Fortuinlijke Felix Levin wint 25ste Gentse Schaakfeest
brussel
Van onze medewerker
Wouter Janssens
'Hét zomertoernooi van de Benelux', vermeldt de affiche van het internationale open toernooi van de Koninklijke Gentse Schaakkring Ruy Lopez. Terecht, want alleen in de gastvrije Gentse Leopoldskazerne verbroederen elk jaar zoveel Belgische en Nederlandse schaakliefhebbers.
De KGSRL is de grootste vereniging van België, haar toernooi is met voorsprong het grootste en belangrijkste van het land. De 25ste editie werd het kwalitatief sterkste toernooi uit de reeks. 464 schakers ondernamen in dit jubileumjaar de reis naar het schaakmekka van Vlaanderen, onder hen ruim 300 buitenlanders. Hoewel het record van 539 deelnemers niet gebroken werd, gaf de aanwezigheid van vijftien grootmeesters (waaronder drie vrouwen) en negen internationale meesters het toernooi een bijzondere kleur. Een twintigtal professionals de weg naar je toernooi wijzen zonder startgelden uit te keren, je moet het maar doen.
De eindoverwinning ging niet naar Belgisch kampioen en zesvoudig winnaar Michaïl Goerevitsj, maar naar de 43-jarige, onder Duitse vlag spelende grootmeester Felix Levin. Voor Levin is het ongetwijfeld het grootste succes uit zijn carrière. De Duitser is een laatbloeier, want hij behaalde de grootmeestertitel pas in 1998. Door een speling van het lot moest Goerevitsj van alle deelnemers het zwaarste parcours doorlopen. Niettemin bleef Misja als enige ongeslagen. Omdat hij drie remises moest toestaan, strandde hij echter op de tweede rang.
Levin trof slechts twee keer een collega-professional als tegenstander. In de zesde van de negen ronden verloor hij van de Britse grootmeester Emms. Een geluk bij dat ongeluk was dat levin het door die nederlaag in de zevende en de achtste ronde mocht opnemen tegen zwakkere broertjes, en hij liet de winst niet liggen. In de slotronde greep de Duitse outsider zijn kans door de flink hoger gequoteerde Moldavische grootmeester Viorel Iordaceschu de baas te blijven. Aangezien geen enkele concurrent acht (of meer) punten uit negen partijen bij elkaar sprokkelde, eindigde fortuinlijke Felix helemaal alleen op de eerste plaats.
In een deelnemersveld met zoveel grote namen kregen de amateurs ruimschoots de kans zich in de picture te spelen. Van Vlaams-Belgische zijde waren er links en rechts zeer verdienstelijke remises tegen grootmeesters en meesters, maar drie landgenoten deden nog veel beter, want ze verzamelden de scalpen van drie grootmeesters. Nog mooier zelfs: die drie GM's waren Russen, en beslist niet van de minsten. Vlaams kampioen Geert Van der Stricht versloeg Tsjekatsjev (die een Van der Stricht-complex begint te ontwikkelen, want eerder dit jaar verloor hij al van Geert op een toernooi in het Franse Metz), Belgisch jeugdkampioen Steven Geirnaert klopte Safin (won vlak voor Gent nog heel knap het open Nederlands kampioenschap in Dieren), en Ruben Akhayan, een andere jeugdspeler, ging tegen Dvoirys met het volle punt aan de haal.
Ook bij de profs vielen er enkele aangename verrassingen te noteren. De eveneens iets minder hoog aangeschreven Bulgaar Inkjov en de Let Meijers kwamen veel vaker en beter in beeld dan Levin. Net als Goerevitsj, Iordaceschu, Savtsjenko en Emms was dat duo niet van de topborden weg te slaan. Gezien de reeks zware tegenstanders die ze moesten bekampen, boekten beide outsiders een uitmuntend resultaat.
De eindstand: 1. GM Levin (Dui) 8/9; 2. GM Savtsjenko (Oek), IM Meijers (Let), GM Inkjov (Bul), GM Emms (GB), GM Goerevitsj, GM Dgeboeadze 7,5; 8. GM Iordachescu (Mol), FM Dörenberg (NL), IM Pedersen N. (Den), FM Mohandesi, GM Ikonnikov (Rus), FM Lee (GB), FM Law (GB), WGM Gaponenko (Oek - beste vrouwelijke deelneemster), FM Hoogendoorn (NL) 7; enz.
De stand na 6 van de 9 ronden. Experten: 1. Alexandre Dgeboeadze 5/6; 2. Arthur Abolianin, Amir Bagheri, Geert Van der Stricht 4; 5. Pieter Claesen 3,5 6. Bart Michiels 2,5; 7. Martin Ahn, Andy Maréchal, Johan Goormachtigh 2; 10. Rudolf Meessen 1. A-reeks: 1. Jan Van Mechelen, Stefan Docx 4/6; 3. Luc Henris, Daniël Sadkowski, Marc Lacrosse, Kim Le Quang, Shahin Mohandesi 3; 8. Yves Duhayon, Steven Minyeyevtsev 2,5; 10. Serge Vanderwaeren 1,5. Dames: Simonne Peeters 6/6; 2. Sofie Brion 5; 3. Sylvie De Gueldre 4; 4. Marie-Janne Jonckers 3,5; 5. Vicky de Gueldre, Bettina Peeters 3; 7. Monique Mersie 2,5; 8. Monique Ganses, Adina Caramalau 1,5; 10. Ilda Vrijdagh.
De partij van deze week is een instructief gevecht uit het kampioenschap van de USSR van 1952, waarin de toenmalige wereldkampioen Botvinnik een nieuw strategisch concept lanceerde.
Wit: Botvinnik
Zwart: Keres
1. d4 Pf6 2. c4 e6 3. Pc3 d5 4. cxd5 (De ruilvariant van het damegambiet, die meteen duidelijkheid verschaft in het centrum.) exd5 5. Lg5 Le7 6. e3 0-0 7. Ld3 Pbd7 8. Dc2 Te8 9. Pe2 Pf8 10. 0-0 (Opmerkelijk: anno 1952 rokeerde wit met het koningspaard op e2 in de regel lang, met het oog op een pionnenstorm op de koningsvleugel. Met het paard op f3 rokeerde hij kort, en zette later voort met b2-b4 om een pionnenminderheidsaanval op de damevleugel te organiseren. Ook hier, met het paard op e2, lijkt dat het geval, maar het blijkt een schijnbeweging.) c6 11. Tab1 Ld6? (Deze 'aanvalszet' werkt als een boemerang: wit verandert het geweer van schouder en gaat zich met het centrum en de koningsvleugel bemoeien, toen in deze stelling een volledig nieuw concept.) 12. Kh1! Pg6 (Lxh2?? 13. Lxf6!) 13. f3! Le7 (Terug! Wit dreigt immers met grote kracht e4-e5 te spelen.) 14. Tbe1 Pd7 (Strategische capitulatie, maar het is niet zeker dat h6 15. Lxh6 gxh6 16. Lxg6 fxg6 17. Dxg6+ enz. beter is.) 15. Lxe7 Txe7 16. Pg3 Pf6 17. Df2 Le6 18. Pf5! (Botvinnik maakt geen haast met zijn centrumopstoot e3-e4, die hij al de hele tijd zit voor te bereiden. Hij wacht ermee tot zwarts actieve mogelijkheden nog verder zijn uitgehold.) Lxf5 19. Lxf5 Db6 20. e4! dxe4 21. fxe4 Tad8 22. e5 Pd5 23. Pe4 Pf8 24. Pd6 (De dreigingen tegen punt f7 beginnen concreet te worden. Het gaat nu snel.) Dc7 25. Le4! Pe6 26. Dh4 g6 27. Lxd5 cxd5 28. Tc1 Dd7 29. Tc3! Tf8 30. Pf5! (Hiermee kan wit alvast een kwaliteit winnen, maar hij is uit op nog groter wild: de zwarte koning.) Te8 31. Ph6+! Kf8 32. Df6 Pg7 33. Tcf3 (Dreigt pardoes Dxf7+ Txf7 35. Txf7+ Dxf7 36. Txf7 mat.) Tc8 34. Pxf7 Te6 35. Dg5 Pf5 36. Ph6 Dg7 37. g4 en zwart geeft op.
Wit: Kg1, Dd3, Tc1, Td1, Lf2, Pe2, pia4, b5, c4, e4, f3, g2, h2.
Zwart: Kg8, Db4, Tc8, Td7, Lb7, Pf6, pia7, b6, d5, e6, f7, g7, h6. 1. c5! (De zwarte dame zit in de val. Om haar te redden moet de zwartspeler een hoge prijs betalen.) Tdc7 (bxc5 2. e5 Pe8 3. Le1 Da3 4. Td3 met damewinst.) 2. c6 Lxc6 3. Lg3! (3. bxc6 Txc6 4. Dxc6 5. Txc6 Dxa4 is allesbehalve overtuigend.) Lxb5 4. Lxc7 Txc7 (Lxa4 5. Dd2) 5. Dxc7 Lxe2 6. Te1 met beslissend materieel voordeel voor wit.
Banas - Cibulka (2002)
Wit: Ke1, Dc3, Ta1, Th1, Lc1, Lf1, Pf3, pia2, b2, c4, d2, f2, g2, h2.
Zwart: Ke8, Dd8, Ta8, Th8, Le4, Pb8, Pg8, pia7, b6, c7, e6, f7, g7, h7.
Een venijnig openingsvalletje. Zwart heeft zich vergrepen aan de in gif gedrenkte pion op e4. Hoe straft wit aan zet dat af? De diagramstand ontstond na de zetten 1. c4 e6 2. Pc3 b6 3. e4 Lb7 4. Pf3 Lb4 5. Db3 Lxc3?! (Beter is Pa6) 6. Dxc3 Lxe4?