Donderdag 08/06/2023

Expert waarschuwt voor drastische hervorming kinderbijslag

In plaats van de kinderbijslag volledig te hervormen, is het beter het bestaande systeem grotendeels te behouden maar selectiever te maken. Concreet zou dat leiden tot een iets lagere basisbedrag voor iedereen, maar een hogere bijslag voor de gezinnen die het echt nodig hebben. Dat heeft Wim Van Lancker van het Centrum voor Sociaal Beleid Herman Deleeck gezegd op een studiedag over de regionalisering van de kinderbijslag, georganiseerd door Decenniumdoelen 2017, het forum van armoede-, werknemers- en welzijnsorganisaties.

Redactie

De zesde staatshervorming maakt de regio's bevoegd voor de kinderbijslag. Alle Vlaamse partijen lijken het erover eens dat die regionalisering het geschikte moment is om het bestaande systeem bij te sturen. Het huidige systeem is niet alleen bijzonder complex (verschillende stelsels met talloze mogelijke toeslagen), maar zou ook weinig effectief zijn in het bestrijden van kinderarmoede.

Geef elk kind een gelijk basisbedrag en geef arme gezinnen een extra toeslag. Verschillende Vlaamse partijen zoals CD&V, sp.a, Groen en N-VA zijn het eens met die basisstelling. N-VA wil de armoedetoeslag wel degressief maken om de werkloosheidsval te vermijden en Groen wil op langere termijn ook de vermogens van de gezinnen in rekening brengen.

Maar die vier partijen zijn het alvast eens over een extra toeslag voor gezinnen in armoede. Sp.a noemde daarbij al een concreet cijfer, namelijk een gezinsinkomen onder de 2.500 euro.

Open Vld: "Bestaand systeem omkeren"
Ook Open Vld is voorstander van zo'n extra toeslag voor gezinnen in armoede, maar wil het bestaande systeem wel omkeren. Nu krijgen gezinnen voor een derde kind bijvoorbeeld veel meer dan voor een eerste kind. De Vlaamse liberalen pleiten voor een hogere bijslag voor het eerste kind. "Omdat een eerste kind gewoon meer kosten met zich meebrengt en gezinnen doorgaans minder inkomsten hebben wanneer ze aan kinderen beginnen", legt Vlaams parlementslid Peter Gysbrechts uit.

Maar onderzoeker Wim Van Lancker van het Centrum voor Sociaal Beleid Herman Deleeck waarschuwt voor te drastische hervormingsplannen met de kinderbijslag. Zo zou het toekennen van sociale toeslagen op basis van het gezinsinkomen wel eens moeilijker kunnen blijken dan gedacht. "Welk inkomen gaat men hanteren? We slagen er nu niet in om dat goed en snel te meten. Hoe gaat men dat controleren? Wat ook met de administratieve kost? En sowieso zal het worden uitgerold naast het bestaande systeem en speken we van een periode van 30 jaar", aldus Van Lancker.

Zelf stelt hij voor het huidige systeem op korte termijn te behouden, maar selectiever te zijn. Zo zou het algemene basisbedrag iets verlagen, maar zouden de sociaal zwakkere gezinnen meer krijgen.

Cijfervoorbeeld
Van Lancker geeft een cijfervoorbeeld: als het budget voor sociale toeslagen verhoogd zou worden van 6 naar 10 procent, zou het armoederisico bij eenoudergezinnen (een grote risicogroep in de armoedecijfers) met 6 procent afnemen. In een scenario waarbij elk kind evenveel krijgt (172 euro - zonder sociale toeslagen) zou het armoederisico bij eenoudergezinnen met 3 procent stijgen.

Volgens Van Lancker kan die bijsturing er al voor zorgen de kinderbijslag een sterker instrument wordt tegen de (kinder)armoede. Op langere termijn zal er volgens hem ook een grondige vereenvoudiging van het systeem nodig zijn. Maar dan moet men rekening houden met de performantie van het systeem, de mogelijke winnaars en verliezers en de technische capaciteit.

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234