Donderdag 08/06/2023

InterviewFrank Deboosere

Frank Deboosere: ‘Ik hou mijn hart vast voor wat er na de verkiezingen van 2024 met de VRT zal gebeuren’

Frank Deboosere: ‘De collega’s die onlangs hun ontslag hebben gekregen, verdienen meer aandacht dan ik.’ Beeld Carmen De Vos
Frank Deboosere: ‘De collega’s die onlangs hun ontslag hebben gekregen, verdienen meer aandacht dan ik.’Beeld Carmen De Vos

Geen ‘Morgen zijn we er weer met meer weer’ meer: na 36 jaar radio en televisie presenteerde Frank Deboosere (64) vorige week zijn allerlaatste weerbericht. Om de bittere pil van zijn afscheid te vergulden, mag hij ons niet alleen vertellen over die ene keer dat hij meer dan een week vakantie nam en over die andere keer toen een Playboy op zijn autocue verscheen, maar zich ook nog eens aan een voorspelling wagen: ‘Als we niets doen, betaalt de natuur het gelag.’

Evelien Roels

Hij was net zo graag in alle stilte vertrokken, zegt Frank Deboosere. ‘Voor mij hoeft die belangstelling niet zo. Ik vind het wat vervelend voor al de andere mensen die dit jaar met pensioen gaan, en nog meer voor de collega’s die onlangs hun ontslag hebben gekregen. Zij zijn degenen die aandacht verdienen.’

Maar zij hebben niet 36 jaar lang elke dag onze huiskamer bezocht, Frank. Jij wel.

Frank Deboosere: “Ik ben heel dankbaar. Ik heb zoveel mogen meemaken, zoveel mensen mogen ontmoeten. ‘Dag Frank!’: zo word ik aangesproken door ministers en sportkampioenen, en dat verbaast me nog steeds.

“Ik heb hard gewerkt, maar nooit tegen mijn zin. Ik zal het ook blijven doen, dat weet ik nu al. Op 21 maart presenteer ik geen weerbericht meer, maar ik zal net zo goed op tijd opstaan, naar boven kijken en een update posten op mijn sociale media. ‘En op de zevende dag rustte Hij’: voor weermannen geldt dat niet (lacht).

“Er zijn geregeld rondleidingen bij de VRT. Als ik zo’n groep jonge mensen tegenkwam, sprak ik hen soms aan: ‘Je moet nú alles geven! Dan kun je later iets doen wat je graag doet, en er nog voor betaald worden ook.’ Soms toonden mensen me een foto waarop ze samen poseerden met mijn jonge versie – mét snor, lang geleden dus: ‘Jij hebt me toen gezegd dat wetenschappen interessant zijn. Ik ben nu professor in materie X of domein Y, en ik vind het geweldig.’ Zulke momenten vind ik fantastisch, al doen ze je ook beseffen dat je oud wordt. Het bruist en borrelt nog vanbinnen, maar ik ben geen 20 meer. En ook geen 30, 40 of 50 (lacht). Dus kan ik er niet omheen: de tijd van gaan is gekomen.”

Zie je het zitten?

“Ik wist natuurlijk dat mijn pensioen eraan zat te komen, maar ik kan niet ontkennen dat ik wat moeite heb gehad met het vooruitzicht. Wijlen Armand Pien mocht doorgaan tot z’n 70ste, nu moeten we stoppen zodra we 65 zijn. Ik verjaar pas in augustus, maar ik had blijkbaar een heleboel verlofdagen en overuren gespaard: die moet ik nu opgebruiken.

“Het zal vreemd aanvoelen om wakker te worden en te beseffen dat ik gewoon in bed mag blijven liggen. Normaal gezien sta ik elke dag om zes uur op – vandaag zelfs om vijf uur, want ik moest naar Knokke voor de radio. Die drukte is verslavend. Er komt almaar meer werk bij, je denkt dat het niet zal lukken, en dan lukt het tóch: dat geeft je een kick, hè.

“Nu, het werd misschien stilaan tijd om het wat rustiger aan te doen. Ik leefde met 200 kilometer per uur, de laatste jaren moest ik mijn agenda letterlijk van minuut tot minuut plannen.”

Zou je ook met pensioen zijn gegaan zijn als het niet moest?

“Dat denk ik niet. Misschien zou ik een beetje afgebouwd hebben, maar volledig stoppen? Nee.”

Martine Tanghe, Frank Raes, Michel Wuyts en Linda De Win: al je VRT-collega’s die de voorbije jaren met pensioen gingen, zeiden dat ze liever nog wat langer hadden gewerkt.

“De regels zijn de regels. Maar toch wringt het een beetje: als mensen nog wíllen werken, waarom zou je hen dan verplichten om te stoppen?”

Heeft VTM je al opgebeld?

“Nee, maar misschien weten ze dat ik pas op 1 september vogelvrij ben (lacht).

“Ik weet dat er geruchten de ronde doen, maar ik denk er niet aan om naar de concurrentie over te stappen. Mijn hart ligt bij de VRT, ik ben een fervent voorstander van een sterke openbare omroep. En bovendien hou ik niet zo van commercie.”

Vlaams minister van Ambtenarenzaken Bart Somers (Open Vld) wil het statuut van de ambtenaren hervormen, zodat ze na hun 65ste aan de slag kunnen blijven als ze dat zelf willen.

“Dat zou goed zijn voor de volgende generatie. Nu, ik ga ook niet bij de open haard zitten te mijmeren – niet dat ik er één heb, want dat is slecht voor het milieu. Ik heb geen zittend gat: ik blijf lezingen geven, schrijven voor de krant, me engageren voor het klimaat en voor Kom op tegen Kanker. En als zich nog meer interessante projecten aandienen, zal ik zeker overwegen om mijn steentje bij te dragen.”

‘Ik heb hard gewerkt, maar nooit tegen mijn zijn. Op 21 maart presenteer ik geen weerbericht meer, maar ik weet nu al: ik zal vroeg opstaan, naar de hemel kijken en een update posten op mijn sociale media.’ Beeld Carmen De Vos
‘Ik heb hard gewerkt, maar nooit tegen mijn zijn. Op 21 maart presenteer ik geen weerbericht meer, maar ik weet nu al: ik zal vroeg opstaan, naar de hemel kijken en een update posten op mijn sociale media.’Beeld Carmen De Vos

GEVOELIGE SNAAR

Je hebt 36 jaar bij de VRT gewerkt. Toen je begon, was er nog zelfs geen internet.

“Man, man. We waren al blij als we ’s avonds één wolkenbeeld hadden dat ’s middags was gemaakt. Dat werd speciaal met de taxi naar de VRT gebracht. En als de chauffeur toevallig Franstalig was, gebeurde het weleens dat die foto bij de RTBF terechtkwam: dan hadden wij niets.

“Het was echt een andere tijd. De weerkaarten werden nog getekend door een tekenaar. Wij kregen een opleiding om heel kalm en beheerst te leren spreken: de handen mooi in beeld, netjes de autocue aflezen en vooral geen emoties tonen. Ook niet als het papier in de autocue begon te verfrommelen – die dingen werden toen nog gewoon met de hand bediend – en je je tekst onherroepelijk zag verdwijnen (lacht). Of als de een of andere deugniet je papieren had vervangen door een Playboy. Probeer dan maar eens om je gezicht in de plooi te houden!

“In de loop der jaren is de stijl veel natuurlijker geworden. Je ziet dat ook bij de nieuwsankers: het mag allemaal iets losser, meer vanuit de buik. Het rode lichtje floept aan en we steken van wal. Als je weet welk verhaal je wilt vertellen, zijn enkel de eerste en de laatste zin een beetje moeilijk: alles daartussenin gaat vanzelf.”

Is het weer voorspellen ook gemakkelijker geworden?

“Dat zou ik niet durven te zeggen. Vroeger hadden we te weinig informatie, nu is er te véél. Neem nu al die programma’s en apps die claimen dat ze het weer tot op de seconde juist voorspellen: voor de eerste paar dagen loopt de prognose meestal min of meer gelijk, maar bij dag plus tien – zoals wij dat noemen – zegt de ene dat het gaat stormen, terwijl de andere stralende zon voorspelt. Wie moet je dan geloven?

“Nu, qua nauwkeurigheid gaan we er wel op vooruit. We zullen het weer nooit met honderd procent zekerheid kunnen voorspellen, maar het lukt ons wel steeds beter om in de toekomst te kijken. Tien jaar geleden konden we een vrij betrouwbare prognose maken tot dag plus drie, nu doen we dat met dezelfde nauwkeurigheid tot dag plus vier.

“Wat ik ook hard heb zien veranderen, is onze algemene visie. Van het KMI, bedoel ik dan.”

Over de klimaatverandering, bedoel je?

(knikt) “Toen ik in 1987 begon, was daar nog geen sprake van. Ook Armand Pien geloofde er niet in: net als iedereen ging hij ervan uit dat er een nieuwe ijstijd op ons afkwam. En de grote Armand Pien, die sprak je niet tegen.”

Ook niet als hij het overduidelijk bij het verkeerde eind had?

“Wetenschappers zijn kritische mensen, ze keren hun kar niet zomaar. Op een bepaald moment worden de feiten echter zó overtuigend dat je niet anders meer kunt. Dat voortschrijdende inzicht is precies waar het de klimaatontkenners van vandaag aan ontbreekt.

“We hebben maar één aarde, en als we die nog willen redden, moeten we nú gas geven. Oké, misschien is dat in deze context geen bijster geslaagde woordkeuze (lacht). Maar de evolutie die we nu zien, is dramatisch. We zitten midden in de zesde massa-extinctiegolf: de insectenpopulatie slinkt bijvoorbeeld zienderogen, met tientallen procenten tegelijk. Dat is een ramp voor de biodiversiteit.”

Hoe kijkt u naar het stikstofdebat?

“Het stikstofakkoord is er veel te laat gekomen. De politici hebben de boeren altijd vrij spel gegeven, de landbouwbedrijven almaar verder laten uitbreiden, en nu trekken ze ineens keihard aan de noodrem. Ik begrijp dat de boeren kwaad zijn, want hun broodwinning staat op het spel. Maar we hebben geen andere keuze.

“Het grootste deel van de landbouwoppervlakte wordt niet gebruikt voor ónze voeding, maar om dieren te voederen – die wij vervolgens opeten. Als we in plaats daarvan voeding produceerden voor onszelf, zouden we twee of drie keer zoveel mensen eten kunnen geven. Vlees heeft bovendien een grote ecologische voetafdruk, en rood of bewerkt vlees eten verhoogt het risico op kanker. Dan denk ik: jongens, waar zijn we mee bezig?

“Ik wil niet de geitenwollensok uithangen. Ik weet dat sommige mensen denken dat ik alleen maar wortels eet en biologische sapjes drink, maar het enige wat ik zeg, is: probeer iets gevarieerder te eten. En ga niet op citytrip naar Madrid énkel omdat vliegen nu eenmaal zo goedkoop is. Ik hoorde ooit het verhaal van een man die vanuit het Schotse Edinburgh naar Londen wilde reizen: hij nam het vliegtuig naar het Spaanse eiland Menorca, huurde daar een auto, ging de hele avond uit, en vloog ’s anderendaags verder naar zijn bestemming. Die hele trip kostte hem mínder dan een enkeltje Edinburgh-Londen met de trein.”

Hoe kan dat?

“Als gevolg van het Marshall-plan (Amerikaans steunprogramma uit 1948 om West-Europa weer op te bouwen na WO II, red.) worden nog steeds nauwelijks taksen geheven op kerosine. De insteek was dat Europa voordeel zou halen uit een grotere mobiliteit van zijn inwoners: als ze elkaar makkelijker konden opzoeken, zou dat de eenheid van het continent bevorderen. Dat zou best kunnen kloppen, maar intussen zijn we in 2023 aanbeland en is de wereld ingrijpend veranderd: we kunnen toch niet op dezelfde manier blijven doorgaan? Kerosine voor vliegtuigen moet belast worden, net zoals dat voor benzine en diesel aan de pomp het geval is.”

Wie moet daarover beslissen?

“Europa, en liefst zo snel mogelijk. Als we niets doen, betaalt de natuur het gelag, en uiteindelijk wij allemaal.

“De media zouden veel vaker en veel luider aan de alarmbel moeten trekken. Neem nu Nederland: zonder verdedigingslinie zou dat land binnen vijftig jaar grotendeels onder water gelopen zijn. Je kunt je nauwelijks voorstellen wat voor een volksverhuizing dat zou veroorzaken. Waarom wordt daar zo weinig over geschreven? De cycloon Nargis, die in 2008 het leven kostte aan meer dan 100.000 mensen in Myanmar: nauwelijks iets over gehoord, laat staan dat er een solidariteitsactie is geweest. Nu is er Freddy, de langst levende orkaan die we ooit hebben meegemaakt. Hij doet op dit moment voor de tweede keer Mozambique aan, met stortregens van honderden liters per vierkante meter. Doffe ellende voor de mensen ginder, de materiële schade is enorm. En wat horen we daarover? Niks!

(Zwijgt even) Sorry, maar als ik eenmaal op dreef ben... Je merkt ongetwijfeld dat dit thema een gevoelige snaar raakt.”

‘Toen ik in 1987 begon, was er nog geen sprake van de klimaatverandering. Zelfs de grote Armand Pien geloofde er niet in: net
als iedereen was hij ervan overtuigd dat er een nieuwe ijstijd opons afkwam.’ Beeld Carmen De Vos
‘Toen ik in 1987 begon, was er nog geen sprake van de klimaatverandering. Zelfs de grote Armand Pien geloofde er niet in: netals iedereen was hij ervan overtuigd dat er een nieuwe ijstijd opons afkwam.’Beeld Carmen De Vos

EEN GAT IN DE LUCHT

Was dat je belangrijkste missie als weerman: de mensen wakker schudden?

“Ik ben er zeker van dat mijn collega’s die boodschap zullen blijven brengen, hoor. En ik blijf ook zélf op het aambeeld hameren: ik heb een vrij groot bereik via de sociale media. Misschien zal ik een aantal volgers verliezen nu ik niet meer op tv kom, maar de anderen zal ik blijven bestoken met berichten.

“Ook op dat vlak heb ik een ingrijpende evolutie meegemaakt. Vroeger moesten de mensen een brief schrijven als ze het niet met me eens waren, nu kunnen ze hun ongenoegen anoniem online spuien. Maar ook dan probeer ik in de eerste plaats die mensen te informeren: ‘Beste Karel, beste Marie-Jeanne, hier een link naar mijn website, waar u informatie over dit onderwerp kunt vinden’. Soms krijg ik dan een verbaasde reactie: ‘Sorry, ik wist niet dat je dit zou lezen!’”

Heb je ooit overwogen om in de politiek te gaan?

“De voorbije jaren hebben verschillende partijen aan mijn mouw getrokken. Wel enkel democratische partijen, wat ik als een compliment beschouw. Ik heb elke keer nee gezegd: politiek zou niets voor mij zijn, ik zou te veel in de pas moeten lopen.

“Ik heb wel grote bewondering voor politici, of toch voor de meeste. In de jaren 90 was er op Radio 2 Ochtendkuren, met Dirk Somers en Luc Verschueren. In de vakantiemaanden gingen we bij een politicus thuis ontbijten: toen heb ik gezien dat er heel wat gedreven mensen zijn die de beste bedoelingen hebben en hun uiterste best doen, over de partijgrenzen heen. Het is alleen jammer dat een paar enkelingen de boel verzieken.”

Wat waren de mooiste momenten van je carrière?

“Elke keer als na het weerbericht bleek dat we het bij het rechte eind hadden. Als ik voor Pasen regen had voorspeld, maar de zon scheen, dan was iedereen natuurlijk blij. Maar ten huize Deboosere liep iemand nors te ijsberen, tot de hemel ’s namiddags tóch begon te betrekken en de eerste druppels vielen: dan sprong ik een gat in de lucht (lacht). Dat is de aard van het beestje: je staat op met het weer en je gaat ermee slapen. Als je die passie niet hebt, hou je het niet vol.”

Waren er dieptepunten?

“Als er doden vielen door het weer. Dan maakt het niet uit of je prognose klopte of niet. Laat het maar donderen en bliksemen, met alles erop en eraan: materiële schade is niet zo erg, die raakt wel hersteld. Maar als er mensen sterven, krijg je die nooit meer terug.”

Heeft het weer je ooit verrast?

“Oh, ja. Heel vaak, zelfs. Ik kan nog steeds met open mond naar het weer staan te kijken, en meer nog naar de wonderen der natuur. Als de zon schijnt en het begint te regenen, spring ik recht om de regenboog te zoeken: dat deed ik als kind al, en vandaag nog steeds.

“Ook de wolken blijven me verbazen. In de zomermaanden kun je weleens lichtende nachtwolken spotten: wolken die zo hoog hangen dat ze na zonsondergang nog de hele nacht lang het zonlicht weerkaatsen, omdat de zon in die periode amper onder de horizon verdwijnt. In het noorden zie je dan een soort zilverwitte schubben aan de horizon, de zogenaamde noctilucent clouds. Prachtig om te zien is dat. Of het noorderlicht: fantastisch!”

Eind februari was het noorderlicht ook in België te zien. Hoe uitzonderlijk was dat?

“Ik heb het noorderlicht eind jaren 80 ook gezien in België, maar de lichtvervuiling is hier zo groot dat het niet echt tot z’n recht komt. Maar in een omgeving waar het ’s nachts volmaakt donker is, zoals in IJsland, is het een fenomenale ervaring. Tijdens een van mijn weinige buitenlandse trips – ik ben niet zo’n reiziger – heb ik het noorderlicht daar ooit mogen aanschouwen: onvergetelijk.

“Ik blijf het ook prachtig vinden als het internationale ruimtestation ISS aan de hemel passeert. Dat post ik dan op de sociale media: ‘Nú kijken, mensen!’ Ooit kreeg ik een brief van een man die vertelde hoe hij altijd met z’n vrouw en kinderen de hemel had afgetuurd, op zoek naar het ISS. Zijn vrouw was ondertussen overleden, schreef hij, maar hij bleef samen met z’n kinderen kijken. (Ontroerd) Zoiets raakt me enorm.”

Lees ook

Frank Deboosere is met pensioen: ‘Ik ben er klaar voor. Tenminste: dat hoop ik’

MARTELSCHOENEN

Je bent eigenlijk heel toevallig weerman geworden.

“Eigenlijk heb ik dat vooral aan mijn vrouw Hilde te danken. Midden jaren 80 solliciteerde ze voor een job in het cultureel centrum van Strombeek-Bever. Karel Hemmerechts, de directeur informatie van de toenmalige BRTN, zat in de jury en polste of ze interesse had om aan de slag te gaan bij de openbare omroep: ‘We zoeken opvolgers voor Armand Pien, wilt u misschien deelnemen aan de testen?’ Ik werkte indertijd bij de Sterrenwacht, dus moedigde ik haar aan. ‘Zeg maar dat je man alles afweet van sterren!’ (lacht)

“Ik wilde haar vooral helpen om een goeie indruk te maken, maar Hilde interpreteerde dat als: Frank heeft óók interesse om mee te doen! Ze trok haar stoute schoenen aan, belde naar Hemmerechts en zei: ‘Ik wil graag komen, en mijn man ook.’ Na een aantal testen bleven we nog met zes kandidaten over. Even later hoorden we op de radio dat de vier opvolgers van Armand Pien gekozen waren, maar wij hadden geen telefoontje gekregen. Een beetje gepikeerd belden we naar de VRT: ‘Jullie hadden ons wel op de hoogte mogen brengen!’ Bleek dat we alle twee geselecteerd waren (lacht). Mijn vrouw heeft het uiteindelijk zes maanden gedaan, dan is ze ermee gestopt.”

Sindsdien blijft ze ver weg van de media.

“Het was niets voor haar. Ik heb mijn privéleven ook altijd zo goed mogelijk afgeschermd van de media. Niet dat er bij mij zoveel sappige details te rapen vallen: ik ben nog steeds getrouwd met dezelfde vrouw, en in mijn vrije tijd doe ik heel gewone dingen. Omdat ik het BV-schap nooit actief heb opgezocht, zijn mijn kinderen ook kunnen opgroeien in normale omstandigheden. Ze moesten zich nooit zorgen maken over ‘schijnvriendschappen’ – jongens en meisjes die enkel met hen bevriend wilden zijn omdat ze een bekende papa hadden. Idem voor de eerste liefjes die ze mee naar huis brachten.”

Schrokken de liefjes in kwestie niet als ze hun toekomstige schoonvader in levenden lijve zagen?

(lacht) “Misschien heel eventjes. Als weerman leid je een speciaal, onvoorspelbaar leven: je werkt tijdens de week én in het weekend, op de meest onmogelijke uren. Het is weleens gebeurd dat we plannen hadden gemaakt met het gezin, maar dat ik alles op het laatste moment moest afblazen omdat ik op de VRT werd verwacht. Hilde begreep dat, omdat ze zelf ook een paar maanden weervrouw was geweest. Ik mag me gelukkig prijzen dat zij me altijd heeft gesteund, en de boel thuis draaiende wist te houden.”

In je hele carrière heb je slechts één keer langer dan een week vakantie genomen, zei je ooit in Humo.

(knikt) “Veertien dagen De Panne, in 2001. Sabine Hagedoren en ik hebben het weerbericht meer dan twee decennia met z’n tweetjes gedaan: als een van ons beiden verlof nam, moest de andere inspringen. Ziekte, trouwfeesten, geboorte, begrafenissen... Het was soms heavy. In 2016 overleden mijn zus en Sabines echtgenoot kort na elkaar, met slechts een paar dagen verschil: ik hoef je niet te vertellen dat dat een heel moeilijke week was. Misschien heeft de VRT toen ingezien dat er een derde collega moest komen, want niet veel later vervoegde Bram Verbruggen ons team. Daar waren we erg blij om: niet alleen omdat de komst van Bram ons een beetje meer ademruimte gaf, maar vooral omdat hij een erg bekwame meteoroloog én een fijne collega is.”

Vanaf 3 april neemt wetenschapsjournaliste Jacotte Brokken je plaats in. De uitdaging die haar te wachten staat, is niet min.

“Ach, dat zal wel meevallen. Iedereen heeft z’n eigen stijl: Armand Pien viel ook onmogelijk te imiteren toen ik hem opvolgde. In het begin moet je een beetje zoeken, maar na verloop van tijd vind je je eigen draai wel. En voor je het weet ben je een deel van het meubilair, zoals ik.

(Verlegen) Ik vind het een beetje vreemd om zo over mezelf te praten. Kunnen we door naar de volgende vraag?”

Wat ga je het meeste missen?

“De collega’s, ook de mensen die achter de schermen werken: de schminksters, de kapsters, het technisch personeel, de poetsers.... Sommigen praten geen Nederlands, maar af en toe kwam iemand me zeggen dat ze naar het weerbericht keken om de taal te leren. Fantastisch, toch?

(Enthousiast) Het weer verbindt. Zelfs tijdens de Koude Oorlog, over het IJzeren Gordijn heen, werden data uitgewisseld over het weer. Ook nu blijven mensen hun best doen om de wereld weerkundige informatie te bezorgen, uit Rusland én uit Oekraïne.”

En wat ga je zeker níét missen?

“De Italiaanse martelschoenen van de VRT! Mijn voeten staan de hele tijd vol blaren. Ik heb heimwee naar vroeger, toen we maar tot ons middel in beeld kwamen. Soms presenteerden we het weer in short en op blote voeten: héérlijk (lacht).”

Bram Verbruggen maakt zich zorgen over de toekomst van het weerbericht, vertelde zijn vrouw Lien in Humo. Jonge mensen kijken niet meer naar de televisie, ze volgen alles online.

“Ik ben op dat vlak een gelukzak: voor mij is het gedaan, ik hoef me daar geen zorgen meer over te maken. Maar ik denk niet dat het weerbericht snel zal verdwijnen. Meteo-apps zijn dikwijls volledig automatisch gemaakt: als je in Mechelen woont, geven ze je soms totaal andere informatie dan in Bonheiden, amper vijf kilometer verderop. Dat kan niet, hè. Prognoses die door mensen zijn gemaakt, of op z’n minst door mensen zijn nagekeken, zullen altijd beter zijn.”

Het ChatGPT-weerbericht is niet voor morgen?

“Ik mag het hopen. Onlangs heb ik mezelf eens door ChatGPT gehaald: ‘Wie is Frank Deboosere?’ Mijn geboortedatum was fout, mijn studies waren fout, de prijzen die ik ooit heb ontvangen waren fout. En zo’n robot zou ooit het weer moeten voorspellen? Kom nu (lacht).

“Het weerpraatje is nog steeds waardevol, hoor. Het wordt druk gevolgd, niet alleen op de televisie, ook op de radio. Maar goed, ik kan natuurlijk niet in de toekomst kijken. Tien dagen zijn al moeilijk genoeg voor een weerman (lacht).”

Ook de VRT lijkt onzekere tijden tegemoet te gaan.

“Armand Pien heeft de vette jaren mogen meemaken. Ik heb zelf ook mooie tijden beleefd, maar in de loop der jaren zag ik hoe er steeds meer werd bespaard en beknibbeld. Nu is het krabben om te overleven, en moeten er keiharde keuzes worden gemaakt. Ik hou mijn hart vast voor wat er na de verkiezingen van 2024 met de VRT zal gebeuren. Misschien zwaai ik wel net op tijd af.”

Maar we zullen nog je van horen, toch?

“Sowieso. Ik zei het al: ik blijf bezig met het weer, dat kan ik niet loslaten.

“Weet je wat ik meer wil doen? Pianospelen. Ik speel af en toe in rusthuizen, voor mensen met dementie. Dat is zo mooi. Die mensen zitten in een andere wereld, maar als ik hun muziek begin te spelen, maken ze oogcontact, ze beginnen te lachen, ze zingen de refreinen van de liedjes mee. Ik hoor soms alternatieve versies die behoorlijk aangebrand zijn.”

Naar verluidt duikt jouw muziek wel vaker op in erotische settings.

(lacht) “Dat klopt. In de jaren 90 heb ik een plaat gemaakt voor Art for Ears, een alternatief label voor elektronische muziek. Op een dag hoorde ik tot mijn stomme verbazing een van mijn nummers op de radio, in De lieve lust, een erotisch getint programma op Studio Brussel. Mensen konden naar de studio bellen om allerlei, euh... ontboezemingen te doen, en blijkbaar was mijn muziek perfect geschikt als achtergrond bij die pikante gesprekken. Ik heb dat jaar 200 of 300 euro gekregen van Sabam: nóóit gedacht dat ik geld zou verdienen met die hobby (lacht).”

Misschien een ideetje om je pensioen aan te vullen? Het allerbeste, Frank!

© Humo

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234