Donderdag 23/03/2023

Franse president lijkt niet langer onoverwinnelijk

De Franse regeringspartij UMP zit in een lastig parket. Haar boegbeeld, president Nicolas Sarkozy, mag zich zorgen maken over de verlenging van zijn huurcontract op het Elysée, na de verkiezingen van 2012. Het staatshoofd trappelt ter plaatse, boekt weinig resultaten en wordt ook in eigen rangen steeds meer bekritiseerd. Zijn probleem in vijf punten.

Waar is de tijd dat Nicolas Sarkozy elke dag wel ergens in de schijnwerpers stond? Joggend op Malta, zonnekloppend aan de Azurenkust, vliegend van hot naar her en altijd in voor uitspraken die aansloegen. Sarkozy’s toverwoord heette ‘rupture’: de breuk met het verleden, de beuk in de oubolligheid. Alles zou anders worden in zijn Frankrijk. Intussen zijn we tweeënhalf jaar verder en heeft Sarkozy vooral op het internationale toneel gescoord: hij kreeg de Europese grondwet als ‘Verdrag van Lissabon’ weer op de rails, nadat zijn eigen landgenoten haar in 2005 naar de prullenmand hadden gestemd; hij maakte indruk door in volle Franse EU-voorzitterschap Rusland en Georgië een staakt-het-vuren aan te praten; naar aanleiding van de wereldwijde financiële en economische crisis hield hij opvallende pleidooien voor een strenge aanpak van bankiers en bonusgraaiers, en voor een humanere kijk op economie. Op de VN-klimaatconferentie van Kopenhagen trok hij harder aan de kar dan Barack Obama, en riep hij rampspoed over de wereld af als er niet meer politieke wil kwam.Het mocht niet baten, thuis werd Sarkozy’s occasionele glansrol in het buitenland altijd weer gesmoord in controverses, mislukkingen en symptomen van halfslachtigheid. De bar slechte peilingen die hem deze en vorige week te beurt vielen, zijn veelzeggend: volgens een enquête van TNS-Sofres-Logica voor Le Figaro Magazine staat Sarkozy’s populariteit op 31 procent, zijn laagste score sinds hij in mei 2007 werd verkozen. Liefst 65 procent van onze zuiderburen zegt het staatshoofd niet langer te vertrouwen om ’s lands problemen op te lossen, zeker nu ook Frankrijk de zwaarste recessie sinds 1945 doormaakt. Erger, als er morgen presidentsverkiezingen werden gehouden en de linkse PS gooide de populaire (huidige voorzitter van het Internationaal Monetair fonds) Dominique Strauss-Kahn in de strijd, dan zou die laatste 52 procent van de stemmen halen, tegenover 48 procent voor Sarkozy. Uiteraard is er nog een hele weg te gaan naar de présidentielles van 2012 en is een jaar ook in de Franse politiek une éternité. Maar dan nog: los van de economie tasten vijf dossiers vandaag Sarkozy’s aura van onoverwinnelijkheid aan.

Het nationaal identiteitsdebat

Sarkozy was het die destijds, ondanks fervente tegenstand van sociologen, politici en terreinwerkers, het ministerie van Immigratie en Nationale Identiteit oprichtte. De recentste portefeuillehouder daar, Eric Besson, ging eind vorig jaar door op dat controversiële elan door een nationaal identiteitsdebat in het leven te roepen. Formeel uitgenodigde burgers mochten op de departementszetels (‘prefecturen’) hun zeg komen doen, en een website verzamelde voorstellen en suggesties. Alleen: de sereniteit was ver zoek en niet zelden vertoonde de discussie bruine randen. Toen de regering er ook nog van beschuldigd werd het debat om puur electorale redenen te hebben opgezet - om te vermijden dat de hard-rechtse kiezer bij de regioverkiezingen van maart de UMP voor het extreem rechtse Front National zou verruilen - werd het ook in de opinie gaandeweg afgekraakt. Hoewel het thema een stokpaardje is van de president, heeft premier Fillon hem verzocht er zijn mond over te houden tot in april, na de stembusgang. Extreem rechts, geleid door de charismatische Marine Le Pen, heeft inmiddels brandhout gemaakt van de beleidsvoorstellen, zoals een betere taalkennis voor migranten of het kennen van ‘La Marseillaise’.

Clearstream en de hervorming van justitie

Alhoewel het openbaar ministerie in beroep ging tegen de uitspraak in de ophefmakende zaak-Clearstream, is eind vorige maand vooral de indruk blijven hangen dat Sarkozy’s aartsrivaal en partijgenoot Dominique de Villepin (zie hiernaast) als winnaar uit de bus gekomen is. Volgens de rechters kon niet worden aangetoond dat de Villepin destijds bevolen had tot het lekken van een valse rekeningenlijst van een Luxemburgse zakenbank, waarop ook de naam Sarkozy ijdel werd gebruikt. Dat het parket ’s anderendaags echter alsnog beroep aantekende, waardoor de zaak moet worden overgedaan, sterkte veel Fransen in de indruk dat Sarkozy tot elke prijs het vel van de oud-premier wil. Het openbaar ministerie, heet het, danst naar de pijpen van het Elysée. Die perceptie (of realiteit) is erg vervelend voor het staatshoofd. In het kader van een door magistratuur en advocaten betwiste hervorming van het gerecht wil Sarkozy immers korte metten maken met de onderzoeksrechters en in één ruk door ook het parket aan grotere politieke controle onderwerpen. De gerechtelijke wereld beschuldigt Parijs ervan zo vooral het toezicht op de afwikkeling van politiek-financiële schandalen aan banden te willen leggen. Frankrijks hoogste parketmagistraat, procureur-generaal Louis Nadal van het Hof van Cassatie, zorgde op 14 januari voor enige consternatie door, in een rede in aanwezigheid van premier Fillon en minister van Justitie Alliot-Marie, de Europese Conventie voor de Rechten van de Mens in te roepen - en de regering, en dus ook Sarkozy, openlijk terug te fluiten.

Edouard Balladur en de zaak-Karachi

In de lijn van het voorgaande: enkele dagen geleden werd een onderzoek geopend in verband met de mogelijke geheime financiering van de verkiezingscampagne van Edouard Balladur in 1995. Premier en presidentskandidaat Balladur, een aartsrivaal van Jacques Chirac (die uiteindelijk aan het langste eind trok en tot president verkozen werd), kreeg destijds de steun van een nog jonge Sarkozy. Vooraleer Sarkozy Balladurs campagnedirecteur werd, was hij minister van Begroting in diens kabinet. De vraag die vandaag op ieders lippen brandt, is deze: werd Balladurs campagne in het geheim gefinancierd met commissies die bedongen werden op de verkoop van Franse wapens aan Pakistan? En zo ja, wat was dan de rol van Sarkozy? De affaire kwam aan het licht in het kader van het onderzoek naar de aanslag die op 8 mei 2002 elf Fransen het leven kostte in de Pakistaanse havenstad Karachi. Aanvankelijk werd de aanslag aan terroristen toegeschreven, maar meer en meer elementen duiden op een rol van het Pakistaanse leger. Volgens onderzoeksrechter Marc Trévidic bestaat er een verband tussen de wapenverkoop aan Pakistan en de aanslag daar. De hypothese luidt dat individuen binnen het Pakistaanse bestel tot de terreurdaad zouden hebben bevolen om Frankrijk te straffen voor het niet-nakomen van de afspraken in verband met de commissies op de militaire transactie. De elf Franse technici en ingenieurs van de Direction des Constructions Navales (DCN), aan het werk in Karachi, zouden een en ander met hun leven hebben bekocht. Er zijn geen bewijzen, maar DCN-nota’s die naar financiële structuren in Luxemburg leiden, hebben bepaalde vermoedens gewekt. Nicolas Sarkozy, die volgens de advocaat van de nabestaanden van de slachtoffers “in het hart van het corruptiesysteem” zat, heeft het hele verhaal vorige zomer al een “fabel” genoemd.

Het voorarrest en de cijferpolitiek

In 2008 kwam één procent van de 60 miljoen Fransen in voorarrest terecht. Sinds 2002, toen Sarkozy minister van Binnenlandse Zaken werd, is het aantal gevallen van voorarrest met 67 procent gestegen. Statistisch gezien riskeert één op de twee Franse adolescenten ooit door de politie te worden opgepakt en in een vieze cel te worden gegooid, en daarmee in een juridische grijze zone terecht te komen. Recentelijk kwam ook een 14-jarig meisje na een ruzie op school in een politiecachot terecht. Het kind werd ’s nachts van haar bed gelicht en in pyjama naar de kazerne gebracht. Daar kreeg ze te maken met verbaal geweld en de dreiging dat haar arrest met 24 uur verlengd zou worden. Toch zijn het in de eerste plaats verkeersovertreders die mogen brommen zonder te weten waar ze aan toe zijn: vorig jaar overkwam het liefst 200.000 Franse chauffeurs. In de publieke opinie is het hek van de dam, nu zelfs de politie haar beklag doet. “Het probleem is dat voorarrest het geknipte middel is om de activiteitsgraad van een politiedienst te meten”, zegt Pierre Marco van de politiebond Unsa aan het weekblad Les Inrockuptibles. “Dit is je reinste politiek van de cijfers, zuivere resultatencultuur. En hoe kom je aan cijfers? Door boetes op te leggen, sans-papiers te controleren en mensen in voorarrest te stoppen.”

Opstand in de Assemblée

De onvrede sluimert al maanden, maar dinsdag kwam ze tot een uitbarsting. De fractievoorzitters van de verzamelde partijen, incluis Sarkozy’s eigen UMP, haalden fel uit naar de regering omdat die laatste de Assemblée en de Senaat hoe langer hoe vaker links laat liggen. De parlementariërs menen dat het beleid “misbruik maakt” van de zogenaamde versnelde procedure. Daardoor moeten wetsvoorstellen niet op en af pendelen tussen beide kamers. Ook de reflectietermijnen die de wetgevende praktijk voorziet, hoeven niet in acht te worden genomen. De procédure accélérée is bedoeld om dringende zaken te behandelen, maar de vraag is wat dringend heet. Eind vorig jaar ontstond fikse heibel toen de regering op verzoek van Nicolas Sarkozy ook de wet ter oprichting van het zogenaamde Grand Paris bij versnelde procedure wou goedkeuren. Oppositie noch meerderheid begrepen waarom er zoveel haast was bij het plan om Parijs en zijn banlieue tot één metropool om te bouwen en in dat verband een spectaculaire nieuwe ringmetro aan te leggen - zonder dat de zaak eerst grondig doorgepraat was, ook niet met de plaatselijke politiek of met het Parijse verkeersbedrijf RATP.“De fractievoorzitters zijn unaniem”, stelde dinsdag Bernard Accoyer, voorzitter van de Assemblée. “Ik heb de regering plechtig laten weten dat we, in naam van de kwaliteit van onze wetten, de kwaliteit van het democratische debat en het respect voor onze instellingen, niet op deze wijze kunnen blijven doorwerken.” Aan het begin van zijn mandaat beloofde ‘Sarko’ de slagkracht van het parlement te verhogen. In werkelijkheid worden de parlementsleden bestookt met haastig in elkaar geflanste wetten. Zoals het deze week in de krant Ouest-France stond: “Pardon, mijnheer de president, maar alle parlementariërs zijn boos op u. (...) Een lift die naar beneden valt, een hond die bijt, een bejaarde overvallen: snel, een wet!”

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234