Eurosong haalt het van Euroshow
De tijd dat een paar pluimen in je gat volstonden om het Eurovisiesongfestival te winnen, lijkt voorbij. De overwinning van de Portugees Salvador Sobral bewijst dat het ook in Eurovisieland steeds meer om de songs draait.
"Muziek is geen vuurwerk, muziek is gevoel. We moeten de muziek terugbrengen naar het Songfestival." De reactie van kersvers winnaar Salvador Sobral loog er niet om; de 27-jarige Portugees is niet meteen fan van de richting die het Eurovisiesongfestival de voorbije twintig jaar is ingeslagen. Het festival dat halfweg jaren 50 begon als een wedstrijd waarbij deftige heren en dames achter een microfoonstandaard hun lied ten berde kwamen brengen, vervelde de voorbije twee decennia tot een show waarbij kostuumwissels, vuurwerk en smeuïge achtergrondverhalen voorrang kregen op de muzikale kwaliteiten.
Een bloemlezing: In 2006 gingen de gemaskerde Finnen van Lordi met de hoofdprijs lopen. Rusland stuurde in 2012 dan weer een bende grootmoedertjes het podium op. Zingen konden ze niet, maar het feit dat ze live op het podium een brood bakten, leverde hen een tweede plaats op. En dan was er nog de vrouw met de baard, Conchita Wurst, die in 2014 als winnares de geschiedenisboeken in ging. "Sindsdien is het tij beginnen keren", zegt André Vermeulen, die het Songfestival al een eeuwigheid volgt. "Het draait al een aantal jaar meer om de songs en minder om de show die er rond verkocht wordt." Met de overwinning van Sobral die zijn song 'Amar Pelos Dois' helemaal alleen, en zonder franjes, bracht als voorlopig hoogtepunt. Ook de goede prestatie van de Belgische Blanche, die met haar sobere act vierde werd, past trouwens in die trend.
Gerrit Kerremans, algemeen muziekcoördinator bij de VRT, ziet de herinvoering van de vakjury in 2009, als belangrijkste oorzaak voor die evolutie. "Dat zijn toch mensen die meer aandacht hebben voor de kwaliteit van de songs dan voor de show die er rond hangt." Volgens Vermeulen speelt ook de economische crisis een rol. "Overal in Europa moeten openbare omroepen op de centen letten. Veel geld uittrekken voor een spectaculaire Songfestival-act is dan meestal geen prioriteit meer."
Couleur locale
Al zal het Songfestival altijd wel een beetje een circus blijven. Ook in de meer sobere editie van dit jaar joeg Italië bijvoorbeeld een gorilla het podium op, kwam Roemenië met een jodelende zangeres aanzetten en kwam er aan de podiumact van Azerbeidzjan een man met een paardenkop te pas. "Dat soort dingen hoort er ook bij", vindt Peter Van de Veire, die het Songfestival becommentarieerde. "Het is ook leuk dat er bij die acts een beetje couleur locale het podium op sluipt."
Maar dat die gimmicks niet meer van doorslaggevend belang zijn, is zelfs volgens de grootste liefhebbers van kitsch en camp een goede zaak. "Een nummer als dat van Salvador Sobral heeft echt wel de kwaliteit om ook bij ons op Radio 1 en Radio 2 gedraaid te worden", vindt Kerremans. "Dat was in het verleden niet bij alle Songfestival-winnaars het geval. En 'City Lights' van Blanche was dit jaar zelfs op Studio Brussel te horen. Dat bewijst toch dat het een nummer is dat een breed publiek kan aanspreken."
De keuze voor meer muziek en minder show zou het Eurovisiesongfestival in de toekomst ook aantrekkelijker kunnen maken voor gevestigde namen. Die bleven in het verleden liever weg van de liedjeswedstrijd, de kans bestond immers dat ze het onderspit moesten delven tegen een bende baboesjka's of een vrouw met een baard. "Het zou een goede zaak zijn mochten ook grotere namen willen deelnemen", vindt Kerremans. "Dat kan de reputatie van het Songfestival alleen maar ten goede komen." Al zal het altijd moeilijk zijn om artiesten met naam naar Eurovisie te lokken, denkt Van de Veire. "Ik zeg al jaren dat we Stromae moeten sturen. Maar die heeft op zo'n Songfestival weinig te winnen en vooral veel te verliezen. Een rampscenario als dat van Engelbert Humperdinck, die ondanks zijn naam met amper 12 punten op de voorlaatste plaat strandde, dat wens je toch niemand toe."