AchtergrondVerkeer
Elke dag plegen meer dan tien mensen vluchtmisdrijf: ‘Sommigen zijn gewoon mentaal niet geschikt om een auto te besturen’
Alweer heeft een chauffeur een kind doodgereden om daarna vluchtmisdrijf te plegen. Zijn we te mild voor dit soort daders? ‘De straffen zijn streng genoeg, maar we moeten er wel gebruik van willen maken’, zegt Koen Van Wonterghem van de vzw Ouders van Verongelukte Kinderen.
Maandagavond kwart over tien, Temse. Een 16-jarige jongen fietst op de brug over de E17 wanneer een chauffeur in een rode Renault Megane langs achteren komt aangereden. De jongen wordt opgeschept op het fietspad, vliegt over een omheining en komt vlak naast de brug in de berm terecht. De chauffeur rijdt door. Drie kilometer verderop verliest hij de controle en knalt hij tegen een verlichtingspaal. Daarna probeert hij opnieuw door te rijden, maar de politie kan hem inrekenen.
Voor de jonge fietser komt alle hulp te laat. Een buurman die de klap hoort, loopt meteen naar buiten en ziet een afgebroken fietszadel en een skateboard op de brug liggen. “In de berm merkte ik iets dat in de verte op een fiets leek”, vertelt hij later aan Het Laatste Nieuws. Hij belt de hulpdiensten en zij vinden met hun zaklampen het lichaam van de jongen terug. Op dat moment is hij al dood. Het moet een zware klap zijn geweest.
De 33-jarige chauffeur legt kort na het ongeval een positieve alcoholtest en een positieve speekseltest af. Hij is zwaar onder invloed van drank en drugs. Volgens getuigen kan de man niet eens meer rechtop zitten in de combi. Hij wordt aangehouden en moet zijn rijbewijs meteen vijftien dagen afgeven.
Het ongeval doet denken aan de 45-jarige jogster die vorige week in het Limburgse Borgloon van de baan werd gemaaid. De vrouw werd tijdens haar ochtendloop door een lichte vrachtwagen doodgereden. De bestuurder, een 24-jarige buschauffeur van De Lijn, vluchtte na het ongeval meteen weg. Later kwam hij zich samen met zijn vader toch aangeven op het politiekantoor. In tegenstelling tot de chauffeur in Temse testte hij negatief op drugs of alcohol.
Vertroebeld kompas
Het is geen toeval dat vluchtmisdrijven de jongste tijd vaker onder de aandacht komen. Vorige week maakte verkeersinstituut Vias bekend dat het aantal ongevallen met vluchtmisdrijf is gestegen. Vorig jaar ging het om 4.189 vluchtmisdrijven, meer dan 11 per dag. Daarbij werden enkel de ongevallen meegeteld waarbij iemand gewond raakte. In een Europese vergelijking staat België samen met het Verenigd Koninkrijk bovenaan.
“Belangrijk om weten is dat mensen vaak vluchtmisdrijf plegen om andere problemen te verdoezelen. Ze hebben bijvoorbeeld geen rijbewijs, geen verzekering of rijden onder invloed rond”, zegt Stef Willems van Vias. De straffen voor vluchtmisdrijf zijn nochtans bijna altijd zwaarder dan die voor de eerder genoemde overtredingen.
Dat niet iedereen meteen de reflex heeft om hulp te bieden aan een slachtoffer, heeft volgens Willems te maken met “de vertroebeling van het moreel kompas”, al dan niet onder invloed van verdovende middelen. Later krijgen daders vaak wel wroeging en komen sommigen zich toch nog aangeven. Maar dan is het kwaad voor de slachtoffers al lang geschied. Ook voor de nabestaanden verloopt de verwerking een pak lastiger.
Hoe zit het met de straffen? De zwaarste straf die je in België kan krijgen voor vluchtmisdrijf is een celstraf van acht jaar en een geldboete van 80.000 euro. In dat geval is er sprake van een dodelijk ongeval, of van een bestuurder die al meermaals werd veroordeeld voor vluchtmisdrijf. Bij minder ernstige aanrijdingen varieert de gevangenisstraf van 15 dagen tot 6 maanden en de geldboete van 1.600 tot 16.000 euro. “Die straffen zijn best zwaar, dus daar ligt het niet aan”, aldus Willems.
Levenslang rijverbod
Koen Van Wonterghem van de vzw Ouders van Verongelukte Kinderen is het daar gedeeltelijk mee eens. “De straffen in de wet zijn inderdaad streng genoeg”, zegt hij. “Alleen moeten we er wel gebruik van willen maken. Sommige politierechters nemen ongevallen in het verkeer nog altijd vrij luchtig op.” Ook volgens verkeersexpert Dirk Lauwers (UGent en UAntwerpen) geldt er voor geweld in het verkeer beduidend meer clementie “dan voor doodslag of onvrijwillige doodslag in andere situaties”.
De oplossing bestaat uit verschillende ingrepen. Vluchters moeten sneller voor de rechter komen, vindt Van Wonterghem. “Nu duurt dat gemiddeld een jaar. In het ergste geval hebben ze hun rijbewijs in die periode enkele weken moeten afstaan, maar verder konden ze gewoon blijven rondrijden.” Rechters moeten op hun beurt ook vaker een rijverbod opleggen, klinkt het, desnoods levenslang. “Dat gebeurt nu bijna nooit, maar sommige mensen zijn gewoon mentaal niet geschikt om een auto te besturen.”
Volgens Van Wonterghem staan de databanken van politie en justitie ook nog altijd niet op punt. “Het is nog altijd mogelijk dat een politierechter een overtreder voor zijn of haar neus krijgt en niet weet dat die twee weken geleden ook al veroordeeld is.”
Daarnaast is er het luik preventie. Ligt het aan Van Wonterghem, dan maken psychologische proeven straks deel uit van de rijopleiding, zoals bij aanwervingen op de arbeidsmarkt. “Iemand die een bepaalde situatie niet aankan of gedragsproblemen heeft, is misschien niet geschikt om te rijden.”
Lopen de meningen over dat laatste uiteen, dan zijn experts het wel over één ding eens: door onderliggende problemen zoals alcohol en onverzekerd rijden strenger aan te pakken, kunnen we onrechtstreeks ook het aantal vluchtmisdrijven terugdringen.