InterviewEddy Baelemans
‘Gefraudeerd? Ik zal u wat anders zeggen: mijn functie van korpschef heeft mij 400 euro netto per maand gekost’
De Antwerpse politie neemt afscheid van één van de kleurrijkste figuren van de voorbije decennia: Eddy Baelemans (65). Hij werd tegen wil en dank korpschef tijdens de Visa-crisis en loodste de politie door een woelige periode met dramatische incidenten, zoals de racistische moorden van Hans Van Themsche. Moegetergd door de bemoeienissen van burgemeester Patrick Janssens stapte hij over naar de politiek. Dat avontuur mislukte. En dan moest hij nog corona krijgen. Zijn verhaal.
“Hey Eddy, geniet ervan, hè.” We fietsen van Sint-Jansvliet over de Grote Markt naar het MAS. Onderweg zwaaien mensen naar Eddy Baelemans of roepen hem na. Hij startte zijn carrière op 1 april 1976. Zaterdag 1 mei gaat hij na 45 jaar dienst met pensioen.
Wat gaat u doen na zaterdag? Genieten van het leven deed u toch al tijdens uw carrière?
Eddy Baelemans: “(lacht) Ik heb niet gewacht tot mijn pensioen om van het leven te genieten. Het wordt een voortzetting van het genieten. (dan serieus) Maar wel met in het achterhoofd: ‘Jongens, pas op.’ Ik heb in oktober op vakantie negen dagen met corona in een Spaans ziekenhuis gelegen. Niet aan de beademing, maar wel met zuurstofassistentie. De Engelsman die samen met mij werd opgenomen, een man die tien jaar jonger was, heeft het niet gehaald. Ik heb nooit gedacht dat mijn laatste uur was geslagen, maar ik was mij er wel van bewust dat het einde heel dichtbij kwam.”
“Negen dagen in bed liggen, daar kom je uit als een slappe pannenkoek. Zes kilo spieren kwijt. Ik heb ter plaatse onder de zon gerevalideerd en ben er goed doorgekomen. Vorige week ben ik op alles getest. Er zijn geen restletsels vastgesteld. Ik mag opnieuw beginnen te sporten. En als het mag, ga ik vrienden bezoeken, een heel goeie vriend in Dublin, collega’s in Nederland...”
“Mijn moeder was 87 jaar toen zij in december corona kreeg. Eén week later heb ik haar moeten afgeven. Dat zijn jammerlijke zaken. Ik weet sinds Spanje: doe alles om gezond te blijven, dat is de sleutel tot alles.”
Een oud-collega op de fiets stopt bij onze zitbank om Eddy te feliciteren met zijn titel van ‘erekorpschef’.
Veel collega’s kennen u nog uit de beginperiode van uw carrière als jonge officier bij de Voetbalcel.
“In september 1996 werd ik benoemd tot adjunct-commissaris en naar de Voetbalcel gestuurd. Dat was op een maandag. De dag voordien was op de Bosuil stevig gevochten bij de match Antwerp-Anderlecht. Muren in het stadion waren gesloopt, agenten waren met van alles en nog wat bekogeld. Er was nood aan een nieuwe aanpak van dat voetbalgeweld. De voetbalwet zat eraan te komen. Stadions moesten aangepast worden. De clubs en vooral Antwerp zagen dat eerst niet zitten. Daar leefde het idee: ‘Wij zorgen voor het voetbal op de grasmat, de politie doet de rest.’ Er waren twee sluitingen van tribunes op de Bosuil nodig voor Antwerp een ‘mindshift’ heeft gemaakt.”
“Ook de aanpak bij de politie moest herbekeken worden. Wij gingen toen nog van onder naar boven een vak met relschoppers binnen. Beneden op het veld deden we de poorten open en bestormden de burcht! (rolt met de ogen) You never win, op voorhand verloren.”
“In april 1998 ben ik dan drie jaar gedetacheerd naar Binnenlandse Zaken voor Euro 2000. Projectleider was toen rijkswachtkolonel Herman Bliki, een ervaren rot in ordehandhaving. Ik was zijn tegenhanger van de gemeentepolitie. Van rivaliteit was geen sprake. Na Euro 2000 ben ik dan terug naar Antwerpen gekomen als diensthoofd openbare orde en verkeer.”
Op 19 maart 2003 beslist burgemeester Detiège ’s avonds om korpschef Luc Lamine te schorsen in de Visa-crisis, na vermeend misbruik van dienstkredietkaarten voor privéaankopen. Waar was u op dat moment?
“Ik stond met mijn collega’s van de cel Info een pint te drinken in café Het Heilig Huisken in de Kloosterstraat. Na twee drukke werkdagen voor een diplomatieke opdracht hadden we wel een pint verdiend. Rond 22 uur kreeg ik de hele tijd oproepen op mijn gsm van nummers die ik niet kende. ‘Zeg jongens, Wat is dat hier allemaal?’ Ik duw die oproepen af en zet mijn gsm uit. Via via krijg ik een uur later burgemeester Leona Detiège aan de lijn. ‘Eddy, waar ben je?’ ‘Euh, hier in het Heilig Huisken.’ ‘Rij nu naar huis, ik bel u seffens.’”
“Leona deelde mij dan mee dat ik de ochtend nadien tot korpschef zou worden aangesteld. ‘Denk er eens over na wat je morgen gaat zeggen tegen de collega’s, de vakbonden en de pers’, zei Detiège voor ze inhaakte.”
“Zijn nadeel is zijn gebrek aan managementervaring”, schreef een krant de dag na uw aanstelling tot korpschef.
“Er zijn weinig nachten in mijn leven dat ik wakker heb gelegen. Maar de korte nacht van die 19de maart heb ik geen oog dichtgedaan. Ik had geen flauw idee van die job. Toen ik voor het eerst in mijn kantoor van korpschef op de Oudaan aankwam, ben ik gaan zitten: ‘What the fuck? Hoe moet ik dat hier doen?’”
“Mijn geluk was dat het een crisis was. Ik mag dan niet veel managementervaring hebben, maar ik weet wel dat je in zo’n crisis back to basics moet gaan. Alles wat met toeters en bellen door de vorige leiding was aangekondigd, heb ik on hold gezet. Gewone politiezorg, daar had de Antwerpenaar recht op. Hij betaalt er jaarlijks 210 miljoen euro belastingen voor. Daar heb ik op ingezet.”
In die periode kreeg de politie ook kritiek dat ze aan ‘potverteren’ deed. Agenten kregen elke drie maanden tachtig overuren uitbetaald zonder die uren te moeten doen.
“Ik moest besparen op die vergoedingsuren voor nacht, weekend- en overwerk. Dat was een moeilijke, want politiemensen vonden dat zij récht hadden op die tachtig extra uren. Of die extra uren nuttig gepresteerd werden voor hun dienst, deed voor velen niet ter zake. Die gedachtegang bijstellen heeft veel vergaderingen gekost met de vakbonden.”
Vindt u dat de politie goed betaald wordt?
“Een politieman wordt goed betaald. Als je ziet dat Landsverdediging haar loonschalen pas tegen 2024 kan optrekken tot het niveau van de politie, denk ik dat de politie goed betaald wordt. Het is geen gemakkelijk job. Ik vind dat die goed betaald moet worden. Het ging mij erom dat iedereen ‘correct’ betaald werd. Eerst de prestatie, dan pas de vergoeding.”
U hebt zelf nooit een uurtje gefraudeerd? Bekennen mag, u bent toch met pensioen.
“Ik zal u wat anders zeggen: mijn functie van korpschef heeft mij 400 euro netto per maand gekost. Als baas van de openbare ordehandhaving werkte ik veel ’s avonds of in het weekend en kreeg ik dus veel vergoedingsuren. Als korpschef krijg je een mandaatvergoeding en geen overuren meer. Ik heb daar geld bij ingeschoten.”
Hoeveel verdiende u?
“Vierduizend euro netto, mandaatvergoeding inbegrepen. Er waren korpschefs van kleinere, omliggende gemeenten die meer verdienden dan ik. Zij zaten in een hogere loonschaal.”
In de Visa-crisis duwt Patrick Janssens Leona Detiège aan de kant, maar u mag aanblijven als korpschef. De vertrouwensband tussen jullie was aanvankelijk groot.
“Ik was fan van Leona. Veel mensen noemden haar de ‘moemoe van het stadhuis’ maar in feite kende ik haar als een heel correcte, hardwerkende politica met veel politiek inzicht. Janssens had een meer zakelijke stijl. Hij en ik zijn even oud. Dat klikte. Zijn visie op de stad, daar kon ik als politieman een bijdrage aan leveren. De eerste jaren verliep de samenwerking goed. Janssens kende niets van de politie. Dat kon ook niet. Politie is geen vak, dat is professionele ervaring. Die had ik en die deelde ik met hem.”
Samen met Janssens maakt u de racistische moordpartij van Hans Van Themsche op 11 mei 2006 mee. Hoe hebt u dat beleefd?
“Ik was die dag voor iets bij de provinciegouverneur, toen ik telefoon kreeg. ‘Eddy, je moet dringend naar het kantoor komen. Er zijn twee mensen doodgeschoten, een derde is kritiek.’ Op kantoor vroeg ik wat er aan de hand was. ‘Ga even zitten, Eddy.’ Ik drong aan: ‘Kom, zeg het.’ ‘Ga eerst zitten!’ Dan kreeg ik te horen dat de kleine Luna, het tweejarige kindje dat veertien dagen eerder in hun restaurant op mijn schoot had gezeten, door een gek was doodgeschoten. Samen met N’Doei, haar oppas. Dan zakt de grond onder je voeten weg. Ik kende die ouders. Ik was er gaan lunchen, toen zij na de paasvakantie net terug waren uit het zonnige Frankrijk. Luna zag er goed uit, een engeltje. En dan is er ineens zo’n zot en die schiet dat onschuldige kind dood. Samen met Patrick Janssens ben ik ’s avonds bij de ouders geweest. Patrick vond de juiste woorden, ik niet, ik was van de wereld.”
“Ik heb vorige week contact gehad met oud-collega Marcel Van Peel, die Hans Van Themsche met één schot heeft neergeschoten. Hij is daar nog door aangedaan. Geen enkele agent staat ’s morgens op met het idee dat hij iemand gaat neerschieten. Het is een mirakel dat Van Themsche dat schot heeft overleefd. Met de patronen waarmee de Antwerpse politie schiet, heb je weinig overlevingskans. De meeste mensen die worden neergeschoten zijn gestorven.”
De jaren nadien brokkelt de vertrouwensband tussen u en burgemeester Janssens af. Hoe is die verandering er gekomen?
“Patrick Janssens stelde een nieuwe veiligheidsadviseur aan op zijn kabinet. (commissaris Sabine Steels, die later zou trouwen met Patrick Janssens, red.) Ik kende haar, want zij had nog stage gedaan bij mij.”
“Bij het wekelijkse overleg tussen korpschef, burgemeester en veiligheidsadviseur kregen wij als politie geleidelijk aan meer kritiek. Het waren politieke kanttekeningen: ‘Wat gaan de mensen daarvan denken?’ Of er was veel commentaar gekomen op een bepaalde actie. Dan dacht ik: ‘Wat wil dat zeggen? Kijk naar de resultaten van die actie!’”
Mevrouw Janssens wilde zich op het kabinet van de burgemeester als tweede korpschef profileren. Zat dat u dwars?
“Ja. Wacht, nee. Ik wil het juist verwoorden. De veiligheidsadviseur op het kabinet-Janssens schatte haar job te operationeel in. Zij wou eigenlijk in de plaats treden van de korpschef op basis van een operationele ervaring die zij, om eerlijk te zijn, totaal niet had. Zij had als stagiair samen met mij wat ordediensten gedaan. Dat was het.”
“Er ontstond een heel grimmige sfeer tijdens dat wekelijkse overleg. Eerst niet uitgesproken, daarna wel. Ik vond dat een adviseur van de burgemeester de grote lijnen, de strategie van de politie moest meegeven en niet mocht ingrijpen op operationele zaken. Op de duur gaf ik tegengas en zei ik rechtuit tegen de adviseur: ‘Gij moet u niet met mijn boîte bemoeien.’”
“Dat heeft een aantal politiemensen de kop gekost. Bijvoorbeeld Serge Muyters, die toen adjunct-korpschef was, mocht niet meer mee naar de vergadering met de burgemeester komen. Zijn broer Philippe Muyters was toen Vlaams minister voor N-VA. Woordvoerder Sven Lommaert moest ook plaatsruimen.”
Hoe is dat afgelopen?
“Die grimmige sfeer werd erger naargelang de gemeenteraadsverkiezingen van 2012 naderden en Bart De Wever (N-VA) aan populariteit won. De zaak is ontploft tijdens een vergadering in mijn kantoor. Ik kreeg altijd verwijten dat er niet genoeg blauw op straat was. Daarom had ik een denkoefening laten maken: ‘Hoeveel agenten kunnen er extra patrouilleren als we ’s nachts kleine politiekantoren zouden sluiten?’ Janssens en zijn veiligheidsadviseur (mevrouw Janssens, red.) hebben mij de volle laag gegeven na de voorstelling van dat rapportje. Zij zagen daar een politiek manoeuvre in. Ik zou door kantoren te sluiten de sp.a een loer willen draaien, ten gunste van de N-VA. Wat een flauwekul: het was een vrijblijvende, interne denkoefening. Na die clash heb ik tegen mezelf gezegd: ‘Hier stopt het. Zoek iets anders.’ Een paar maanden later ben ik dan naar Annemie Turtelboom gestapt en heb mij kandidaat gesteld voor Open Vld.”
Dan komen we aan uw politiek hoofdstuk. Daar kunnen we kort over zijn. Dat werd een mislukking.
“Dat klopt. Ik heb geen moeite om dat toe te geven. Ik kreeg de tweede plaats op de Open Vld-lijst met de bedoeling dat ik eventueel schepen kon worden. Open VLD is vermorzeld door de tweestrijd tussen sp.a en N-VA. Wij kwamen niet aan de bak. Ik haalde 1.251 stemmen en raakte niet verkozen. We zakten van vijf naar twee zetels.”
Ik zou denken dat u populairder was. Op onze korte fietstocht van de Grote Markt tot hier aan het MAS bent u al vijf keer nageroepen.
“(lacht) Als alle mensen die zeiden voor mij te stemmen dat ook effectief hadden gedaan, dan had ik duizenden stemmen gehad. Dan was ik op zijn minst schepen geweest. Op zijn minst... (lacht)”
“Claude Marinower had meer stemmen dan ik en kreeg die tweede zetel na Annemie Turtelboom. Er was wel een voordrachtsakte getekend dat ik in het tweede deel van de legislatuur schepen zou worden in opvolging van Rob van de Velde. Maar de Open Vld heeft dat schepenambt nadien cadeau gegeven aan N-VA in ruil voor een ministerpost voor Annemie Turtelboom in de Vlaamse regering. Een minister waarop een half jaar later een politieke moord werd gepleegd. Dat Open Vld ‘mijn’ schepenambt politiek verkocht, dat kan ik begrijpen. Dat is een politiek verhaal. Maar dat een partijvoorzitster (Gwendolyn Rutten, red.) dat niet durft te zeggen in mijn gezicht en mij pas tien maanden later daarover inlicht, dat is laf. Daar heb ik het moeilijk mee gehad.”
Terwijl u in de politiek actief bent, wordt u als oud-korpschef wel met de vinger gewezen in de zaak-Jonathan Jacob, de man die in januari 2010 stierf in een politiecel.
“Ook een verschrikkelijk gebeuren, sowieso verschrikkelijk. Er is een mens gestorven. Die dag is de politie urenlang bezig geweest met interventies om Jonathan Jacob te overmeesteren. Dat lukte niet. De ultieme interventie kwam van het Bijzondere Bijstands Team (BBT) van de Antwerpse politie. Zij werkten conform hun procedure die al honderden keren was toegepast. Die dag is dat verkeerd afgelopen. Ik vind dat verschrikkelijk voor de familie van Jonathan Jacob. Maar ik vind het ook erg voor die BBT’ers die later veroordeeld zijn. Let op: ik heb mij nooit gemoeid in de affaire. Wat mij wel heel erg heeft gestoord, is het gemanipuleerde filmpje van de tv-reportage ‘Panorama’. Daar is een loopje genomen met de chronologie van de feiten. Er zijn bewust beelden uitgehaald.”
Heeft de Antwerpse politie een probleem met racisme? U was korpschef toen het rapport met de fameuze opmerking “Ik rij niet met diejen bruine” werd opgesteld.
“Commissaris Jinnih Beels (huidig Vooruit-schepen, red.) was toen chef van mijn cel diversiteit. Ik had haar gevraagd om een verslag te maken over de omvang van het racisme binnen de politie. Onnozele praat op de politieradio: een ‘Nafke’ als afkorting voor Noord-Afrikaan. Of racistische opschriften op de binnenkant van het personeelstoilet. En inderdaad ook opmerkingen in de zin van: ‘Ik rij niet met die bruine’ wanneer de interventiepatrouilles werden samengesteld. Ik ben toen vooral verschoten van hoe weinig – ook allochtone – collega’s aan dat onderzoek van Jinnih wilden meewerken. Zelfs anoniem durfde niemand te zeggen waar het op stond. Het illustreerde hoe moeilijk bespreekbaar het was.”
“Tegenwoordig staat de Antwerpse politie qua diversiteit veel verder dan om het even welk ander korps. Bij onze eigen recrutering is één op de drie kandidaten een vrouw en één op de zes kandidaten van zichtbaar vreemde afkomst. Antwerpen rekruteert op potentieel. Wat kan een kandidaat ons bijbrengen? Een kandidaat die antwoordt dat hij bij de politie komt om ‘de mensen te dienen’? Blabla, daar doen wij niet aan mee. Onze rekrutering zit vol. Wij moeten niet om kandidaten smeken zoals bij de federale politie.”
Vorige vrijdag bent u uitgewuifd op een heel bijzondere, coronaveilige manier. U kreeg de tranen in de ogen.
“Ze hadden me gezegd dat ze ‘iets kleins’ gingen doen en dat ik een speechke moest voorbereiden. ’s Morgens om half elf kwam hoofdcommissaris Karl Heeren, chef Protocol, mij ophalen met een auto met geblindeerde ramen, geëscorteerd door motards. Wij rijden de Kaaien af en Karl zegt: ‘Draai het raam eens open voor wat frisse lucht.’ Naïef als ik ben, doe ik het raam naar beneden. Dan zie ik daar tientallen en tientallen collega’s langs de kant staan die groeten of applaudisseren. Dat kwam heel emotioneel binnen. Dat mensen dat organiseren, dat die daar allemaal staan. Straf, heel straf. Ik heb enkele dagen nodig gehad om te bekomen.”