NieuwsJournalisten
Gevaarlijk jaar voor journalisten en fotografen: al meer persmedewerkers gedood dan in heel 2021
De oorlog in Oekraïne heeft de wereld in 2022 een stuk gevaarlijker gemaakt voor journalisten. Sinds januari zijn volgens de internationale journalistenbond IFJ al 67 verslaggevers en andere persmedewerkers tijdens hun werk omgekomen. Dat zijn er twintig meer dan vorig jaar.
Oekraïne, dat zich sinds eind februari tegen de inval door Rusland verdedigt, is met twaalf doden onder journalisten het gevaarlijkste land voor de pers. In de eerste oorlogsmaand kwamen daar al zeven journalisten om het leven. De Oekraïense freelanceverslaggever Dilerbek Sjakirov was twee dagen na het begin van de invasie de eerste. Hij werd doodgeschoten in de provincie Cherson, in het zuiden van Oekraïne.
Het aantal omgebrachte journalisten had het afgelopen decennium juist een daling ingezet, blijkt uit de cijfers van de International Federation of Journalists (IFJ). De 47 doden van vorig jaar waren zelfs het laagste aantal in twintig jaar. Dat het aantal gedode journalisten nu weer toeneemt, is volgens IFJ-baas Anthony Bellanger “een waarschuwing aan regeringen over de hele wereld om actie te ondernemen ter verdediging van de journalistiek”.
Onder de doden zijn hoofdredacteuren, verslaggevers, correspondenten, columnisten, fotografen, cameramensen en assistenten. Ze kwamen dit jaar in totaal in 21 landen om het leven. In Mexico en Haïti, twee landen die door bendegeweld geteisterd worden, vielen onder journalisten respectievelijk elf en zes doden.
Sommige overlijdens zijn breed uitgemeten in kranten en journaals. Toen de Britse journalist Dom Phillips van onder meer The Guardian in juni in het Amazonewoud vermist raakte, werd de zoektocht naar hem bijvoorbeeld op de voet gevolgd. Na ruim een week werd zijn lichaam en dat van zijn Braziliaanse reisgenoot gevonden. Men vermoedt dat hun dood te maken had met de illegale visserij in het gebied.
Op de lijst van de IFJ staan echter ook journalisten met minder bekendheid. Toen de verslaggever Sabre al-Haidari, die werkte voor de Japanse staatsomroep, in juni in Jemen vermoord werd door een autobom, haalde dat amper het nieuws. Over de eveneens in Jemen omgekomen freelanceverslaggever Fawzi Al Wafi is nog minder te vinden.
64 journalisten vermist
Mogelijk ligt het totale aantal omgekomen journalisten nog hoger. Zo zijn volgens het internationale Comité ter Bescherming van Journalisten op dit moment wereldwijd 64 journalisten vermist. Soms duurt het even voordat een overlijden wereldkundig wordt. In mei bleek bijvoorbeeld dat de Oekraïense fotojournalist en blogger Ihor Hudenko, die werkte voor lokale media, al op de dag van zijn vermissing in februari om het leven was gekomen in Charkiv. Omdat die stad toen onder vuur lag, was hij direct begraven.
Turkije is naast Oekraïne het enige Europese land dat op de lijst van de IFJ voorkomt. In een stad in de buurt van Istanbul werd in februari de hoofdredacteur en columnist van een lokale krant, Güngör Arslan, voor het redactiegebouw doodgeschoten. Arslan schreef al langere tijd over corruptie en omkoping bij de lokale autoriteiten.
Het IFJ is de grootste belangenbehartiger van journalisten ter wereld en spreekt met onder meer de Verenigde Naties. Wereldwijd vertegenwoordigt de organisatie 600.000 mensen die in de media werken. De IFJ verstrekt ook internationale perskaarten, waarmee journalisten zich in risico- en conflictgebieden in het buitenland kunnen identificeren.
De organisatie wijst er ook op dat de politieke repressie op veel plaatsen toeneemt. Van China tot Wit-Rusland, van Egypte tot Hongkong en van Iran tot Myanmar: overal doen regeringen pogingen om media het zwijgen op te leggen. Volgens het IFJ zitten momenteel zeker 375 journalisten achter de tralies.