Gratieverzoek Israëlische militair die Palestijn doodschoot afgewezen
De Israëlische president Reuven Rivlin heeft het gratieverzoek afgewezen van de militair die een straf van 14 maanden uitzit wegens het doodschieten van een ongewapende Palestijnse arrestant. Volgens Rivlin was de straf al verlaagd en zou gratie niet op zijn plaats zijn.
Op videobeelden die de hele wereld rond gingen, was te zien hoe de 19-jarige Elor Azaria in maart 2015 in de stad Hebron de gewonde Palestijn Abdel Fattah al-Sharif doodschoot. De Palestijn had kort tevoren een Israëlische militair neergestoken. Azaria zei te vrezen dat de man, die door collega's buiten gevecht was gesteld, een bomvest droeg.
De krijgsraad was niet overtuigd van zijn getuigenis en veroordeelde hem voor doodslag. Dat vonnis werd in hoger beroep bevestigd. Toch kreeg hij, zeer tegen de zin van de Palestijnse regering, slechts een straf van anderhalf jaar, die later nog werd gereduceerd tot 14 maanden.
De Israëlische premier Netanyahu pleitte voor gratie van Azaria. Vorige maand diende minister van Defensie Avigdor Lieberman daartoe een officieel verzoek in. Maar dat werd nu dus afgewezen. Lieberman betreurt het besluit van Rivlin. Volgens hem laat de president de kans lopen om 'een einde te maken aan een affaire die ons land schokte'.