Europees parlement verdeeld over Kosovo
Het Kosovo-debat in het Europees Parlement (EP) heeft de verdeeldheid van de Europese Unie duidelijk in de verf gezet. Zowat de helft van de 33 sprekers was het niet eens met de unilaterale onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo. De twee Belgische sprekers, Annemie Neyts (Open-Vld) en Bart Staes (Groen!), gingen er wel mee akkoord.
"Beschaamde Europeaan"
Opmerkelijk was dat de Servische minister van Buitenlandse Zaken Vuk Jeremic de hele dag in Straatsburg vertoefde. Hij sprak er de parlementscommissie Buitenlandse Zaken toe. "Voor u staat een fiere en beschaamde Europeaan", zo begon Jeremic zijn toespraak. "Ik ben beschaamd omdat het hier om een etnisch gemotiveerde afscheiding gaat en de fundamenten van het internationaal rechtsysteem alsook de waarden van de Europese constructie geweld worden aangedaan".
Met heel veel nadruk stelde Jeremic dat Servië, zolang het bestaat, het onafhankelijke Kosovo nooit zal erkennen. Immers, aldus de Servische minister, "de onafhankelijksverklaring is unilateraal, illegaal en niet gelegitimeerd".
De Servische bewindsman herhaalde nog eens dat zijn land alle politieke en diplomatieke acties zal ondernemen om deze illegale daad ongedaan te maken. Opnieuw sloot Jeremic echter het gebruik van geweld uit. "Geweld kan geen enkele crisis duurzaam oplossen".
Europese aanwezigheid
In zijn toespraak zei hij wel dat Servië zich niet kant tegen de aanwezigheid van de civiele EU-missie in Kosovo. "Wij juichen elk engagement van de Unie in de Westerse Balkan toe", aldus Jeremic. Er volgde echter een maar. "Deze missie moet een mandaat van de Veiligheidsraad hebben, want alleen op deze manier kan ze haar taak, de naleving van de rechtsorde, uitvoeren."
Uitgerekend de zending van de civiele missie was voor Servië de reden om op 5 februari het politiek interimakkoord met de Europese Unie af te blazen. Dat akkoord moest het pad voor het Stabilisatie- en Associatie-Akkoord (SAA) effenen.
Servië heeft nog een andere vraag voor de VN-topman. Het land wil dat het de onafhankelijkheidsverklaring ongedaan maakt en het Kosovaars parlement ontbindt. De VN kan dat, want op 15 mei 2001 kondigde de VN het grondwettelijk kader van de voorlopige Kosovaarse instellingen af. De VN, in casu de Speciale Vertegenwoordiger van de VN, liet toen heel duidelijk vastleggen dat hij in alle essentiële kwesties het laatste woord behoudt. "Het Kosovaars parlement", zo luidt de Servische stelling, "was niet bevoegd om de onafhankelijkheid uit te roepen, bijgevolg gaat het om een illegale daad".
België 1830
In de plenaire zitting verdedigden de Sloveense minister van Buitenlandse Zaken, Dimitrij Rupel, en EU-Commisaris Olli Rehn de onafhankelijkheid en de Europese houding. "We hebben werkelijk alles gedaan", stelde Rehn, "om tot een onderhandelde oplossing te komen".
Neyts herinnerde de vergadering aan de manier waarop België in 1830 onafhankelijk werd en zich na vijftien jaar van Nederland afscheidde. "Nederland ging er aanvankelijk ook niet mee akkoord", aldus Neyts, "maar na 9 jaar besloot het België toch te erkennen". Daarmee probeerde Neyts het Servisch verzet te relativeren.
Volgens Staes, die zondag in Pristina de onafhankelijkheidsverklaring bijwoonde, ging het om een "onvermijdelijk" gebeuren. Hij wees er ook op dat één en ander gebeurde in het volle respect van het plan-Ahtisaari en dat er deze week reeds 11 wetten, die het recht van de minderheden moeten beschermen, zullen worden goedgekeurd.
Tenslotte stelde Staes vast dat alle minderheidsgroepen in Kosovo, de Servische uitgezonderd, zich achter de onafhankelijkheidsverklaring hebben geschaard. Staes besloot met de bedenking dat de toekomst van zowel Servië als Kosovo in Europa ligt. Op vraag van de grote fracties werd het debat niet met een resolutie afgesloten. Daarvoor is de verdeeldheid in die fracties blijkbaar te groot. (belga/gb)