NieuwsCoronavirus
Einde coronapandemie is in zicht, durft WHO voor het eerst hardop te zeggen
‘We zijn nog nooit in een betere positie geweest om de pandemie te beëindigen. We zijn er nog niet, maar het einde is in zicht.’ Dat meldde WHO-baas Tedros Adhanom Ghebreyesus in de nacht van woensdag op donderdag.
Ghebreyesus sloeg met deze woorden voor het eerst in tweeënhalf jaar een opmerkelijk nieuwe toon aan: corona begint zowaar een normale, beheersbare ziekte te worden. Wél een ziekte die permanent onderhoud behoeft, voegt de topman daar in een adem aan toe: in 2022 zijn er tot nu toe wereldwijd al 1 miljoen mensen overleden aan corona.
Toch is het wekelijkse aantal sterfgevallen, met zo’n tienduizend per week, voor het eerst teruggezakt tot onder het niveau van maart 2020, toen de lockdowns begonnen. “We kunnen de eindstreep zien. We liggen voor”, aldus Ghebreyesus. “Maar het is nu de slechtste tijd om te stoppen met hardlopen. Een marathonloper houdt niet op als de eindstreep in zicht komt. Ze rent harder, met alle energie die ze nog in zich heeft.”
Toch weer golfje
Weg gaat corona niet meer, benadrukt de WHO. In zes adviezen raadt de organisatie aan hoe landen moeten omgaan met het virus: streef ernaar om alle risicogroepen volledig te vaccineren, blijf testen en het virus volgen, wees voorbereid op nieuwe oplevingen, leg eventuele maatregelen goed uit.
De WHO-opmerkingen komen net op het moment dat de besmettingen in veel westerse landen voor het eerst weer beginnen op te lopen. “Ik denk dat het heel goed samengaat. Je kunt erop rekenen dat er toch weer een golfje komt”, reageert de Nederlandse epidemioloog Alma Tostmann desgevraagd. “Het is niet zo dat we niets meer moeten doen. Het is een gegeven dat er mensen met corona in het ziekenhuis zullen komen, dat zal blijven. Maar het overweldigende van 2020 is wel voorbij.”
Alle reden om juist de vlucht naar voren te nemen, vindt ook Tostmann. Ze signaleert dat met het afzwakken van de pandemie corona ook van de politieke agenda’s lijkt te zijn verdwenen. “Gaan we nu alles weer op zijn beloop laten? Dat kan ook een keuze zijn. Maar ik hoor er nu niets meer over.”
Varianten
Opvallend is ook het relatief rustige vaarwater waarin de evolutie van het virus lijkt te zijn beland. De eerste anderhalf jaar volgden de nieuwe virusvarianten elkaar nog in hoog tempo op. Inmiddels zijn variaties van de hoog besmettelijke, maar iets minder ziekmakende omikronvariant al driekwart jaar dominant.
De laatste subvarianten van omikron – met de technische aanduidingen BA.2.75 en BA.4.2 – breken bovendien maar heel langzaam door. “We belanden in details die je bij influenza als burger ook niet meer hoort”, signaleert Tostmann. Influenza komt immers ook elk jaar in een iets gewijzigde vorm, en toch noemen we het allemaal ‘griep’, wil Tostmann maar zeggen.
Uiteraard past daarbij een armslag, vindt hoogleraar virologie Marion Koopmans. “Ik zou niet durven garanderen dat het zo blijft”, zegt ze, over de dominantie van omikron. Toch beaamt ook Koopmans dat de pandemie in rustiger vaarwater zit. “Dat is waar we al langer zitten. Tedros geeft aan wat er nodig is, het is niet zo dat we niets meer hoeven te doen.”