Eerste Belgische titel voor grootmeester Tsjoetsjelov
Grootmeester Vladimir Tsjoetsjelov is in Gent de eerste Belgische kampioen schaken van het nieuwe millennium geworden. Tsjoetsjelov woont en leeft al een tiental jaren in België, maar nam nu pas voor het eerst deel. Als enige professional in dit gezelschap was de Eupense ex-Rus torenhoog favoriet. 'Tsjoetsjoe' verprutste echter enkele voordelige stellingen, waardoor zijn overwinning iets minder vlot tot stand kwam dan verwacht. Eenenveertig jaar na de titel van Alberic O'Kelly de Galway in Blankenberge in 1959 mag de Koninklijke Belgische Schaakbond nog eens een grootmeester op zijn erelijst bijschrijven.
Wouter Janssens
Tot groot jolijt van de organiserende Koninklijke Gentse Schaakkring Ruy Lopez eindigde Geert Van der Stricht tweede. Bovendien scoorde Geert in dit toernooi zijn derde internationale meesternorm. Weet hij zijn elo-rating van 2.369 punten binnen afzienbare tijd op te krikken tot boven de 2.400, dan mag Van der Stricht zich Belgiës zevende internationale meester noemen, na Jozef Boey, Ronny Weemaes, Michel Jadoul, Marc Dutreeuw, Ekrem Cekro en Pieter Claesen. Net als Tsjoetsjelov bleef Van der Stricht ongeslagen in dit kampioenschap.
Ook titelverdediger Vanderwaeren bleef tot aan de voorlaatste ronde in de running voor een IM-norm. Toen werd Serge uit koers geslagen door houwdegen Rudolf Meessen, die voor het overige weinig klaarmaakte. Uiteindelijk kwam het brons terecht bij Vlaams kampioen Pieter Claesen.
Bij de dames ging de titel eveneens naar een voormalige inwoner van de vroegere Sovjet-Unie, want Irina Gorsjkova was een klasse apart. Hete tranen in de open reeks bij het 16-jarige Gentse talent Christophe Grégoir. Gedurende het hele toernooi stond hij aan de leiding, maar in de slotronde sneuvelde Christophe tegen Yudin, ook al een ex-Rus. Hierdoor ging de zege naar Stefaan De Man, een ander KGSRL-lid. In de A-groep werd de eindzege gedeeld door Jan Van Mechelen en Johan Goormachtigh. Van Mechelen had de beste scheidingspunten en promoveert volgend jaar opnieuw naar de hoofdgroep.
Het was bijwijlen erg warm in de speelzaal op de bovenverdieping van het pand waar de KGSRL gehuisvest is. Ten bewijze het volgende treffen tussen titelhouder Serge Vanderwaeren en Eddy Van Beers, een spektakelstuk met een voorgeschiedenis. Op het BK vorig jaar in Geel had Vanderwaeren 'Beerke' verrast en overrompeld met een venijnig pionoffer. Van Beers had zich nu 'goed voorbereid' en ging graag nog eens een discussie aan in dezelfde vlijmscherpe variant:
Wit: Vanderwaeren
Zwart: Van Beers 1. Pf3 f5 2. e4!? fxe4 3. Pg5 d5 4. d3 Dd6 5. Pc3 h6 6. Pb5 Dc6 7. Pxc7+! Dxc7 8. Dh5+ Kd7 9. Pf7 Pf6 10. Dg6! Tg8 11. dxe4 e5! (Van Beers verbetering tegenover de partij van vorig jaar. Toen was hij roemloos tenonder gegaan na 11. Dxc2? 12. Ld3! Dc5 13. e5 Pe4 14. e6+ Kc7 15. Lf4+ Kb6 16. 0-0 Db4 17. Le3+ Kc7 (Ka5) 18. Tac1+ Pc6 19. a3 Da4 20. Lxe4 Lxe6 21. Dxe6 Dxe4 22. Pe5 d4 23. Dd7+ Kb6 24. Lxd4+ Pxd4 (Dxd4 25. Txc6+) 25. Pc4+ en 1-0 wegens mat op de volgende zet. De pointe van de tekstzet is natuurlijk 12. Lb4+ 13. c3 Lxc3+) 12. Ld2 (En meteen einde voorbereiding voor Van Beers, want dit niet onlogische antwoord had hij niet eens overwogen!) Lc5 13. exd5 Ke7 14. 0-0-0 Lg4 15. d6+! Lxd6 16. Pxd6 Dxd6 17. Lc4 Lh5?! (Vooral niet Pd7? 18. La5 en als de zwart dame wijkt 19. Txd7+. Wel in aanmerking komt 17. Pc6 Wit staat dan een volle toren achter, maar het is niet duidelijk wie aan het langste eind trekt. Een mogelijk vervolg is 18. Lb4 of 18. Lc3!? Pd4 19. The1 met de bedoeling 20. f4.) 18. Df5 Lxd1 19. Txd1 Pc6 20. Lb4 Pxb4 21. Txd6 Kxd6 22. De6+ Kc5 23. Dxe5+ Pbd5 (23. % Kc4?? 24. b3 mat!) 24. Lxd5 Pxd5 25. b4+ Kxb4 26. Dxd5 b5 27. Dd6+ Ka5 28. Kb2 Tac8 29. f4 a6 30. c3 Tgd8 31. Dg6 Tc7 32. De4 en remise.
Experts: 1. Tsjoetsjelov 6,5/9; 2. Van der Stricht 6; 3. Claesen 5; 4. Vanderwaeren, Cekro, Abolianin 4,5; 7. Meessen, Van Beers 4; 9. Docx 3,5; 10. Wantiez 2,5. A-reeks: 1. Van Mechelen, Goormachtigh 6,5/9; 3. Lacrosse 5,5; 4. Vanheirzeele 4,5. Open Reeks: 1. De Man 8/9; 2. Grégoir 7,5; 3. Van De Velde 7; 4. Yudin, Michiels 6,5; 6. Vanhove, Decoster, Versporten, Geirnaert, Sauvage 6 enz. Dames: 1. Gorsjkova 8/9; 2. Stevens, Brion 6; 4. De Gueldere S., Van Steenwinckel 5,5; 6. Van Vooren 5; 7. Van Laecke, Inghelbrecht 4,5.
Wit: Kh1, Dh5, Ta1, Tf1, Le5, pia2, b3, c4, f2, g2, h2.
Zwart: Kg8, Dc7, Tb8, Tf8, Lc5, pia6, c6, d6, e6, f7, g7.
1. Lf6! gxf6 (Er dreigde 2. Dg5) 2. f4 en zwart geeft op. Na Tfe8 3. Dh6! Kan de zwarte koning niet meer ontsnappen. Tegen Tf3-g3 is geen kruid meer gewassen.
O'Kelly - Secchi (1959-1962)
Wit: Kh1, Df2, Td7, Le3, Lf5, pia3, c3, g2, h3.
Zwart: Kg7, Df6, Te8, Lf7, Pb3, pia6, b5, c4, e5, h5.
Grootmeester Alberic O'Kelly de Galway (1911-1980) werd negen keer Belgisch kampioen (en geen elf keer zoals vorige week abusievelijk vermeld werd). In de diagramstelling uit het wereldkampioenschap correspondentieschaken 1959-1962 dat O'Kelly won, is zwart strategisch overspeeld volgens de regels van de kunst. De witte stukken beheersen de stelling, maar een beslissende dreiging lijkt niet meteen voorhanden. Met welk subtiel zetje leidt wit aan zet de slotaanval in?