federaal parket verwijst in een persbericht naar de schrijnende uitbuitingspraktijken bij Jost, een belangrijke spelers op de Belgische transportmarkt. Een grootscheepse controleactie door de Belgische autoriteiten legde een gesofisticeerd systeem van sociale dumping bloot.
Tachtig politieagenten en veertig inspecteurs vielen maandag binnen bij verschillende vestigingen van Jost. Ze voerden een twintigtal huiszoekingen uit in België, Luxemburg en Slovakije. Vier personen werden opgepakt. Het parket spreekt van "een mogelijke criminele organisatie" die door Belgen wordt geleid en actief is in België, Luxemburg en Roemenië. "Ze wordt verdacht van sociale dumpingpraktijken op een zeer grote schaal", aldus het parket.
Van de baan
Jost zou in 2016 meer dan 1.100 Oost-Europese arbeiders hebben aangegeven bij de sociale zekerheid van Luxemburg, hoewel ze in België werkten. Op die manier omzeilde de organisatie de Belgische sociale zekerheid. Een trucje om de Oost-Europeanen - vooral Roemenen - een lager loon te betalen dan waar ze recht op hadden. Het parket spreekt van “uiterst moeilijke werkomstandigheden” waarbij ze tot zes weken in hun camion woonden en lange dagen klopten.
Zelf ontkent Jost die aantijgingen, maar het bevestigt wel dat er huiszoekingen zijn geweest. Het bedrijf belooft volledig mee te werken aan het onderzoek. "Wij zijn op alle niveau's volledig in orde", klinkt het.
"Lange dagen zijn op zich normaal in de transportsector, maar er zijn grenzen die niet overschreden mogen worden", zegt Ludo Beck, adviseur-generaal van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg. "Chauffeurs mogen tien uur per dag rijden en moeten om de 4,5 uur pauzeren. Helaas zien we dat chauffeurs daar ver boven gaan. Ik heb ooit een man ontmoet die al 44 uur achter het stuur zat. Zo’n gevallen moet je echt van de baan halen."
Frank Moreels, secretaris-generaal van de Belgische Transportarbeidersbond (BTB), strijdt al tien jaar tegen sociale dumping. "Er is geen enkel probleem met Oost-Europese chauffeurs, op voorwaarde dat ze voldoende worden betaald. Maar daar knelt het schoentje. Een gewone chauffeur verdient in België 1.900 à 2.000 euro bruto per maand. Bij Oost-Europeanen is dat gemiddeld 700 à 900 euro, met minima rond de 300 euro."
Volgens het parket spaarde Jost op drie jaar tijd 55,3 miljoen euro uit aan lonen en belastingen.
Open en bloot
Heimwee, isolatie, alcohol: veel truckers leven in erbarmelijke omstandigheden. Moreels: "Ze zijn maanden van huis omdat hun karige loon in België nog altijd beter is dan de werkloosheid in eigen land. Maar de meesten zijn ongelukkig. Ze werken, eten en slapen in hun cabine. Hun kinderen zien ze amper. Sommigen hebben een televisietje om de tijd te doden. Anderen spreken tijdens hun pauzes af op een parking. Dan wordt er wel wat afgedronken."
Dat een groot transportbedrijf zoals Jost zich schuldig zou maken aan sociale dumping, zelfs mensenhandel, verbaast Moreels allerminst. "De arrogantie bij werkgevers is groot", zegt hij. "De praktijken gebeuren open en bloot. Ze schamen zich er niet eens voor."
Kentering
Het goede nieuws is dat er beterschap op komst is. Moreels spreekt zelfs van "een kentering" in de strijd tegen sociale dumping. De voorbije maanden liepen verscheidene bedrijven tegen de lamp. Dat is het resultaat van een actieplan dat door voormalig staatssecretaris voor fraudebestrijding Bart Tommelein (Open Vld) in gang werd gezet. "Dat plan begint nu stilaan te renderen", zegt Moreels.
Zijn opvolger, Philippe De Backer (Open Vld), is tevreden met het resultaat. "Dit onderzoek toont aan dat onze inspectiediensten, de politie en justitie goed op elkaar zijn ingespeeld", zegt hij. "De strijd tegen oneerlijke concurrentie, vooral in het transport en de bouw, is een prioriteit. Zo controleren we steeds strenger op postbusbedrijfjes", aldus De Backer.
In januari stelde de Unie van Professionele Transporteurs en Logistieke ondernemers (UPTR) vast dat steeds meer beginnende transportondernemingen hun activiteiten weer verplaatsen naar België. Een hoopvol signaal dat volgens de UPTR in de toekomst nieuwe jobs kan opleveren.