Frankrijk en Sarkozy Uit met de liefde Dat zijn centrumrechtse UMP niet kon winnen in wat voor de Franse linkerzijde een thuismatch is, de regionale verkiezingen, daar was Nicolas Sarkozy zich helemaal van bewust. Dat zijn partij zondag echter zo smadelijk verloren heeft, is een ijskoude douche. Ook al blijft er een lange weg te gaan naar de presidentsverkiezingen van 2012, op het Elysée staan de zenuwen flink gespannen.DOOR LODE DELPUTTE
Uitslag regionale verkiezingen toont aan hoe diep de malaise van centrum rechts zit
De gok van Sarkozy was simpel: als de regeringspartij UMP de door haar bestuurde regio’s, Corsica en de Elzas, kon behouden en er in het beste geval één of twee extra kon binnen rijven, pakweg Rhône-Alpes of Bourgogne, dan had hij ten minste symbolisch gewonnen tegen een Parti Socialiste (PS) die een grand slam beloofd had en nu al het complete regionale beleid - 20 van de 22 Franse regio’s - in handen heeft.
Sarkozy had de relatieve zege gepland door zijn UMP op voorhand zo sterk mogelijk te maken en in de eerste ronde, eergisteren, al het hele orkest te laten spelen: de UMP zelf, met onder haar vleugels het kleinere Nouveau Centre, de Mouvement pour la France (MPF) van de Vendéese voorman Philippe de Villiers en Chasse Pêche Nature Tradition (CPNT), een jagerspartij met populistische trekken. De kiesafspraken stelden zich tot doel de UMP overal als grootste partij op de kaart te krijgen en de PS het nakijken te geven. Ook al zou de UMP daardoor geen democratisch rechtse stemmen meer kunnen binnen rijven in de tweede ronde, volgende zondag, dan zou minstens de indruk zijn gewekt dat ze hoe dan ook de grootste partij bleef in Frankrijk.
Opzet mislukt. Heel vroeg al zondagavond moest Sarkozy het onheil onder ogen zien. Had de president kort voor de vrijgave van de eerste exitpolls om 20 uur nog de hoop gekoesterd dat UMP en PS aan elkaar gewaagd zouden zijn, dan werd al snel duidelijk dat zelfs dat minimalistische scenario niet gehaald zou worden. De peilingen hadden de UMP 29 tot 30 procent voorspeld, op zich al een opdoffer, het werden er slechts 27. De PS, die nationaal in de oppositie zit en amper 16 procent gehaald had bij de recente Europese parlementsverkiezingen, heeft de regeringspartij in nagenoeg alle regio’s flink het nakijken gegeven en werd zondag, in kiezers uitgedrukt, opnieuw ’s lands grootste. Meer zelfs, met minder dan 40 procent van de stemmen haalt verzameld rechts zowat haar slechtste score sinds de oprichting van de Vijfde Republiek, in 1958. Op de website van het centrum-linkse blad Marianne schrijft de gezaghebbende journalist Jean-François Kahn dat Sarkozy “leiding gegeven heeft aan de zwaarste terugval van rechts en centrumrechts sinds 60 jaar”.
Na het bekend raken van de uitslag haalde de president onverwijld zijn raadslui naar het Elysée. De boodschap die daar sinds maandagmorgen wordt uitgeschald is simpel, en in lijn met wat ‘Sarko’ vorige week ook in de regio Franche-Comté al had gezegd: regionale verkiezingen hebben regionale gevolgen, dit is geen nationale test. Voor de UMP is de grootste winnaar officieel ook niet de PS, wel de thuisgebleven kiezer - zij het dat het in de meeste gevallen een rechtse kiezer betrof die geen vrede nam met de beperkte keuzemogelijkheid tussen de UMP en het extreem rechtse Front National. Als Sarkozy de thuisblijvers (53,5 procent) alsnog warm krijgt voor de tweede ronde, dan kan hij het tussentijdse debacle van zondag misschien enigszins repareren.
In het licht van dat streefdoel zal het electoraat erop gewezen worden dat een stem voor het Front National een stem voor de socialisten is, en zal het ecologische engagement van de regering in de verf gezet worden om een deel van de groenen naar de UMP te halen. De wegsmeltende centrumpartij MoDem van François Bayrou zal dan weer gevraagd worden openlijk voor rechts te kiezen in plaats van met de PS te flirten. Aan het eind van de rit zal de boodschap deze zijn: dat Sarkozy er nog altijd in gelooft.
Maar ook als het volgende zondag opnieuw misloopt (het doemscenario dat de meeste waarnemers voor realistisch houden), wil het staatshoofd zich niet door zijn regionale afgang laten gijzelen: in een interview met de krant Le Figaro kondigde hij vorige week aan door te zullen gaan met de weinig populaire hervorming van het pensioenstelstel en belooft hij ook forsere inspanningen inzake veiligheid. Pas vanaf het tweede semester van 2011, samenvallend met de aanvang van de presidentiële kiescampagne, wil hij zijn hervormingsritme staken en “een pauze” inlassen. Ook van een ingrijpende herschikking van het kabinet zal na de regioverkiezingen geen sprake zijn, aldus het staatshoofd.
Het zijn duidelijke voornemens, vast wel, maar ze kunnen niet verhullen dat de tijd voorbij is dat alles wat Nicolas Sarkozy aanraakte prompt in goud veranderde. Zoals een commentator op France Inter gistermorgen boudweg stelde: “Mitterrand heeft er destijds twaalf jaar over gedaan om zijn krediet te verspelen, Sarkozy twee.” En nog: “Sarkozy staat er vandaag slechter voor dan zijn voorganger Chirac in 2004”, toen de regioverkiezingen ook al op een ‘historische’ terechtwijzing voor de UMP neerkwamen. Binnen de UMP zouden de spanningen zo oplopen en Nicolas Sarkozy stilaan zo omstreden zijn, dat sommigen binnen de partijgelederen hem liever niet een tweede gooi zien doen. Vorige week zag het weekblad Le Point de vrij populaire premier François Fillon al als president en ook Sarkozy’s partijgenoot en aartsrivaal Dominique de Villepin werkt na het Clearstreamschandaal aan een comeback, in de eerste plaats om Sarkozy nog meer wind uit de zeilen te nemen en de chiraquiens finaal de mogelijkheid tot revanche te bieden.
Of zoals Jean-François Kahn het stelt: “De uitslag van zondag komt erop neer dat de Sarkozistische parlementsleden die het staatshoofd vanwege zijn charisma, volontarisme en dynamiek tot dusver als hun grootste troefkaart hadden beschouwd en zich helemaal aan hem hadden onderworpen (...), nu tot de verschrikkelijke ontdekking komen dat hun vaandeldrager hun eerste handicap geworden is.” Volgens politiek redacteur Daniel Ruiz van La Montagne, de meest gelezen krant in de Auvergne, is Sarkozy “niet langer de beste kandidaat voor rechts in 2012”.
Niet alleen de UMP’ers kijken met lede ogen toe. Een rist verruimers moet zo mogelijk met een nog zwaardere kater zitten: overgelopen socialisten zoals minister van Buitenlandse Zaken Bernard Kouchner of diens collega van Nationale Identiteit en Immigratie Eric Besson bijvoorbeeld, of nog, ‘Ni Putes Ni Soumises’-boegbeeld Fadela Amara, vandaag staatssecretaris voor Grootstedelijk Beleid. En wat te denken van die arme Martin Hirsch, de voormalige Emmaüsvoorzitter die Hoog Commissaris voor de Actieve Solidariteit werd en intussen ook over jeugd gaat? Tweeënhalf jaar na hun overstap kan het niet anders of de betrokkenen hebben zich hun beslissing intussen flink beklaagd. “Heetten ze destijds al verraders in de ogen van hun vroegere partijgenoten, dan staan ze vandaag domweg voor aap”, schrijft een lezer op libération.fr.
Waar en wanneer heeft Sarkozy het dan helemaal verkorven? Zijn nederlaag heeft vele vaders. In de eerste plaats is er natuurlijk de economische crisis. Overal in de Europese Unie hebben zittende regeringen een probleem. Ze moeten, zoals in Griekenland, Spanje of Portugal, zware inspanningen leveren om hun begrotingen uit het rood te krijgen maar terzelfder tijd de ergste uitwassen van de sociaal-economische terugval ondervangen.
Hoewel Frankrijk het macro-economisch beter doet dan de meeste van zijn buurlanden, is het crisisgevoel reëel en is er van Sarkozy’s verkiezingsbelofte - “meer werken om meer te verdienen” - volstrekt niets in huis gekomen. In de praktijk werken miljoenen Fransen vandaag juist meer om minder te verdienen, of alleszins een stuk minder koopkracht te genieten.
In de publieke sector gingen duizenden banen verloren doordat gepensioneerde ambtenaren niet of maar half vervangen werden, winstgevende ondernemingen waar Parijs in naam van het nationale belang vat op had moeten hebben, sneden en snoeiden dat het een lieve lust is.
Ook met een ander stokpaardje, de veiligheid, heeft de president het niet onder de markt, getuige het uitblijven van een door een verontwaardigde publieke opinie geëist antwoord op de recente geweldgolf in en om scholen. Sarkozy had zich sterk gemaakt de samenlevingsproblemen in de voorsteden aan te pakken en het kwaad er met wortel en tak (“au Kärcher”, zoals hij destijds zei) uit te roeien, in realiteit viel de banlieue van de regen in de drop. Ondanks occasioneel spierballengerol, zoals bij de ontruiming van de ‘Jungle de Calais’, is de illegale immigratie niet aangepakt. Meer zelfs, nu het eiland Corsica een nieuwe mediterrane landingsplaats geworden is voor havelozen, is het probleem veeleer toe- dan afgenomen. “In die context overhaast een debat opzetten over de nationale identiteit (zie kaderstuk) zal enkel in de kaart spelen van extreem rechts,” werd Sarkozy door vriend en vijand gewaarschuwd. En zo is maar net geschied.
“De Fransen zijn bang”, citeert Le Monde de bevindingen van een niet met naam genoemde vriend aan huis van het Elysée. “Ze denken dat het land failliet is, zien geen uitweg voor zichzelf of hun naasten. Ze stellen met consternatie vast hoe ook het Sarkozisme failliet is. Ze geven lucht aan hun ongenoegen door niet te stemmen of een proteststem uit te brengen. Het is waar: het gaat slecht met het land.”
De populariteit van de president is de jongste tijd alleen maar verder afgegleden. Peiling na peiling, in een spiraal van halfslachtige beleidsdaden en controversiële beslissingen - zoals het idee om zijn eigens, nog studerende, zoon Jean de leiding over het kantorencomplex La Défense te geven - ging het verder neerwaarts. Het hielp niet dat Sarkozy zich meer staatsie poogde aan te meten en minder blingbling. Het deed er niet toe dat hij niet meer betrapt kon worden op een uitspraak als “casse-toi pauvre con”, zijn liefde voor Rolexen uit de media weerde en de camera’s er niet langer bijhaalde als hij uit joggen ging: het oordeel was geveld, het staatshoofd kreeg de perceptie niet meer bijgesteld. Was hij tot eind 2007 nog hip, dan noemen velen hem vandaag ringard - voorbijgestreefd en ouderwets dus.
Meer zelfs, als er vandaag presidentsverkiezingen plaatsvonden en links gooide PS-coryfee en voorzitter van het Internationaal Muntfonds Dominique Strauss-Kahn in de strijd, dan zou die laatste afgetekend winnen. Kozen de Fransen in de regionale verkiezingen van 2004 nog manifest tegen de UMP en Jacques Chirac, dan kiezen ze nu voor het eerst in lange tijd weer vóór een centrum-links (PS, Europe Ecologie) en links (het Front de Gauche waarin de communisten zitten) project, zo analyseert François Miquet-Marty van het onderzoeksbureau Viavoice.
Nogmaals, bij regionale en tussentijdse verkiezingen doet links het altijd beter dan rechts, daar in Frankrijk, en tussen vandaag en 2012 zal nog veel water door de Seine vloeien. Maar op de vraag hoe Sarkozy zijn gewaagde spreidstand van 2007 moet terugvinden, en het volledige spectrum tussen bijna centrum-links en net niet extreem rechts opnieuw voor zich kan winnen, daarop heeft op dit moment ook hij het antwoord niet.