Maandag 05/06/2023

En alles bleef zoals het was

Merkwaardig: onmiddellijk na de schietpartij vorige zaterdag in Arizona, die Congresvrouw Gabrielle Giffords net niet het leven kostte, zes mensen doodde en dertien anderen verwondde, schoot de verkoop van vuurwapens in de VS de hoogte in. In Arizona gingen er 60 procent meer Glock-pistolen over de toonbank, het wapen dat dader Jared Lee Loughner gebruikte om zijn slachtpartij aan te richten.

Die Glock was het voorwerp van heel wat controverse in de voorbije dagen. Loughner gebruikte er één met een verlengd magazijn, waar 33 kogels in passen. Hij werd door omstanders overmeesterd toen hij probeerde te herladen. Toen Bill Clinton president was, werd een wet goedgekeurd die zulke verlengde magazijnen verbood. Was het verbod nog van kracht geweest, dan had Loughner hoogstens tien kogels kunnen afvuren. Het Congres liet het verbod in 2004 echter aflopen.

De gestegen wapenverkoop heeft ongetwijfeld te maken met de vrees voor een strengere wapenwet, zodat mensen op de valreep nog een Glock te pakken proberen te krijgen. De Democratische Congresvrouw Carolyn McCarthy uit New York, wiens man in 1993 werd doodgeschoten, diende deze week alvast een bescheiden voorstel in om verlengde magazijnen te verbieden. Maar met een steeds sterker wordende wapenlobby is het twijfelachtig of zelfs dat lukt.

Te weinig wapens

Volgens Ladd Everitt, de communicatiedirecteur van de Coalition to Stop Gun Violence (CSGV) in Washington DC, liep er vorige zaterdag een hele reeks zaken mis in Arizona. “Deze jongeman slaagde toen hij dat wapen kocht voor een achtergrondonderzoek bij een wapenhandelaar, ondanks het feit dat iedereen die hem kende wist dat hij zwaar gestoord was en een potentiële bedreiging vormde voor de publieke veiligheid. Zowel de politie als het leger wisten dat hij drugs gebruikte. Men had hem dat wapen dus nooit mogen verkopen.”

De CSGV wil onder andere een verbod op magazijnen met verhoogde capaciteit en strengere achtergrondonderzoeken. “Er zijn een aantal staten waar men zulke procedures heeft, waaronder New York en Californië”, zegt Everitt. “Daar had Loughner nooit een wapen kunnen kopen.”

Of er ook iets komt van de wensen van de CSGV, is echter zeer de vraag. De Republikeinen, die sinds kort de meerderheid hebben in het Huis van Afgevaardigden, vinden verscherpte regels alvast niet nodig. Tenzij dan om zichzelf te beschermen. Eén afgevaardigde wilde het verboden maken om wapens te dragen binnen een straal van honderd meter van een parlementslid. Een andere stelde voor een scherm van plexiglas te plaatsen voor de bezoekersgalerij van het Huis. En een Democraat wilde zichzelf en al zijn collega’s een verhoging met 10 procent van de parlementaire toelage voor administratieve onkosten toekennen, om voor verscherpte veiligheid te betalen.

Trent Franks, een Republikeins Congreslid uit Arizona, wenste zelfs dat er vorige zaterdag in Tucson één wapen méér was geweest, “in de handen van een verantwoordelijk persoon”. (Dat wapen was er, maar voorkwam het bloedbad niet. Joseph Zamudio, een van de mensen die Loughner overmeesterden, droeg een wapen, trok het en vuurde ei zo na op de verkeerde persoon: Roger Salzgeber, de man die Loughner ontwapend had en de Glock vasthield toen Zamudio om de hoek verscheen.)

De moordpartij in Tucson is de zoveelste in de VS. Het archetypische geval is het bloedbad op de Columbine High School nabij Denver in 1999, waar twee jongeren twaalf medestudenten en een leerkracht doodden. Meer recentelijk waren er soortgelijke gevallen in Red Lake (Minnesota), de universiteit Virginia Tech en zelfs de legerbasis Fort Hood in Texas.

Voor Europeanen blijft het merkwaardig dat de VS niettemin vasthouden aan hun lakse wapenwetgeving. Ladd Everitt denkt dat Amerikanen niet genetisch wapengek zijn. “Ik geloof absoluut niet dat de gemiddelde Amerikaan dit bloedbad oké vindt. De meeste mensen zeggen: dit is waanzin.”

De gerespecteerde General Social Survey (GSS), een jaarlijkse nationale enquête onder leiding van de University of Chicago, toont aan dat het aantal Amerikanen dat vindt dat je een vergunning moet hebben om een wapen te mogen kopen tussen 1972 en 2008 steeg van 72 tot 79 procent. Volgens het peilingbureau Gallup is het percentage mensen dat een verbod op handwapens wil sinds 1960 echter gedaald van 60 tot 30 procent. Tegelijkertijd is het aantal Amerikaanse gezinnen dat een pen in huis heeft volgens het GSS gezakt van 49 in 1973 tot 36 procent in 2008.

Bang voor de NRA

Wie in de VS iets wil doen aan het wapenbezit, moet eerst en vooral voorbij de National Rifle Association (NRA), de voornaamste provuurwapengroep en volgens velen dé machtigste lobby in Washington. De NRA heeft meer dan 4 miljoen leden en beschikte volgens de krant The New York Times vorig jaar over een budget van meer dan 300 miljoen dollar (al is dat getal onzeker, want de organisatie is wettelijk niet verplicht haar inkomsten openbaar te maken.) De NRA ging overigens niet in op herhaalde verzoeken om commentaar van deze krant.

Everitt: “De NRA heeft heel veel macht in Washington. Ze heeft een heel fanatieke aanhang. Dat zijn mensen die alleen maar om wapens geven en hun verkozenen constant aanklampen of zelfs lastigvallen en intimideren. De NRA onderhoudt ook nauwe contacten met allerlei ander rechtse belangengroepen en draagt heel wat geld bij aan campagnekassen van politici.”

De collectieve wijsheid in Washington luidt dan ook dat zo goed als geen enkele politicus het waagt tegen de organisatie in te gaan. Daarbij wordt steevast verwezen naar Al Gore, die volgens sommigen naast het Witte Huis greep door toedoen van de NRA.

Tijdens de campagne van 2000 was een van Gores beloften dat hij het verbod op aanvalswapens van Clinton zou handhaven. Gore beet zijn tanden uiteindelijk stuk op de hertellingen in Florida, maar ondertussen verloor hij nipt in Tennessee, West Virginia en Arkansas. Had hij een van die staten gewonnen, dan had hij Florida niet eens nodig gehad om president te worden. In alledrie voerde de NRA grootscheepse campagnes om hem te kloppen.

Na Gores nederlaag liet de Democratische partij de wapenwetgeving vallen als een hete aardappel. Met de traditionele sociaalculturele thema’s ‘God, guns en gays’ vielen geen verkiezingen te winnen, beslisten de Democraten. De partij moest zich concentreren op tewerkstelling en economie.

Barack Obama erkende tijdens zijn verkiezingscampagne in 2008 dat vuurwapens op het platteland, waar ze vooral voor de jacht dienen, andere bekommernissen met zich brengen dan in de grootsteden, waar ze gebruikt worden bij bendegeweld. Obama stelde dat het op zijn minst mogelijk moest zijn om kalasjnikovs uit de handen van criminelen te houden. Vervolgens nam hij als president geen enkel initiatief in die richting. Wat hij wel deed, was voor het eerst toelaten dat in natuurparken verborgen wapens gedragen worden.

Terwijl de Democraten alsmaar lauwer werden op het vlak van de wapenwetten, werden de Republikeinen steeds militanter in hun streven naar een deregulering. Terwijl de Republikeinse president Richard Nixon in 1968 nog campagne voerde met de belofte “de vrije verkrijgbaarheid van vuurwapens te reguleren”, maakte de partij in de decennia die volgden van vuurwapens steeds meer een politieke splijtzwam. “Wij stellen vast dat zij die burgers willen ontwapenen in hun woningen dezelfde progressieven zijn die onze natie wilden ontwapenen tijdens de Koude Oorlog”, luidde het partijprogramma in 1992.

Na de eeuwwisseling greep president George W. Bush niet in toen Clintons verbod op aanvalswapens verstreek. Bij de verkiezingen van 2004 keerden de Republikeinen zich tegen de vergunningsplicht voor wapenbezit en rechtszaken tegen wapenfabrikanten. Tegelijkertijd beloofden ze gehandicapte jagers het leven makkelijker te zullen maken.

De evolutie van het Republikeinse standpunt over vuurwapens weerspiegelt de evolutie van de hele partij. Terwijl president Nixon niet bang was voor sociale wetgeving, verklaarde Ronald Reagan in de jaren tachtig dat de overheid niet de oplossing maar het probleem was. Vandaag wordt de partij ideologisch gedomineerd door de Tea Party. Die vindt dat de regering niet alleen het probleem is, maar ook expliciet de vijand; een op het randje af communistische, dictatoriale moloch die klaar staat om Amerikanen hun vrijheid af te pakken, te beginnen bij hun vuurwapens.

Recht op geweld

Wapens horen bij de Amerikaanse nationale mythe - bij de kolonist die met zijn huifkar, zijn gezin en zijn geweer westwaarts trok om een beter leven voor zichzelf op te bouwen in een onontgonnen land vol wilde beesten en vijandige indianen. In tijden van campagne vereenzelvigen vele Amerikaanse politici - vooral Republikeinen - zich daar graag mee door manhaftig te poseren met vuurwapens.

“Na de burgerrechtenbeweging en de grote progressieve golf van de jaren zestig is er een grote conservatieve tegenbeweging van rechts gekomen in de VS”, zegt Ladd Everitt. “Vuurwapens zijn voor Amerikaanse conservatieven een symbool dat kadert in een bredere anti-overheidsideologie. Daarom praat de NRA niet eens zo vaak over de wapenwetten op zich. Het gaat altijd over ‘vrijheid’. Op die manier exploiteert de vuurwapenlobby heel handig individuen die het gevoel hebben dat ze gemarginaliseerd zijn. Voor de NRA dient dat het grote politieke doel: de winsten van de wapenindustrie vergroten. Maar na de verkiezing van Obama heeft het ook voor echt geweld gezorgd.”

Technisch gezien draait de discussie over wapenbezit in de VS om het Tweede Amendement van de grondwet. Dat luidt letterlijk: “Aangezien een goed geregelde militie nodig is voor de veiligheid van een vrije staat, zal geen inbreuk worden gemaakt op het recht van het volk om wapens te bezitten en te dragen.” Rechts vindt dat die formulering individuen het recht geeft om vrij wapens te dragen. Volgens links slaat het alleen op wapendracht door de georganiseerde staatsmilities in de vroege geschiedenis van het land.

“Het doel van het Tweede Amendement was ervoor te zorgen dat de staatsmilities bewapend waren met privéwapens”, zegt Ladd Everitt. “Zo zouden staten zich kunnen verdedigen als de federale regering tiranniek zou worden.”

In de loop van de Amerikaanse geschiedenis kozen rechtbanken overwegend voor de progressieve interpretatie, maar in 2008 besliste het Hooggerechtshof voor het eerst dat het Tweede Amendement individuen wel degelijk het recht geeft op vrij wapenbezit en vrije wapendracht.

Die uitspraak is zeer radicaal, zegt Ladd Everitt. “Het gevaarlijkste aan dat vonnis is dat het individuen vertelt dat ze zelf het recht hebben om te bepalen wanneer er sprake is van tirannie en wanneer het gerechtvaardigd is om geweld te gebruiken.”

Dat vreet de democratie aan, vindt Everitt. Hij verwijst naar Sharon Angle, de Republikeinse Tea Partykandidate die afgelopen november op een haartje na Senaatsvoorzitter Harry Reid versloeg. Zij gaf tijdens de campagne aan dat mensen wellicht naar ‘Tweede Amendement-remedies’ zouden moeten grijpen als Washington niet veranderde.

Everitt: “Dat we nu het punt hebben bereikt dat politici en kandidaten voor hoge politieke mandaten dat soort extremistische ideeën in de mond nemen, is gevaarlijk. Volgens ons is dat een factor die absoluut heeft bijgedragen tot wat er in Arizona gebeurd is.”

In de VS werd in de voorbije week uitvoerig gedebatteerd over de vraag of de slinger na Arizona weer de andere kant op zal bewegen wat de wapenwetgeving betreft. Ladd Everitt gelooft van wel. “Gabrielle Giffords is een Democrate in een conservatief district. Ze probeerde de kerk in het midden te houden inzake wapenbeheersing. Ik denk dat haar geval een aantal andere politici wakker zal maken. Die zullen nu inzien dat de NRA steunen niets opbrengt. Onthou: een hoop Democraten die van de NRA een A-quotering meekregen, zijn bij de voorbije verkiezing afgemaakt aan de stembus. En nu - vergeef me de uitdrukking - is deze vrouw letterlijk bijna afgemaakt. Een aantal politici zou nu dus wel eens kunnen zeggen: ‘We steunen dingen die ons eigenbelang niet dienen, zelfs als we egoïstisch zijn. Laten we daar iets aan doen.’”

Babystapjes

Ondertussen lijkt een verbod op een munitiemagazijn met verhoogde capaciteit voorlopig het hoogst haalbare voor de voorstanders van strengere vuurwapenregels. Dat wil zeggen: áls het al haalbaar is. En daarvoor zullen de antivuurwapenactivisten een voorbeeld moeten nemen aan de NRA, zegt Everitt.

“De NRA is zo succesvol omdat ze de intense gevoelens van haar achterban zo weet te kanaliseren. Welnu, dan moeten wij dat op dit moment ook maar doen, want we horen dat mensen woedend zijn. Gaan we daarom plotseling enorme overwinningen boeken in Washington? Nee. Het zal met babystapjes moeten. Eerst een bescheiden voorstel om hogecapaciteitsmagazijnen te verbieden. Daarna kunnen we het hebben over een nieuw verbod op aanvalswapens.”

“Vergelijk het met de auto- of tabaksindustrie”, zegt Everitt. “Dat zijn ook zeer machtige lobby’s, en ze hebben zich decennia lang met hand en tand verzet tegen regulering. Pas in de jaren zeventig kwamen er strengere regels voor auto’s, pas in de jaren tachtig voor tabak.”

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234