ReportageWarschau
Eerste scheurtjes in Poolse solidariteit met Oekraïense vluchtelingen: ‘Er zijn gewoon meer mensen dan we kunnen helpen’
Polen staat pal achter Oekraïne. Het land neemt een à twee miljoen Oekraïense vluchtelingen op. Maar na een maand verschijnen er haarscheurtjes in de spontane solidariteit. ‘We moeten de reflex van solidariteit zo lang mogelijk in stand houden.’
De rij vormt zich na vijf uur ’s ochtends als de eerste metro is gestopt bij het Nationaal Stadion. Om gemeentehuizen te ontlasten kunnen vluchtelingen ook hier een ‘pesel’ laten aanmaken, het Poolse equivalent van een rijksregisternummer. Daarmee krijgen ze recht op werk, scholing, medische zorg en alle sociale uitkeringen en toeslagen die Polen zijn eigen burgers biedt. Als om acht uur het stadion zijn deuren opent, is de rij aangezwollen tot honderden meters. Af en toe gaat het dranghek open om groepjes vrouwen en kinderen binnen te laten. Mannen zijn er bijna niet; achtergebleven in Oekraïne om te vechten.
Sinds het begin van de oorlog zijn ruim twee miljoen mensen uit Oekraïne naar Polen gekomen. Operatie-pesel is de lakmoesproef die moet tonen hoeveel er in Polen willen blijven. In het stadion helpen vrijwilligers in gele hesjes bij het invullen van het aanvraagformulier. Een van hen is Dorota Lawera. “We helpen zo’n duizend mensen per dag”, vertelt zij. “Maar er zijn gewoon meer mensen dan we kunnen helpen.” Het grootste probleem? “In hun documenten staan namen in het cyrillisch. Dat moeten we omzetten naar Latijns schrift.” De gedeelde Slavische slisklanken passen keurig in Poolse lettercombinaties, maar veel Oekraïners hebben een internationaal paspoort waarin hun naam volgens de Engelse logica is gelatiniseerd. Welke versie houd je aan?
Als dat probleem is opgelost, staat er weer een rij van vermoeide moeders en hangende kinderen. Maar niemand klaagt. “De Polen zijn fantastisch. Ze helpen ons met alles”, zegt Tatiana Tatsjenko, die is gevlucht uit Dnipro. “We hadden niet gedacht dat we zo goed ontvangen zouden worden.” Ze is bijna aan de beurt om plaats te nemen bij een van de ruim honderd terminals bemenst met bevoegde ambtenaren en tolken. Een week eerder stonden hier nog noodbedden voor covidpatiënten. De ene crisis is nog niet voorbij, of de andere vraagt alle aandacht.
Hulp schoot als een paddenstoel uit de grond
Want de peselklus is nog maar het begin. De een à twee miljoen nieuwe ingezetenen hebben huisvesting nodig, werk en scholing. Tot nu toe heeft Polen deze proef met glans doorstaan. President Poetin heeft Oekraïne in de armen van het traditioneel veel russofobere Polen gedreven. “We hebben onze grote broer Moskou verloren, maar hebben daar een zuster – Polen – voor teruggekregen”, zo omschreef Andrej Desjchitsia, de Oekraïense ambassadeur in Warschau, de nieuwe band tussen beide landen. “Uit het diepst van mijn hart, namens Oekraïne, dank ik de Polen voor al hun hulp.”
Vanaf de eerste dag van de oorlog sprongen initiatieven om de belaagde buren te helpen als paddenstoelen uit de grond. Kacper reed direct met zijn foodtruck naar de grens om gratis friet uit te delen aan hongerige vluchtelingen. “We zouden een dag blijven, want meer konden we ons financieel niet veroorloven”, vertelt hij. Hij wil zichzelf niet op de borst kloppen, dus liever geen achternaam in de krant. “Maar net toen we de tweede dag weg wilden gaan, ontmoetten we een vertegenwoordiger van World Central Kitchen, een Amerikaanse hulporganisatie. Zij boden aan ons te sponsoren.”
Zeventien dagen bakte hij Vlaamse frieten aan de grens. Nu de drukte daar is geluwd, staat Kacper naast het Nationaal Stadion. “Vanaf vijf uur ’s ochtends”, vertelt hij. “’s Ochtends is het nog koud. Mensen staan uren te wachten, dus dan lusten ze wel wat.” Hoe het verder moet? Hij haalt zijn schouders op: “Ik weet het niet.” Wat hij wel weet is dat hij zijn verhuisplannen voorlopig opgeeft, omdat er geen betaalbare woning meer is te vinden.
Huren is snel duurder geworden
Sinds het begin van de oorlog zijn de huren in Warschau met ongeveer 15 procent gestegen. De noodlijdende gezondheidszorg heeft er een miljoen patiënten bij. Scholen moeten duizenden kinderen opnemen die geen Pools lezen of schrijven. “Wij schatten dat als er 2 miljoen vluchtelingen uit Oekraïne komen, daar zo’n half miljoen scholieren en studenten tussen zitten”, waarschuwde Slawomir Broniarz, voorzitter van de onderwijsbond.
Ook het Warschause Centrum voor Migratieonderzoek draait overuren. Michal Nowosielski kan even tijd maken om de buitengewone situatie te duiden; Polen is opeens nummer vier op de lijst van landen die de meeste vluchtelingen opvangen. “Maar die andere landen ontvingen vluchtelingen over een langere periode, een jaar of meer. Bij ons is het in een paar weken tijd gebeurd”, benadrukt Nowosielski. De onderzoeker kijkt met bewondering en verwondering naar de massale solidariteit die zijn landgenoten aan de dag leggen. Ook omdat die solidariteit veel dunner gezaaid was toen vorig jaar niet-Europese migranten vanuit Wit-Rusland in Polen aanklopten voor asiel.
De verklaring? Polen en Oekraïners lijken op elkaar en voelen door de Russische agressie meer dan ooit lotsverbondenheid. “Oekraïners staan geografisch en cultureel dichtbij de Polen. Bovendien hebben de Polen nog historische rekeningen open staan met Rusland. Dus willen ze hun Oekraïense broeders graag helpen.” Nowosielski vreest echter dat de solidariteit binnenkort haarscheuren gaat vertonen. “Er zijn schattingen dat Polen 600.000 à 800.000 mensen aankan. Maar echt weten doen we het niet, want Polen heeft weinig ervaring met de opvang van vluchtelingen. Uit de grote steden komen nu al signalen dat de bereidheid om mensen op te nemen op zijn retour is.”
Haarscheurtjes in de Poolse solidariteit
Politici hebben thema’s genoeg om in die haarscheurtjes te wrikken. Historisch ressentiment bijvoorbeeld. Met de dezer dagen zo vaak herhaalde leuze ‘Slava Oekraïni’ – Glorie aan Oekraïne – op de lippen, vermoordden Oekraïense nationalisten in 1943 ruim 50.000 Poolse burgers. “Nu hoor je daar nog niet veel over, maar historische ressentimenten kunnen een rol gaan spelen als de bereidheid om te helpen afneemt”, vreest Nowosielski. Een andere katalysator is economische tegenspoed. “Als de rek eruit is, kunnen mensen vluchtelingen gaan aanwijzen als oorzaak voor de verslechterde economische situatie.”
Een voorproefje daarvan werd geserveerd door de ‘Konfederacja’ een samenraapsel van neofascisten, monarchisten en extreme free marketeers, volgens de peilingen goed voor 10 procent van de stemmen. Na drie weken oorlog ageerden de Konfederacja tegen ‘privileges’ voor Oekraïense vluchtelingen. Bijvoorbeeld dat ze gratis gebruik mogen maken van het openbaar vervoer, terwijl Polen – volgens parlementariër Michal Urbaniak – opdraaien voor ‘steeds duurdere kaartjes’. “We creëren problemen die over een paar maanden tot uitbarsting komen in de Poolse samenleving”, waarschuwde partijwoordvoerder Tomasz Grabarczyk.
De persconferentie van de Konfederacja werd geboycot door de voltallige media, maar dat neemt de zorgen niet weg. Warschau krijgt de grootste klap te verwerken. De Poolse hoofdstad is blauw-geel getooid, de kleuren van Oekraïne zijn overal; van een reusachtige muurportret van president Volodymyr Zelensky en de belichting van het cultuurpaleis tot de kokardes op menig colbertje. Ondertussen moet de stad wel ruimte vinden voor zo’n driehonderdduizend nieuwe inwoners, een bevolkingsaanwas van ongeveer 20 procent in een paar weken tijd.
‘Het lukt alleen met Europese hulp’
Voor het gemeentehuis van deelgemeente Ursynów staat een rij wachtenden. Ook hier Oekraïners die een Pools peselnummer willen om hier te wonen en te werken. Voor de kleuterschool ernaast houdt de burgemeester van Warschau, Rafal Trzaskowski, een persconferentie. “We helpen iedereen die hulp nodig heeft”, bezweert de burgervader. “Het probleem is alleen dat hoe meer mensen we opnemen, hoe slechter de omstandigheden worden en hoe moeilijker het wordt de stad te besturen.”
De problemen zijn alleen op te lossen als Europa bijspringt, benadrukt Trzaskowski. “We willen de reflex van solidariteit zo lang mogelijk in stand houden. Daarvoor is een vrijwillig relocatiesysteem nodig binnen de EU. Niemand met gezond verstand kan tegen het opnemen van vluchtelingen uit Oekraïne zijn, want Oekraïne vecht voor onze vrijheid, die van Polen en die van de hele Europese Unie. We staan vandaag in zekere zin allemaal aan het front.”
Knuffelbeesten en peuters
Namens de gemeente is Piotr Kandyba naarstig op zoek naar woonruimte om Oekraïense gezinnen onder te brengen. Hij kreeg hulp van het Oostenrijkse bouwbedrijf Strabag dat op het punt stond het Atrium-centrum midden in het Warschause zakendistrict te slopen om op die plek een nieuwe wolkenkrabber te bouwen. Voorlopig is het Atrium voor een symbolische zloty aan de gemeente overgedragen. Kamertjes waarin ooit eenmansbedrijfjes huisden worden nu bewoond door moeders met kinderen. De voormalige gedeelde vergaderzaal wordt nu gedeeld door knuffelbeesten en spelende peuters.
Kandyba richt op een hogere verdieping een grote slaapzaal in. “We krijgen veel hulp uit het buitenland”, vertelt hij. “Ik heb gisteren drie koelkasten aangeschaft.” Ook hij vreest dat de wittebroodsweken van de Pools-Oekraïense solidariteit binnenkort voorbij zijn. “Er komt een moment dat mensen die gebruikmaken van sociale steun boos worden en gaan vragen waarom wij andere mensen helpen in plaats van hen.”
Hoe snel dat moment nadert, hangt volgens hem af van de regering. En die kan in zijn ogen niets goed doen. “Onze regering heeft twee weken lang zitten slapen. Het waren de ngo’s en de gemeenten die de hulp boden.” De gemeenteambtenaar, aanhanger van de oppositie, vertolkt een breed gedeelde frustratie in een diep verdeeld land. De grote steden die het leeuwendeel van de vluchtelingengolf opvangen zijn bolwerken van de oppositie. De regering heeft evenmin veel op met ngo’s, zolang deze niet haar patriottisch-conservatieve ideologie uitdragen.
Solidariteit met een commercieel randje
De oorlog was al ruim anderhalve week aan de gang, toen de regering haar eigen opvangcentra organiseerde en de opvang van Oekraïense vluchtelingen wettelijk begon te regelen. Iedereen die iemand heeft opgevangen ontvangt 8,5 euro per vluchteling per dag. Daarmee krijgt de solidariteit een commercieel randje.
Niet voor Robert Kempa. De burgemeester van de Warschause deelgemeente Ursynów richtte de sportarena in zijn wijk in als noodopvang. Maar sinds de regering haar eigen opvangcentra heeft, lopen die van de gemeente leeg. “Onze regering heeft de eerste twee weken verslapen. Nu wil ze laten zien dat ze de lokale overheden niet nodig heeft”, zegt hij tussen de veldbedden, elk voorzien van vers gestreken beddengoed. “We hebben hier juristen en psychologen. En hier is de kantine. Mensen kunnen de hele dag door warm eten krijgen.” Maar de meeste veldbedden zijn leeg en de vrijwilligers in de geïmproviseerde keuken hebben weinig omhanden. Kempa weet waarom: “Als vluchtelingen op de stations van Warschau arriveren beslissen mensen van de regering waar ze naartoe moeten. Op dit moment gaan ze allemaal naar de onderkomens georganiseerd door de regering.”
De meesten gaan naar de expositiehallen van Ptak Expo, even buiten Warschau, dat voor de gelegenheid is omgedoopt tot Centrum voor Humanitaire Hulp Ptak. Vrijwilligers werken hier dag en nacht om hulpgoederen uit heel Europa uit te pakken en te verdelen over zo’n 7.000 vluchtelingen. Volgens de website van Ptak zijn hier al 50.000 Oekraïense vluchtelingen geholpen van wie er 43.000 zijn doorgereisd. Het enige getal waar de eigenaar niet over wilde praten, is het bedrag dat hij van de regering krijgt. Afgelopen week wist een journalist van Radio Tok FM het boven water te krijgen: 20 euro per nacht per vluchteling. Zijn conclusie: “Jan-met-de-pet krijgt maximaal 8,50 euro en moet het stellen zonder hulp van vrijwilligers en soldaten.” Weer een barstje in de solidariteit.
De volledige naam van Kacper is bekend bij de hoofdredactie.