'Er zijn nog heel veel wachtenden voor u'
Bent u net, na lang wachten, de trotse bezitter van de nieuwste iPad of chocokleurige chihuahua, dan moet u nu misschien alweer geduld oefenen om uw kind in te schrijven in een school, uw moeder in een rusthuis of uzelf in een sportclub. Niemand ontsnapt nog aan wachtlijsten.
Al 50 jaar lang krijgt Herman De Croo (Open Vld) een paar keer per week Vlamingen over de vloer die iets van hem willen. Niet zelden is dat iets: een wachtlijst omzeilen. "Er zijn drie grote categorieën", zegt de burgervader van Brakel. "De kinderopvang, de rusthuizen en de sociale woningen. Mijn ervaring is dat dat eerste zichzelf oplost, het tweede ernstig is, maar het derde het echt grote probleem vormt. Er zijn mensen die vanuit Limburg komen om mijn hulp te vragen. Limburg! Ik ken ze niet en ze kunnen niet op mij stemmen, maar blijkbaar hebben ze er vertrouwen in dat ik iets kan doen."
Maar dat valt meestal tegen. "Ik luister - dat is al veel - en ik verwijs iedereen naar de juiste diensten", zegt De Croo. "Meer kan ik niet doen. Soms is het wel zo dat mensen al jaren op een lijst voor een sociale woning staan en dat hun situatie ondertussen veranderd is waardoor ze op de lijst kunnen stijgen. Dat werkt met criteria, hé. Een alleenstaande moeder schuift bijvoorbeeld enkele plaatsen op. Vaak weten die mensen dat niet en daar wijs ik ze dan op. U mag niet vergeten dat ik hier de meest erbarmelijke toestanden zie."
Andere politici gaan wel eens een stapje verder. Daar weet Vincent Frédéricq van de Federatie van Rusthuizen van België (Ferubel) alles van: "In rusthuizen komen nogal eens brieven van politici aan die vragen om aan die mevrouw of die meneer voorrang te geven", zegt hij. "Ah, ja de familie probeert koste wat kost een plaats te vinden. Ik begrijp dat wel. Het gaat vaak om crisissituaties: moeder valt, moet naar het ziekenhuis, kan niet meer terug naar huis en daar sta je dan. Maar de wachtlijsten worden ook kunstmatig lang gehouden. Om zeker te zijn van een plek schrijven sommigen zich in verschillende instellingen in. Zo ken ik een mevrouw uit Luik die op zeven wachtlijsten stond."
Er zijn van die levensnoodzakelijke dingen waar je niet op wilt wachten. De dokter, bijvoorbeeld. Niemand die er vrolijk van wordt om te horen 'dat het volgende gaatje voor een afspraak op 1 juni is', zoals de Neus-, Keel- en Oor-afdeling van het UZ Antwerpen deze week liet weten.
"Dat is een uitzondering", zegt Joris Vanvinckenroye van Royal Doctors."In België zijn er, voor operaties, eigenlijk zo goed als geen wachtlijsten. In Nederland is het een andere zaak. Daar kun je met gemak negen maanden zitten wachten op een nieuwe heup. Het systeem is helemaal anders: ze werken met vaste budgetten en een beperkt aantal patiënten per dag. Belgische artsen zijn zelfstandigen. Als je hier een maand moet wachten is het lang."
Vanvinckenroyes bedrijf zoekt, in opdracht van verzekeraars, de snelst mogelijke afspraak met een specialist. "Wij kruipen niet voor", zegt hij. "Vergelijk ons met booking.com, maar dan voor dokters. Elke ochtend krijgen wij van ziekenhuizen de opties door en op die manier hebben wij een totaal overzicht. Vorig jaar hebben we 4.000 Nederlanders naar Duitsland laten overbrengen voor een consultatie of ingreep. In Duitsland is helemaal geen probleem. Daar zijn heel veel dokters en hun vergoeding is beperkt, waardoor ze veel patiënten per dag inplannen."
Cadeautje op het bureau
Royal Doctors werkt niet of nauwelijks met particulieren. Aandringen heeft dus geen zin, maar elders gebeurt dat volop. "Wie nu een sociale huurwoning heeft in het centrum van Gent, heeft daar gemiddeld euh... even kijken, 1.775 dagen op gewacht. Dat is vier jaar en acht maanden", rekent Liselotte Soenen van de sociale-huisvestingsmaatschappij Volkshaard uit. "Als ik de randgemeenten erbij neem, is dat niet veel minder. En u moet weten: dat zijn ook de mensen die al twintig jaar in een woning zitten. Tegenwoordig moet je toch meer dan vijf jaar geduld hebben."
En dat heeft niet iedereen. "De meeste mensen proberen een beroep te doen op de emoties", zegt Soenen. "Wij zijn toch een sociaal geval, zeggen ze dan. Dat vind ik altijd vreemd, dat je zoiets van jezelf zegt."
Maar wat ze nog veel vreemder vond was een cadeautje dat laatst op haar bureau stond. "Het was een doosje pralines met daarin 500 euro", zegt Soenens. "Ik was geshockeerd en ik heb die mensen meteen gebeld met de mededeling dat ze het moesten komen halen. We zeggen het zo vaak: wij nemen geen cadeaus aan. Niet als ze een woning hebben en al zeker niet vooraf. Er zijn er die blijven proberen, al zijn het uitzonderingen. We hebben hier ook al parfum en juwelen toegestuurd gekregen."
Wie kinderen krijgt, leert wachten. Vlak nadat de predictor roze gekleurd is, start het wachten voor een crèche. Zodra die binnen is, stopt het niet. De kamperende ouders aan scholen zijn een bekend fenomeen. Inmiddels hebben ze een callcenter, maar jarenlang was de Don Bosco-school in Haacht de meest gegeerde van het land. Als je tenminste op de wachtrijen afging.
Doordat de ouders meestal zelf een lijst maakten van wie in welke volgorde arriveerde, was valsspelen moeilijk. Al waren er wel eens pogingen, zo laat de school weten: af en toe kwam er een brief van een dokter die liet weten dat hij zijn kinderen graag had ingeschreven maar wegens professionele bezigheden niet kon komen aanschuiven.
Ook in de vakanties is het drummen voor een plekje op kamp voor de kroost. "In januari hadden we voor sommige kampen makkelijk veertig à vijftig kinderen op de wachtlijst staan", zegt Bart Delrue van Kazou Zuid-West-Vlaanderen. "Bij de jongere kinderen is vooral het dolfijnenkamp populair en bij de ouderen zijn de buitenlandse vakanties. Ondertussen hebben de meesten toch genoegen genomen met een alternatief, maar er wachten er zijn er nog altijd een dertigtal die hopen dat er plaatsen zullen vrijkomen voor de dolfijnen of voor Umbrië. Als ze dan komen smeken omdat het neefje of nichtje of de beste vriend wel ingeschreven is geraakt, dan proberen we wel eens iets te doen, maar we kunnen geen bedden blijven bijzetten."
Ook voor statussymbolen
Kinderopvang, rusthuis, de dokter of een sociale woning: het wachten is van moetens. Maar voor velen onder ons houdt het daar niet op. "Zes maanden", antwoord Sabine van For Chi op de vraag hoe lang er moet gewacht worden op een chihuahua. "Toch als je een chocokleurige of egaal beige wil. Die zijn het meest gewild. Zo'n diertje kost al gauw 750 euro, maar sommigen willen nog enkele honderden euro's meer geven om voorrang te krijgen." Maar daar gaan ze bij For Chi niet op in: "Geduld is een goede zaak als het om de aankoop van een huisdier gaat."
Fashionista Tiany Kiriloff wacht dan weer vol ongeduld op laarsjes van Isabel Marant. "Ergens in juli of augustus moeten ze er zijn", zegt ze. Isabel Marant is hip: op sneakers van zowat 450 euro is het ook twee à drie maanden wachten. "Ik heb ook nog eens ooit op een wachtlijst voor Pradaschoenen gestaan", zegt Kiriloff. "Maar dat is omdat ik vaak meteen iets reserveer wat ik op de catwalk gezien heb. Dan moet je geduld hebben want het is pas zoveel maanden later te verkrijgen. Chanel heeft ook elk seizoen een beperkt aantal tinten nagellak waarvoor je je moet haasten."
Twee jaar geleden lieten zo honderd vrouwen zich bij het Britse Selfridges registreren in de hoop toch nog een flesje jadegroene nagellak te pakken te krijgen. Maar bij de echte it-items, zoals de Birkin-bag van Hermès, hebben wachtlijsten niets te maken met een nieuwe lancering. Je wandelt nóóit zomaar een Hermèswinkel binnen om tien minuten later buiten te staan met een Birkin aan de arm. Het wachten is een statussymbool.
Dat de factor exclusiviteit ook meespeelt, probeert Gaston Truyens van de Rinkven Golf en Country Club in 's Gravenwezel nog enerzijds te verdoezelen. "Wij hebben een ledenaantal waar we niet over gaan", zegt hij. "Dat staat in de statuten van de club. We hebben twee banen van achttien holes en het mag toch niet te druk worden." Het is een kalm seizoen bij Rinkven. Wie zich op dit moment aanmeldt, moet niet wachten. "Er is natuurlijk altijd een zekere wachtperiode", zegt Truyens. "Niemand kan zich hier gewoon komen inschrijven. Je moet een aanvraag indienen en twee peters hebben binnen de club. Maar op dit moment is het rustig. Dat was in het verleden wel eens anders. Er zijn leden die twee à drie jaar hebben moeten wachten vooraleer ze lid konden worden."
Al is er een uitzondering. Zonen en dochters krijgen voorrang en in het reglement van de club staat ook dat er vijf plaatsen per jaar zijn voor would-be leden die voorgedragen worden door de raad van bestuur 'omwille van commerciële, sportieve of strategische overwegingen'. "We gaan daar niet flauw over doen", zegt Truyens. "Als Patrick Janssens hier morgen wil komen golfen, dan is hij welkom."
Wie op de juist plek wil uit eten gaan, moet geduld hebben - als u op een zaterdag bij Jeroen Meus' Luzine wil aanschuiven kunt u pas in december terecht -, een zwemclub met ietwat naam heeft een wachtlijst van een jaar, bij sommige tennisclubs is het dringen en als u uw boot in de haven van Blankenberge wil leggen, moet u eerst een andere plek vinden om het vaartuig te stockeren.
"Het is toch een jaar of twee wachten", zegt havenmeester Anthony Everaert van de Royal Scarphout Yachtclub. "De boten worden alsmaar groter en daardoor zijn de plekken beperkt. Wie aan aanvraag doet, moet goedgekeurd worden. Het belangrijkste criterium is varen. Wij zijn geen botenparking. Wie hier wil aanmeren, moet ook wel degelijk zijn boot gebruiken."
Het wachten bij de Blankenbergse jachtclub is niet gratis. Er wordt een eenmalige vergoeding van 40 euro gerekend en per jaar wachten komt daar nog eens 40 euro bij. "Dat is een vorm van klantenbinding", zegt Everaert. "Zo vermijden we dat eigenaars zich op verschillende wachtlijsten inschrijven waardoor wij uiteindelijk in de problemen komen en plekken toekennen aan mensen die niet meer komen opdagen."
Het hoeft overigens niet allemaal highbrow te zijn. Voor iets simpel als een volkstuintje in Antwerpen is het ook al drie à vier jaar aanschuiven. "Er staan 168 mensen op de wachtlijst", zegt Sonja Vercauteren, verantwoordelijk voor de volkstuinen in het district Antwerpen. "Nummer een heeft zich ingeschreven op 1 augustus 2008. Dat zegt genoeg. Aan een volkstuin geraak je alleen maar als een eigenaar sterft, iemand stopt of een tuinier eruit gezet wordt. Het verloop is niet zo groot. Al moet ik zeggen dat er soms wel iemand is die eruit vliegt. Onze tuinen zijn om te bewerken, niet om in de zomer te komen zonnen of te barbecuen."
Soms krijgt Vercauteren wel eens een sla toegestopt. "Maar die eet ik niet op, hoor", zegt ze snel. "De meeste mensen die willen voorkruipen op de wachtlijst, komen met een zielig verhaal: ze zijn invalide of depressief en ze hebben een tuintje nodig om zich beter te voelen. Ik ben echter consequent: eerst is eerst."