expo u Het huis Bing toont de rol van Belgische kunstenaars
De expositie is minder sprankelend dan ze in Amsterdam was
Parijse art nouveau in hartje Brussel
Meer dan een jaar geleden was L'Art Nouveau - Het Huis Bing in Amsterdamte zien. Door een gelukkig toeval loopt de esthetisch verfijnde tentoonstelling vanaf morgen in de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten in Brussel, nadat ze ook München en Barcelona heeft aangedaan.
Brussel
Eigen berichtgeving
Eric Rinckhout
Normaal gezien was de expositie gepland in het Parijse Musée des Arts Décoratifs, maar dat museum zit nog volop in de verbouwingswerken, zodat Brussel gretig inging op het aanbod om de tentoonstelling te ontvangen. Brussel heeft namelijk iets met art nouveau en de tentoonstelling zelf toont nogal wat werk van Belgische kunstenaars.
Siegfried Bing was een Frans-Duitse kunsthandelaar die met zijn Parijse galerie L'Art Nouveau (1895) de naamgaf aan de innoverende kunststroming van rond de vorige eeuwwisseling. Bing was niet alleen een commerçant, hij was ook een pionier. Hij verkocht kunst, maar richtte ook salons en exposities in.
Hij liet publiek en artiesten in Parijs eerst kennismaken met de tot dan toe weinig bekende Japanse kunst, die daarna een bepalende rol zou spelen in de ontwikkeling van de sierlijke 'palingstijl' van de art nouveau. Ook België speelt in het verhaal van Bing een belangrijke rol. De inspiratie voor zijn galerie voor hedendaagse kunst deed hij op in Brussel, bij het salon La maison d'Art, dat eerst op de Warmoesberg, en later opde Gulden Vlieslaan was gevestigd. Om zijn Parijse kunsthandel te verbouwen deed hij een beroep op de Belgische architect Victor Horta, maar de samenwerking raakte niet verder dan de tekentafel. Bing ging wel in zee met kunstenaars als Henry van de Velde, Théo van Rysselberghe, Frank Brangwyn en Georges Lemmen. Met het beeldhouwwerk van Constantin Meunier hield Bing zelfs een expositie in Londen.
Brussel toont nagenoeg dezelfde schilderijen, tekeningen, ontwerpen en kunstvoorwerpen als Amsterdam, maar de expositie zelf is minder sprankelend. Het Amsterdamse Van Gogh Museum richtte zijn zalen in als een grote drukke winkel, een overvolle stapelplaats. En dat werkte. De vazen van Tiffany en van het weinig bekende Rookwood konden er mateloos schitteren. Brussel kiest voor een conventionelere aanpak, de tentoonstelling is er onderverdeeld in segmenten, maar daar zijn de beperkingen van de ruimte natuurlijk niet vreemd aan. De vazen en andere siervoorwerpen krijgen een plaats in vitrines die in de wanden zijn ingewerkt, waardoor je ze niet uit verschillende hoeken kunt bekijken en ze een wat vreemde platheid krijgen. Daglicht is helemaal buitengesloten - hoewel Bing juist veel natuurlijk licht in zijn galerie wilde hebben - en de wanden zijn allemaal in een roestkleurig roodbruin geverfd, waardoor het geheel een wat saaie, dorre aanblik biedt. Het is een keurige tentoonstelling, waar helaas te weinig leven en schittering in zit. Toch is er veel fraais te zien.
Maar het verhaal zelf blijft natuurlijk wel overeind. Het boeiende verhaal van de wortels van de art nouveau en van een man met een goede neus en een missie. Dat is de rode draad die de vele mooie objecten van de expositie met elkaar verbindt. Brussel zet als extraatje een dossiertentoonstelling rond Constantin Meunier op, waarin de twee exposities die Bing over de Belgische beeldhouwer organiseerde, aan bod komen.
Jammer genoeg gebruiken de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten de tentoonstelling niet om expliciet het verband te leggen met de vele art-nouveauschatten van Horta en zijn tijdgenoten die Brussel zelf rijk is. Dat is een gemiste kans.
L'Art Nouveau - Het Huis Bing van 17 maart tot 23 juli in de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten, Koningsplein 3 (ingang Gresham), Brussel. Van dinsdag tot zondag, 10-17 uur. Maandag gesloten. Meer info: 02/508.32.11 en www.expo-bing.be
De recensie van de oorspronkelijke expositie in Amsterdam is integraal te lezen op de site van De Morgen: www.demorgen.be/kunst