NieuwsVlaamse subsidies
Financiënminister Diependaele: ‘Vlaanderen denkt té vaak: ‘Laten we maar subsidies geven’’
Hij riep al een databank in het leven om orde in de subsidiechaos te scheppen, maar nu wil Vlaams financiënminister Matthias Diependaele (N-VA) het hele subsidiebeleid verstrengen. Lees: controles om de 5 jaar en subsidies die altijd beperkt worden in de tijd.
13,3 miljard euro: zo veel spendeerde de Vlaamse overheid in 2020 aan subsidies, op een totale begroting van 51 miljard euro. Dat er in uitzonderlijke gevallen wat te kwistig of zelfs frauduleus met dat geld wordt omgegaan, bewees de affaire rond Vlaams Parlementslid Sihame El Kaouakibi (ex-Open Vld) en haar dansvereniging Let’s Go Urban. “Maar zo’n fraude is écht zeldzaam. Dat geloof ik in alle eerlijkheid”, zegt minister Matthias Diependaele. Toch wil hij de voorwaarden om aanspraak te maken op subsidies stevig verstrengen. “Ik denk dat wij in Vlaanderen té veel een subsidiereflex hebben. Als er een nood is of er werkt iets goed, dan denken we te vaak te snel: ‘Laten we er subsidies aan geven.’ Ik denk dat die redenering verkeerd is.”
Niet wie, maar waarom
Met groen licht van de ministerraad gaat Diependaele het subsidiebeleid vanaf 2022 veranderen. “De vraag kan niet zijn: wie moet subsidies krijgen? Het draait om: waarom moet een bepaalde organisatie geld krijgen, om welk maatschappelijk probleem op te lossen?” Een fictief voorbeeld: een vzw levert goed werk om een bepaalde groep sneller aan het werk te krijgen. Maar dat ‘probleem’ zou mogelijk ook door de VDAB verholpen kunnen worden - en is het dus niet nodig om een andere organisatie daarvoor geld te geven.
De Vlaamse regering wil ook meer kunnen bepalen waarvoor het geld precies moet dienen binnen de organisatie. “Het mag niet zomaar een blanco cheque zijn, dat voor eender wat binnen de werking kan gebruikt worden. De regering moet het doel duidelijk definiëren en het geld moet specifiek dienen om dat maatschappelijk doel te verwezenlijken”, vindt de minister. Elk beleidsdomein, zoals bijvoorbeeld Onderwijs of Welzijn - want zij kiezen welke organisaties subsidies krijgen, niet Diependaele - moet daarom jaarlijks een grondige doorlichting doen.
Subsidies voor maximaal 5 jaar
Niet alleen worden de toegangsvoorwaarden strenger, er zal ook grondig gecontroleerd worden op de gegeven subsidies. “Nu gebeurt dat niet bij elk domein voldoende. Het doel is dat elke subsidie minstens om de 5 jaar – maar dat kan ook al na 2 of 3 jaar – geëvalueerd wordt. Dat gaat steekproefgewijs gebeuren, net als bij een belastingcontrole. Het dient om fraude op te sporen, maar het is ook de plicht van de overheid om te evalueren of het belastinggeld wel naar de juiste doelen gaat”, legt Diependaele uit. Een extra controleorgaan met meer mankracht wordt op poten gezet om die ambitie werkelijkheid te maken. Daarvoor is extra budget voorzien, “maar hoeveel precies is nog niet tot op de eurocent berekend”.
“Dit is geen besparingsoefening, maar het moet er wel voor zorgen dat de middelen efficiënter ingezet worden”, aldus Diependaele. “Subsidies mogen niet gezien worden als iets dat wij zomaar uitdelen, zonder controles. Integendeel, het moet een instrument zijn dat ons beleid stuurt.”