Elkaar opvreten is des vis
'Het Vissekind' van HETPALEIS: over incest en racisme
Verlos hem van het kwade dat binnenin hem raast', bidt Cor (Antoine Vander Auwera), een van de hoofdpersonages uit Het Vissekind. De Nederlandse theatermaakster Judith De Rijke schreef voor HETPALEIS in Antwerpen dit harde maar aangrijpende stuk. 'Hem' is Cor zelf, 'het kwade' is zijn oncontroleerbare drift om te neuken, het liefst met iemand van zijn eigen bloed, zijn zuster.
Cors gebedje vat goed de leefwereld samen van hemzelf, zijn zus Lea (Tjitske Reidinga) en haar kind Lena (Inge Paulussen). Cor en Lea zijn godsvruchtig, maar op een verwrongen, negatieve manier. Ze leven afgesloten van de buitenwereld in een oude grauwe fabriek met harde neonlampen. Ze zijn zo op zichzelf gericht, dat de Oostblokkers die hun polderdorp binnenkomen om er werk te zoeken als vijanden worden behandeld (en uiteindelijk zullen worden verjaagd) en dat incest te verkiezen valt boven 'vreemde invloeden'. Cor zegt dat hij niet zonder zijn zuster kan, is ziekelijk jaloers en tiranniseert haar, in het dagelijkse leven en in bed. Hij vergelijkt haar met een big, een koe, een teef, een hangbuikzwijntje - Cor en Lea leven bijna als beesten. Cor mankt, Lea maakt dwangmatige bewegingen en probeert de schijn op te houden.
En Lena, het kind, moet in die verstikkende omgeving opgroeien. Het liefst van al zit ze alleen op haar kamer, in de voorstelling een enorme berg kratten waarop ze zich terugtrekt. Ze droomt dat Anna (Sandra Mattie), de zus van Lea die de moed heeft gehad om weg te gaan en een normaler leven te zoeken, haar komt halen. Lena stottert, behalve als ze zingt of bij Anna is. En Anna, de enige die interesse heeft voor het kind, komt weer. Om de anderen te wijzen op hun abnormale gedrag, maar misschien ook, dat is niet helemaal duidelijk, omdat ze het in de buitenwereld niet heeft gered. Het Vissekind wordt aangekondigd als 'een hoekig polderdrama'. Het lijkt alsof De Rijke haar inspiratie bij de calvinistische, van de wereld afgesloten gemeenschappen op het Hollandse platteland zocht. De regisseuse presenteert een allesbehalve evidente tekst, maar wel een moedige. Ze heeft het over incest en racisme en over het verband tussen beide. Het gaat hard om hard in Het Vissekind, De Rijke toont zich geen optimist, maar toch wordt er geen ongenuanceerd plaatje getoond. Cor, de dader, is zelf een zielenpoot die misschien niet beter weet. Maar op het eind blijkt dat hij verworden is tot een monster. Lea probeert even te ontsnappen, maar kan haar broer niet meer in de steek laten. Lena is geen overromantisch dromerig meisje naar wie meteen alle sympathie van de toeschouwer gaat, maar aanvankelijk veeleer een vreemd kind dat zich nogal afstandelijk gedraagt. De acteurs slagen er goed in die dubbelheid van hun personage te tonen.
De grote kracht van Het Vissekind is dat De Rijke een haast 'naturalistisch' onderwerp op een poëtische manier behandelt zonder de harde werkelijkheid te verbloemen. De neukscènes of de geboorte van Anna's kind worden niet weggemoffeld maar op een nogal groteske manier getoond. In de tekst zitten heel wat verwijzingen naar de duisternis waarin de personages leven, terwijl de scène zelf wordt overspoeld door hard licht. Gebeden en schunnige taal worden samen uitgesproken. Het rijmpje over 'Cor de mosselman', met de schunnige betekenis die Cor aan dat woord mossel geeft, is hilarisch en intriest tegelijk.
En Lena, die vraagt zich af of vissen vogels kunnen worden, of ze ooit zullen kunnen uitvliegen. Vroeger, antwoordt Anna, zijn vissen vogels geworden. Vissen uit de zee zou het nooit lukken, want voor hen zou de overgang te groot zijn. De vissen uit de zee, dat zijn Lea en Cor. "Ze vreten elkaar op", constateert Lena bij de visbokaal. "Dat is des vis", repliceert haar moeder Lea nuchter.Anne Brumagne
Het Vissekind voor iedereen vanaf 16 jaar op 27, 28, 29 mei en 1, 2, 3, 4 en 5 juni om 20.00 uur in de serre van HETPALEIS. Reserveren 03/202.83.60.