'Een stad zonder cultuur gaat dood'
Na een duizelingwekkend televisieavontuur met Endemol heeft de Nederlander Joop van den Ende (69) zich de laatste tien jaar ontwikkeld tot de musicalkoning van de wereld. Op 20 oktober gaat The Lion King in première in zijn theater in Madrid, de week daarop volgt Sister Act in Milaan, weer een week later Wicked in Scheveningen. En passant ontpopte Van den Ende zich ook nog tot beschermer van de kunsten in Nederland. 'Ik vond het gewoon nog geen tijd om niks te gaan doen.'
Toen Joop van den Ende vorige maand in Amsterdam een oeuvreprijs in ontvangst nam voor zijn rol als musicalproducent, waren de superlatieven niet van de lucht. Theaterdirecteurs zongen zijn lof, en de artistiek leider van het Nationale Toneel prees de professionele manier waarop zijn musicals worden gemaakt. Een heel verschil met twintig jaar geleden, toen Van den Ende als televisieproducent werd verguisd om de pulp die hij op het scherm bracht. Zelf knijpt Van den Ende zich ook nog wel eens in de arm over de populariteit die hem te beurt is gevallen, zegt hij op het hoofdkantoor van zijn bedrijf Stage Entertainment aan het Museumplein in Amsterdam. "Ik zei vanochtend nog tegen mijn vrouw: we worden wel heel erg gewaardeerd."
Van den Ende is bezig aan zijn tweede leven als tycoon. In 1994 richtte hij samen met John de Mol het bedrijf Endemol op, dat zou uitgroeien tot de grootste onafhankelijke tv-producent ter wereld. Zes jaar later verkochten de twee hun onderneming, en werden ze allebei miljardair. Waar een ander een jacht had gekocht of was gaan golfen, verlegde Van den Ende zijn aandacht naar de musical. Op 58-jarige leeftijd begon hij, op basis van de bescheiden theateractiviteiten die hij bezat, te bouwen aan een miniversie van Endemol, Stage Entertainment. Nu, elf jaar later, heeft dat bedrijf 4.000 werknemers, zo'n 25 theaters in de hele wereld, en een omzet van 550 miljoen euro. De komende maanden gaat er vrijwel elke week ergens in Europa wel een musical van Van den Ende in première. In Vlaanderen is hij niet zelfstandig actief, maar dat heeft volgens hem louter met schaal te maken. "Om onze grote producties rendabel te maken, heb je minimaal 10 miljoen inwoners nodig."
Rimpelloos verliep de overgang tussen Van den Endes televisie- en musicalcarrière niet. Toen hij Endemol verkocht, had hij ruim twintig jaar in de televisiewereld gewerkt. In die tijd hielp hij Nederland aan de soap (Goede tijden, slechte tijden), en de hele wereld aan de reality-tv (al was Big Brother een idee van De Mol). Maar toen hij stopte, eisten de werkdagen van 14 tot 16 uur met terugwerkende kracht hun tol. Van den Ende kreeg een burn-out, gevolgd door hartproblemen. In een hotel in Antwerpen voelde hij zware pijn op zijn borst, die bleek te worden veroorzaakt door een dichtgeslibde ader. Na twee keer te zijn gedotterd, kostte het hem een half jaar om er geestelijk en lichamelijk bovenop te komen. Daarna kroop het bloed weer waar het niet gaan kon, zegt hij met een lachje. "Ik was nog geen 60, ik voelde me nog veel te jong om niets te gaan doen."
Dat hij zich juist op de musical heeft gestort, is niet toevallig. "Voor mij is het totaaltheater, de opera van nu. Het genre heeft alles: zang, dans, acteren, een verhaal, gecombineerd met de laatste technieken op het gebied van decor, licht en geluid. Begrijp me niet verkeerd: ik ben ook dol op klassieke opera, dans en ballet. Maar de musical heeft echt mijn hart gestolen."
Whoopi Goldberg
Met zijn late loopbaanswitch keerde Van den Ende ook terug naar zijn eerste liefde: het theater. Vijftig jaar geleden werd hij als jongetje uit een arbeidersgezin uit Amsterdam-Oost verliefd op het toneel. Hij maakte er razendsnel carrière. Op zijn vijftiende begon hij als timmerman bij de Nederlandse Opera, vijf jaar later had hij al zijn eerste theaterbureautje, Spotlight. Zijn eerste artiesten waren de vader van Rudi Carrell, Ria Valk en Anneke Gröhnloh. Later kwamen komiek André van Duin en Jeroen Krabbé erbij. In 1974 vestigde Van den Ende zijn naam als vrije producent met het toneelstuk Cyrano de Bergerac, met Ko van Dijk in de hoofdrol. Zo'n honderd andere toneelstukken zouden volgen, vrijwel allemaal met Nederlandse topacteurs.
Tegenwoordig is de wereld Van den Endes werkterrein, en is hij kind aan huis op West-End en Broadway. Toen hij dit voorjaar samen met John de Mol over Times Square in New York wandelde, zagen ze allebei hun naam op de billboards: John voor zijn televisiehit The Voice, en Joop voor zijn musicalversie van de Whoopi Goldberg-hit Sister Act. Het was Van den Ende zelf die Goldberg als coproducent wist te strikken. "Ik wilde haar er graag bij hebben, maar ik kreeg te horen dat ze er geen zin in had. Toen dacht ik: geen zin? Is daar wel een goed gesprek geweest, is dat uitgelegd, is het verhaal verteld? Via een bevriende agent heb ik haar gecontacteerd en binnen een week had ik een afspraak. We troffen elkaar in haar loft in New York, een gigantische ruimte volgestouwd met art-decomeubels, schilderijen, prullaria, zilver en weet ik wat nog meer. Ik kwam binnen, we keken elkaar aan, en er was een klik. Ik heb haar uitgelegd waarom ik de musical wilde maken, en dat het een heel ander genre is dan film. Ik heb haar ook gezegd: we gaan het samen doen, maar ik ben de baas want ik stop mijn geld erin. Binnen twee uur waren we rond. Sindsdien zijn we goede vrienden."
Van den Ende geniet zichtbaar als hij de anekdote vertelt. Hij ziet er ontspannen uit op zijn leren bankstel, dat wordt geflankeerd door schilderijen van Jan Cremer. Hij praat als iemand die gewend is ieders oor te hebben: wijdlopig en met gezag, met veel grote armgebaren. "Je gooit er een kwartje in en er komt voor een gulden uit", grapte hij zelf eens over zijn spreektrant. Maar Van den Ende geeft je als gesprekspartner ook het gevoel dat je zijn volledige aandacht hebt, en dat hij je vragen met de grootst mogelijke zorgvuldigheid beantwoordt. Het is niet moeilijk in te zien waarom artiesten uit zijn stal met hem weglopen.
Toch heeft Van den Ende ook een andere kant, zo is algemeen bekend. Hij is enorm veeleisend, en bemoeit zich met elk detail van zijn producties. Zijn woede-uitbarstingen tegen medewerkers die er de kantjes af lopen of niet voldoen aan zijn hoge verwachtingen, zijn berucht.
Af en toe flakkert dat temperament ook even op tijdens het gesprek. Als het over Nederlandse politici gaat bijvoorbeeld. Die hebben hem voor zijn gevoel nooit gesteund. Integendeel, Van den Ende voelde zich zwaar tegengewerkt toen hij eind jaren tachtig probeerde met TV10 de eerste commerciële tv-zender van Nederland op te zetten. Het werd de grootste flop uit zijn loopbaan. Van den Ende moest 150 mensen ontslaan, en ging noodgedwongen produceren voor het Nederlandse RTL en voor vtm. De Vlaamse zender kreeg wel steun van de overheid, en dat heeft tot op de dag van vandaag verstrekkende gevolgen, stelt Van den Ende. "De Persgroep is nu de grootste uitgever in Nederland. Dat was onder normale omstandigheden nooit gelukt met een markt van 6 miljoen lezers. Door hun deelname in vtm kregen ze meer ruimte op de advertentiemarkt, en konden ze groeien. Die ruimte hebben de Nederlandse uitgevers nooit gekregen. Die mochten vooral niet te groot worden."
Ook de publieke omroep in Vlaanderen heeft geprofiteerd van de vroege komst van vtm, meent Van den Ende. "De VRT is daardoor wakker geschud, en heeft zich beter ontwikkeld dan de publieke omroep in Nederland. Ik kijk altijd met genoegen naar het VRT-nieuws. Onderwerpen worden er beter uitgelegd dan bij ons, er zit bijna altijd iets van kunst in. Petje af."
Linkse hobby's
Ook de laatste jaren heeft Van den Ende het weer geregeld aan de stok met de politiek. Hij is een uitgesproken tegenstander van het populisme van Geert Wilders en de draconische cultuurbezuinigingen die Nederland te wachten staan. "Vooropgesteld: ik vind ook dat er bezuinigd moet worden. Vrijwel elke gesubsidieerde instelling kan het als het echt moet met 10 of 15 procent minder geld doen, zonder dat dit ten koste gaat van de artistieke kwaliteit. Maar overleg met de sector! Neem niet zomaar beslissingen zonder dat je de consequenties overziet, zoals nu gebeurt. En vooral: stop met het dedain voor de cultuursector. Ik stoor me enorm aan politici die met een glimlach op hun gezicht de meest vreselijke dingen zeggen. Terwijl vele mensen door hun maatregelen in de problemen komen, misschien wel hun huis uit moeten. Dat kun je toch met meer gevoel uitleggen?"
De btw-verhoging van 13 procent die bovenop de bezuinigingen komt, noemt Van den Ende bijna misdadig. "Als je de hele kunstenwereld zo in het hart raakt, en je komt dan ook nog met zo'n maatregel, dan doe je het niet goed. De gevolgen zullen desastreus zijn in Nederland."
Wat hem als zakenman vooral stoort, is dat het kabinet-Rutte de kunsten wegzet als onrendabele linkse hobby's. Terwijl hij als geen ander weet dat er met cultuur juist geld te verdienen valt. Onlangs schreef hij een open brief aan het kabinet, waarin hij voorstelde om 100 miljoen euro in de sector te pompen. Die investering zou de schatkist door toegenomen inkomsten uit toerisme 650 miljoen euro opleveren, zo had hij berekend. Door te bezuinigen, bereik je volgens hem juist het omgekeerde: "Als er in steden als Amsterdam, Brussel of Antwerpen geen goede kunstvoorzieningen zijn, gaan bedrijven zich daar niet vestigen. Dan is de hele infrastructuur van zo'n stad - restaurants, hotels, noem maar op - niks meer waard. Een stad zonder cultuur gaat dood."
In Hamburg hebben ze het heel wat beter begrepen, vindt Van den Ende. Stage Entertainment heeft intussen drie musicaltheaters in de Duitse havenstad, en aan een vierde wordt gewerkt. Daarbij krijgt het bedrijf alle steun van de gemeente. "Volgens officiële cijfers is 22 procent van alle geboekte hotelkamers in Hamburg gerelateerd aan mijn theatertickets. Dat zien die gemeentebestuurders ook." Ook de hogere cultuur in Hamburg profiteert, want de stad is bezig met de bouw van een schitterend concertgebouw in de haven. Van den Ende: "Men wil een echt cultuurmekka worden en alle verschillende niveaus bedienen. Op dit moment is de haven nog de nummereenattractie, maar cultuur staat al op twee, nog voor de Reeperbahn. We hebben dus al gewonnen van de seksindustrie (lacht)."