Eerlijk delen staat op je harde schijf
Eerlijk handelen tegenover anderen blijkt bij de mens diep ingebakken te zitten. Dat toont onderzoek waarbij driejarigen een prijs moesten delen met een pop. 'Verbazingwekkend dat dit gedrag op zo'n jonge leeftijd voorkomt', zegt psychologe Patricia Kanngiesser.
Het ziet eruit als een spelletje op de speelplaats: een klein meisje en een pop spelen samen. Met kleine vishengeltjes proberen ze elk een emmertje met munten uit een plastic bak te vissen. Maar het is een psychologisch experiment, waarbij de onderzoekers een complex concept proberen te analyseren: eerlijk delen. Via de poppen konden de psychologen van de universiteit van Bristol een experiment uitvoeren dat exact weergeeft wat de spontane reactie van de kinderen zou zijn in het echte leven.
In het 'spel' speelt het kind tegen de pop, die 'bediend' wordt door een volwassene. Het kind en de pop halen in een beperkte tijd emmertjes met munten binnen. Daarna krijgt het team van kind en pop als beloning een sticker voor ieder opgevist muntstuk. Daarop moet het kind beslissen hoe die beloningen worden verdeeld.
Daaruit blijkt dat driejarigen eerlijkheid gebaseerd op verdienste laten meetellen. Als de pop dankzij de manipulaties van de onderzoekers meer munten opvist dan het kind, dan krijgt de pop van het kind een grotere beloning, namelijk meer stickers. Ook als kind en pop evenveel munten visten, verdeelden de kinderen de beloningen naargelang van de bijdrage van de andere partij: viste die vier munten op, dan kreeg die vier stickers, waren het er twee, dan volgden twee stickers. Dat toont volgens de onderzoekers aan dat driejarigen de verdeling van de beloning laten afhangen van hun spelpartner.
Zelfzucht onderdrukken
Experimenteel psychologe Patricia Kanngiesser, die het onderzoek leidde, noemt de resultaten verbazend. "We waren erg verrast dat dit soort gesofisticeerd gedrag al plaatsvindt op de leeftijd van drie jaar. Eerdere onderzoeken suggereerden namelijk dat kinderen pas vanaf hun zesde rekening houden met inzet en verdienste als ze moeten delen."
In de klassieke theorie zien ontwikkelingspsychologen drie opeenvolgende fasen: pure zelfzuchtigheid, een strikt gelijkheidsprincipe waarbij iedereen evenveel krijgt, ongeacht de verschillen in verdienste, en ten slotte een gevoel voor 'eerlijkheid', waarbij wel rekening wordt gehouden met verdienste. In die visie is de laatste, meest verfijnde versie van eerlijk delen niet aangeboren maar veeleer het resultaat van sociale omgang, waarbij kinderen leren hun zelfzuchtigheid te onderdrukken ten voordele van anderen.
De bewijsvoering voor die traditionele visie komt van onderzoek waarbij kinderen over hypothetische situaties moesten oordelen of waarbij het scenario te ingewikkeld was voor een jong kind, zo schrijft Kanngiesser in het online wetenschappelijke blad PLoS One. Net daarom bedacht ze met haar team het interactieve en eenvoudige spel met de pop. "Wij konden aantonen dat kinderen al op erg jonge leeftijd spontaan genuanceerd zijn in hun deelgedrag", vervolgt Kanngiesser.
Als jonge peuters zonder sociale ervaring meer beloningen geven aan een teamspeler die zich meer heeft ingezet, betekent dat dan dat de mens het in zich heeft om anderen fair te behandelen? Professor Felix Warneken van Harvard University, coauteur van het onderzoek, bestudeert al bijna tien jaar samenwerkingsgedrag bij kinderen en bij onze verwanten, de chimpansee. "Dat is de moeilijkste vraag. Met onze experimenten kunnen we alleen bepaalde zaken uitsluiten", zegt Warneken. "Zo kunnen we dus uitsluiten dat gevoel voor eerlijkheid aangeleerd moet worden of op complexe redeneringen is gebaseerd."
Er is volgens Kanngiesser duidelijk sprake van een aangeboren neiging. "Eerlijk delen duikt blijkbaar al op vanaf de eerste vormen van sociale interactie met leeftijdgenoten. Het lijkt een aangeboren menselijke trek. Mensen die met kinderen werken, melden dat ze zelfs al op achttien maanden verwachtingen hebben over hoe de dingen eerlijk verdeeld moeten worden."
En er zijn logische, zeer menselijke redenen voor dat soort verwachtingen. Susanne Shultz van de universiteit van Manchester is gespecialiseerd in sociaal gedrag van primaten en wijst erop dat een gevoel voor eerlijkheid centraal staat in langdurige menselijke relaties. "Dit nieuwe onderzoek en soortgelijke studies tonen aan dat samenwerken en eerlijk delen fundamenteel zijn in het menselijke gedrag. Ook toont het dat sociale intelligentie gebaseerd is op samenwerking in plaats van op bedrog."
Fair play bij apen
Dat is namelijk vaker de invalshoek bij dit soort studies. Het gaat er dan over of mensen of andere primaten ervoor kiezen te bedriegen omdat een partner hen oneerlijk behandelde. Een klassiek voorbeeld is het 'ultimatumspel', waarbij iedere deelnemer een voorstel moet doen om iets waardevols, zoals een som geld, te delen met een partner. Die kan aanvaarden of weigeren. Als de partner het aanbod unfair vindt en weigert, krijgt niemand iets. "Kanngiesser en co. hebben het eens níét vanuit een machiavellistisch perspectief bekeken", zegt Shultz.
De laatste jaren is heel wat onderzoek gevoerd naar de vraag of voor niet-menselijke primaten fair play meespeelt. Dat kan helpen om de evolutionaire oorsprong van eerlijkheid op te helderen. In 2003 rapporteerde Sarah Brosnan (Georgia State University) in Nature dat kapucijnaapjes hysterisch reageren als ze oneerlijk behandeld worden. Als twee apen dezelfde taak uitvoerden, namelijk stukken rots verzamelen voor hun trainer, dan kregen ze in een eerste test elk een stuk komkommer. In een tweede test kreeg een van hen voor exact hetzelfde werk veel meer begeerde druiven. De andere apen reageerden uitzinnig. Ze weigerden alle komkommer of alle samenwerking met menselijke trainers tout court. Sommigen gooiden de komkommers naar de trainers.
Dat wijst op een gevoel voor eerlijkheid dat bij primaten ingebakken zit. Maar er zijn wel typisch menselijke verfijningen. De niet-menselijke primaten aanvaarden op zich geen oneerlijkheid, maar zijn niet goed in het oplossen van problemen met eerlijk delen. In een onderzoek dat onlangs verscheen in Biology Letters aanvaardden chimpansees en bonobo's ieder aanbod van voedsel in een ultimatumspel, ook al was hun deel veel kleiner in vergelijking met dat van anderen. Tijdens de test stalen ze ook voortdurend van anderen.
Warneken ontwaart in het onderzoek een specifiek verschil tussen mens en aap: ongelijkheid herkennen. Warneken: "Sommige niet-menselijke primaten aanvaarden niet dat anderen meer krijgen dan zijzelf. Maar protest tegen zelf meer krijgen dan wat fair is, dat is bij de apen niet aangetoond. En dat is wel het sterkste argument voor een werkelijk begrip van wat eerlijkheid is."
Die trek is voorlopig enkel bij mensen vastgesteld. "We willen bepalen wat ons menselijk maakt: de taal, onze zorg voor anderen. Onze naaste verwanten vertonen veel van dat complexe gedrag. Maar anderen helpen en niets terugkrijgen, blijkt iets wat de mens uniek maakt", besluit Kanngiesser.