AchtergrondAsielzoekers Cyprus
Emil, Daniel en Grace zitten klem op minuscuul stukje Cyprus: ‘Ik wist niet dat hier een niemandsland bestond’
Als vluchteling kun je klem zitten in een overvol kamp of stroperige procedure. Maar het kan nog een graadje erger: Emil, Daniel en Grace uit Kameroen zitten klem op Cyprus. In de bufferzone van de Verenigde Naties tussen het noorden en zuiden. Ze kunnen geen kant op.
Hij kon die donkere nacht geen hand voor ogen zien, maar toch ziet hij de scène sindsdien continu voor zich. Ze waren met z’n drieën. Emil, een gedeserteerde militair van 34 uit het Engelstalige gedeelte van Kameroen, samen met zijn landgenoten Daniel (20) en Grace (24). Ze hadden elkaar pas vlak daarvoor ontmoet en hadden geen idee dat ze straks, zodra ze over die muur zouden klimmen, hoofdrolspelers zouden worden in een van de meest absurde asielsituaties ter wereld.
“Ik wist toen ik aankwam helemaal niet dat Cyprus uit twee delen bestond”, zegt Emil. “En toen we over die muur daar klommen” – hij wijst naar links – “wist ik al helemaal niet dat er zoiets bestond als een niemandsland.”
De drie vluchtelingen waren vlak daarvoor in het huis van een man samengekomen die ze naar een muur in het noordelijke deel van de Cypriotische hoofdstad Nicosia dirigeerde. Die muur vormt een barrière sinds de Turks-Cyprioten in 1974 met behulp van het Turkse leger het noorden van het eiland innamen. De republiek die ze toen uitriepen, de Turkse Republiek Noord-Cyprus, wordt wereldwijd alleen erkend door Turkije. Het zuiden van het eiland daarentegen, waar de Grieks-Cyprioten wonen, voer al die tijd een volledig andere koers en werd in 2004 lid van de Europese Unie.
De twee delen erkennen elkaars bestaan niet en leven daarom al bijna vijftig jaar in onmin. Wie in de belangrijkste winkelstraat in het Griekse deel van de hoofdstad de H&M uitloopt, stuit na ongeveer tweehonderd meter op een door militairen bewaakte grenspost. Terwijl in veel andere Europese hoofdsteden een rivier de stad in tweeën splijt, is dat in Nicosia een met prikkeldraad behangen bufferzone bewaakt door de Verenigde Naties. Die bufferzone is een lijn van 180 kilometer die over heel Cyprus loopt, maar nergens wordt hij zo zwaar beveiligd als in het centrum van Nicosia.
Toch zei de man tijdens die donkere nacht van 24 mei tegen Grace, Emil en Daniel dat ze over precies dat zwaarbewaakte stuk muur moesten klimmen om in de EU terecht te komen. “Ik weet niet meer precies wat er daarna gebeurde, maar opeens gingen de lampen aan en liepen er militairen op ons af”, zegt Emil. “Ik wist niet dat het de VN waren. Ik wist niet dat ik in niemandsland was. Ik voelde alleen mijn hart kloppen, alsof ik een hartaanval kreeg.”
De drie legden aan de VN-soldaten uit dat ze in Kameroen, zoals zoveel vluchtelingen, zoveel pijn hadden ervaren in hun verleden dat ze hunkerden naar een ander heden. De twee mannen vluchtten naar eigen zeggen voor de bloedige burgeroorlog die woedt in het Engelstalige gedeelte van Kameroen, en Grace zei vooral voor haar oom te zijn gevlucht, een invloedrijke man in haar deel van het land, die haar structureel misbruikte.
“Op een dag besloot ik dat ik daar zo snel mogelijk weg moest en ben ik naar Cyprus gegaan”, zegt Emil. “Als ik meer tijd had gehad, had ik geweten dat Cyprus uit twee delen bestond en had ik hier nooit gezeten. Maar ik had geen tijd. Ik had alleen behoefte aan veiligheid.”
Twee tentjes
De VN-soldaten verwezen hen nog diezelfde nacht naar de Grieks-Cypriotische overheid, maar aangezien die hun asielaanvragen gelijk afwees, bleven de drie steken in niemandsland, een gebied van zo’n dertig meter breed. Daar slapen ze sindsdien in twee tentjes in de schaduw van de enige bar in de bufferzone, bedoeld om de dialoog tussen beide delen van het eiland gaande te houden, en leven ze van liefdadigheid.
“Er zijn al zoveel mensen langsgekomen”, zegt Daniel. “De Portugese ambassadeur, mister James van de Amerikaanse ambassade, iemand uit Groot-Brittannië, het Rode Kruis, de VN, een of andere advocaat, een goede samaritaan die ons een tentje en een laptop heeft gebracht. Dat is vriendelijk, maar uiteindelijk kan niemand ons echt helpen.”
Terugkeren naar het noordelijke deel van het eiland is geen optie voor de drie. Asiel aanvragen in de Turks-Cypriotische Republiek is juridisch onmogelijk omdat dat land door niemand behalve Turkije wordt erkend. Terugkeren naar Kameroen is simpelweg uitgesloten. “In Kameroen was ik militair en omdat ik gedeserteerd ben, word ik de rest van mijn leven opgesloten zodra ik terugkeer”, zegt Emil. “Of erger.” De enige optie die ze daarom hebben, is vooruit, richting de EU.
Dat zou ook mogelijk moeten zijn, zegt Emilia Strovolidou van de Cypriotische tak van de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR. Cyprus is op basis van internationaal recht verplicht hun asielaanvraag in behandeling te nemen en ze gedurende die aanvraag onderdak te geven.
Na de Balkanroute
Het probleem is alleen dat de Grieks-Cypriotische overheid dat al vier maanden lang weigert. Het kleine eiland nabij Libanon, Turkije en Syrië heeft momenteel te kampen met het hoogste aantal eerste asielaanvragen per hoofd van de bevolking. Vooral sinds de zogenoemde Balkanroute in 2015 grotendeels werd afgesloten voor migranten, is het aantal asielzoekers op Cyprus ieder jaar verder toegenomen, zegt Strovolidou. Van ruim 2.000 asielzoekers in 2015 tot bijna 14.000 in 2019.
Tijdens het coronajaar 2020 kwamen er minder migranten aan, maar in de eerste zeven maanden van 2021 werden alweer ruim 7.500 asielaanvragen ingediend; reden voor de overheid om in mei de noodsituatie af te kondigen. Later in de zomer zeiden ook verschillende EU-leiders tijdens een top zich “ernstige zorgen” te maken, omdat vooral in Italië en Cyprus de eerste maanden van dit jaar meer migranten arriveerden dan in vergelijkbare perioden voordien.
De Cypriotische minister van Binnenlandse Zaken, Nicos Nouris, zegt dat alle asielzoekerscentra aan zijn kant van het eiland inmiddels vol zitten. “Zodra we deze drie Kameroeners accepteren, en we deze route daarmee formaliseren, zullen we onmiddellijk te maken krijgen met mensensmokkelaars die deze doorgang zullen gebruiken om duizenden illegale migranten naar Cyprus te smokkelen.” Volgens hem zal dat er bovendien toe leiden dat Turkije, dat migranten nu al “instrumentaliseert” om druk uit te oefenen op de EU, nog meer migranten richting Cyprus zal sturen.
“Onzin”, reageert Corina Drousiotou van de vluchtelingenorganisatie Cyprus Refugee Council. Het is voor migranten al relatief gemakkelijk om de 180 kilometer lange, maar door slechts 900 VN-soldaten gecontroleerde bufferzone over te steken op verschillende stukken op het platteland. Al voor de patstelling met de drie Kameroeners bereikte ruim 70 procent van de asielzoekers het EU-gedeelte van het eiland via de Turkse Republiek Noord-Cyprus. Dat gedeelte van het eiland ligt op slechts 80 kilometer van de Turkse kust en voor migranten uit een aantal Afrikaanse landen, waaronder Kameroen, is het zelfs mogelijk er per vliegtuig te komen, omdat studentenvisa er zonder al te veel omhaal worden uitgegeven.
“Het tegenhouden van deze drie vluchtelingen in dit specifieke stuk van de bufferzone is daarom nutteloos”, zegt Drousiotou. “Mensensmokkelaars hebben helemaal geen precedent nodig om een extra route richting het zuiden te openen, omdat er al genoeg andere routes zijn.” De echte reden dat Grace, Emil en Daniel vastzitten in niemandsland is volgens haar een andere. Bij de verkiezingen van eind mei werd de extreemrechtse partij Elam de vierde partij van het land met bijna zeven procent van de stemmen. De spierballentaal in de bufferzone lijkt dan ook vooral een poging van de huidige regering om een aantal van die kiezers terug te winnen.
Tegelijkertijd zijn de drie een perfecte manier voor de Cypriotische regering om druk uit te oefenen op de overige EU-lidstaten, die volgens minister Nouris veel te weinig doen om aankomstlanden als Cyprus te ondersteunen. Nouris zegt dat zijn land meer dan bereid is de drie Kameroeners naar een andere lidstaat te begeleiden, ware het niet dat nog geen enkel Europees land zich heeft gemeld.
Wie volgens hem op zoek is naar een “ware uiting van solidariteit”, moet daarom naar de andere lidstaten kijken, niet naar zijn “nu al overbelaste land dat geografisch gezien geïsoleerd is van de rest van Europa, maar wel grenst aan turbulente regio’s in het Midden-Oosten”.
Wachten
En dus werd die eerste dag van Grace, Emil en Daniel in de bufferzone een week, werd die week een maand en werd die maand vier maanden. Vier maanden waarin hun levens langzaamaan dof zijn geworden, zegt Emil, simpelweg omdat niemand weet wat de volgende stap is, laat staan wanneer die gezet wordt. Wachten zorgt tijdens een normaal leven al voor vervelende emoties, zegt hij, maar zodra je niet weet waarop je wacht, wordt het ondraaglijk.
“Ik heb geen idee welke dag van de week het is en dat doet er eerlijk gezegd ook niet toe”, zegt Grace. Ze staan laat op omdat ze zo weinig te doen hebben en gaan vroeg slapen omdat ze niets nieuws meemaken om over te praten. Of specifieker: ze gaan vroeg naar bed, want sinds ze klem zitten, merkten ze alledrie dat in slaap vallen veel moeilijker is dan simpelweg je ogen sluiten. “Ik heb zo vaak nachtmerries dat ik soms te bang ben om in slaap te vallen”, zegt Emil.
“Op dat soort momenten denk ik weleens dat ze ons gewoon vergeten zijn.” Terwijl hij praat wijst Emil naar de grens, al vier maanden lang zijn uitzichtloze uitzicht. “Dan kijk ik naar waar we zitten, hoe lang we hier al zitten en hoe weinig er al die tijd veranderd is, en dan weet ik zeker dat we gedoemd zijn. Uiteindelijk is er niemand die echt om ons geeft. Of nou ja, misschien zijn er een paar mensen, maar die hebben helaas te weinig macht.”
Niet voor het eerst
Cyprus was al eens het toneel van een van de langst slepende asielzaken uit de Europese geschiedenis. In 1998 strandde een boot met zeventig vluchtelingen uit Irak, Ethiopië, Soedan en Syrië op een Britse legerbasis die nog stamt uit de koloniale tijd. Omdat de zeventig formeel in Groot-Brittannië waren aangespoeld, vroegen ze daar asiel aan.
Toen de Britten, die bang waren voor een aanzuigende werking, dat verzoek afwezen, kozen de meesten eieren voor hun geld, maar zes van de vluchtelingen besloten te blijven. Zij namen hun intrek in leegstaande gebouwen op de legerbasis, bouwden er een bestaan op en kregen er zelfs kinderen. De Britse immigratiedienst streek in 2018, na ruim twintig jaar, de hand over het hart en verleende hen asiel.