De WendingStudio Caro
‘Een sluitende diagnose zal er nooit zijn, want ze is weg’: een jaar geleden verdween de moeder van Caroline (Studio Caro)
Eind december vorig jaar kantelde het leven van graficus Caroline Vermeir (Studio Caro) compleet toen haar moeder verdween. Een maand later werd ze dood teruggevonden. ‘Ik heb me al vaak het hoofd gebroken over wat er juist gebeurd is. Maar ik wil ook dat mensen weten dat ze geweldig was.’
Iedereen kent Caroline Vermeir als Studio Caro, begenadigd graficus – zeker de lezers van onze krant. Zij maakte onder meer wekelijks de illustraties bij de brieven van Joël De Ceulaer. Op 28 december vorig jaar veranderde haar leven van de ene op de andere dag compleet: die dag verdween haar moeder. Pas een maand later werd de vrouw dood teruggevonden.
Toen ik Caroline contacteerde met de vraag haar verhaal in de krant te doen was zij daar, na enige twijfel, bereid toe. “Ik wil het vertellen omdat ik denk dat er andere mensen mee zou kunnen helpen,” whatsappte ze, “maar ik heb geen zin in medelijden. Ik vind het belangrijk om dit te delen, maar ik wil ook dat mensen weten dat mijn mama een geweldige vrouw was, die niet alleen voor mij veel betekend heeft. Dat stond bijvoorbeeld ook in het rouwboek van de bewoners van het wooncentrum waar ze lang gewerkt heeft.
“Ik doe dit interview omdat ik wil dat mensen beseffen dat de problematiek van mentaal welzijn en het gebrek aan opvang en behandeling veel groter is dan men denkt.”
******
“Mijn mama was van Haasdonk, mijn papa is van Hamme. Papa woonde tegenover de familie (Herman) Brusselmans. In 1985 zijn mijn ouders getrouwd, in 1989 ben ik geboren. Mijn mama kwam uit een arbeidersgezin en stopte jong met school om mee voor het gezin zorgen. Ze werkte 25 jaar in een woon-zorgcentrum in Temse als poetsvrouw en logistiek arbeider. Ze werkte veel, ook in het weekend. Ze vond ontspanning belangrijk, maar had er te weinig van.
“In die zin denk ik dat ik een beetje zoals haar ben: ik wil ook vaak 100 procent gaan voor iets of helemaal niet.
“Ze keek wel al lang uit naar haar pensioen: dán zou ze beginnen leven. Ze was heel punctueel. Alles moest perfect zijn, ze haalde ook veel eer uit haar werk en deed het té graag, denk ik. Ze had vaak het gevoel niet altijd genoeg gewaardeerd te worden op haar werk.
“Ze las al eens graag een boek, maar haar boekenkast staat vol nieuwe boeken die nooit meer door haar gelezen zullen worden. Ze was altijd wel in de weer met iets. Ze had heel veel empathie, maar keek veel te weinig naar zichzelf. Ze maakte het zichzelf soms zo moeilijk, ze was ook altijd al eerder wantrouwig. Tot het helemaal ontspoorde, dus.
“Ze hield graag zelf de touwtjes in handen, tot aan haar eigen dood toe. Ik heb me al vaak het hoofd gebroken over wat er exact gebeurd is. Ik zou een analyse willen van een psychiater, maar er zal nooit een sluitende diagnose zijn, want ze is weg.
“Ze is op haar 62ste met pensioen gegaan. Ze was amper zeven maanden met pensioen toen ze verdween. Terwijl ze dat zo graag wilde, en ik hoopte dat ze dan ook wat meer rust zou vinden. Helaas.”
*****
“Ik denk dat mijn mama op einde van haar leven in een psychose zat en aan schizofrenie leed. Dat begon een paar maanden voor haar dood. Ik heb dat niet kunnen laten nakijken: ik stond er alleen voor en de wachtlijsten voor psychiatrische hulp in dit land zijn eindeloos. En het ging ook niet over mij, het ging over mijn mama.
“Ik heb overal strohalmen gezocht om mij aan vast te klampen, om te proberen te begrijpen wat er met haar aan de hand was. Mijn psycholoog heeft mij uitgelegd dat ze waarschijnlijk schizofreen was. Dat is begonnen met iets heel kleins. Ze panikeerde over hoe er één cent van haar kredietkaart gegaan was en er daarna weer opgezet. Dat is een reguliere praktijk van de bank, maar mijn moeder geloofde dat niet.
“Die overbezorgdheid is geëscaleerd. Ze sliep niet meer. Papa en ik en zelfs mensen van de bank hebben hemel en aarde verzet om haar gerust te stellen. Ze was ervan overtuigd dat al haar spaargeld gestolen was, terwijl ik haar de rekening liet zien waar nog alles op stond. Dat geloofde ze niet: voor haar was dat een vals scherm op de computer. Ze was er echt van overtuigd dat ze gehackt was.”
******
“De laatste keer dat ik haar zag, was op kerstdag vorig jaar. Even daarvoor had ik contact met twee agenten in burger die langskwamen voor iets in de straat. Mijn mama was echt in paniek: ‘Dat zijn geen echte agenten,’ zei ze, ‘ik geloof ze niet.’ Ze was helemaal van streek en niet gerust te stellen. Toen kreeg ik het gevoel dat ze echt ver heen was.
“Ik herkende haar niet meer. Het leek alsof ze ogen van glas had. Ze was ervan overtuigd dat haar huis vol camera’s van Facebook zat, die haar tot in de douche konden bespioneren. Ze dacht dat haar internet overgenomen was door criminelen. Niets kon haar nog van het tegendeel overtuigen. En wat doe je dan? Ik wist het niet meer.
“Ik heb op kerstavond nogmaals gevraagd of ze mee wou gaan met mij naar het ziekenhuis, omdat ik me echt zorgen maakte. Zoals gewoonlijk wilde ze dat niet. Het is bijzonder zwaar om te denken dat zij daardoor misschien dacht dat ze een last begon te worden en dat ze daarom uit het leven is gestapt. Wist ik maar wat ze toen dacht.”
******
Een post van Caroline op Twitter: “Het is #WorldMentalHealthDay en ik wist niet goed wat te doen met die hashtag. Ik besef hoe rijk ik ben dat ik beschik over voldoende veerkracht tot hier toe, maar ik heb niet genoeg kunnen doen voor een geliefde die dat niet meer had. Er is nog steeds te weinig hulp tout court.”
“Ik heb haar huisarts gecontacteerd, maar heb nooit antwoord gekregen. Ik weet dat dokters het druk hebben, maar die mail zat wel in zijn mailbox en ze was een patiënt van hem. Hij heeft nooit gereageerd, niet toen ze vermist was, niet toen ze dood was. Ik heb haar vaak gevraagd om naar de dokter te gaan, ik wilde zelfs meegaan, maar dat wilde zij niet: ze wilde zelf haar problemen oplossen.
“Er bestaat geen handleiding. Achteraf zei iemand: je had toch de ambulance kunnen bellen om je moeder te laten meenemen? Zo gemakkelijk is het niet. Een gedwongen opname is een omslachtige procedure die je niet zomaar in gang kunt zetten. Ik ben geen agent of rechter, ik kan geen verkeersboetes uitdelen. Ik heb ook niet de bevoegdheid om iemand in een psychiatrische instelling te laten opnemen. Daar heb je hulp voor nodig, vooral bij hoe of wanneer je moet ingrijpen.
“Het is uiteindelijk ook verschrikkelijk frustrerend: psychische ziektes zie je niet, ook niet bij een autopsie.”
*****
“Toen ze op 28 december verdween, had ze geld op tafel gelegd. Dat was voor mij een gek beeld: ze zou zoiets nooit doen en was heel voorzichtig met geld. Agenten zeiden later dat ze misschien op die manier wou zorgen dat mijn papa verder kon en dat ze zo afscheid nam.
“Ze kon niet zwemmen, toch is ze in de Schelde gevonden. Ik denk dat ze dacht: ik kan niet zwemmen en als ik in dat water spring, dan ben ik zeker dood. Ze had dezelfde dag een afspraak met de kapper, die zou ze nooit missen. Haar gedrag klopte niet, ze was anders heel voorspelbaar. Maar ik heb nooit gedacht dat ze ooit van thuis zou weggaan en nooit meer zou terugkomen.
“Het begon met mijn papa die ongerust was en me belde. Toen ze niet op haar afspraak bij de kapper was, ben ik in mijn auto gesprongen en heb ik de politie gebeld. Je zit meteen in een soort van koortsdroom, de adrenalinerush is echt enorm. Ik weet niet hoe ik in Temse geraakt ben.
“Een week voor het gebeurde, is ze naar het graf van haar ouders gegaan, terwijl ze anders alleen op Allerheiligen ging. Papa denkt dat ze toen afscheid heeft genomen.
“Het is moeilijk te zeggen wat er exact gebeurd is en dat maakt ook dat het rouwproces niet makkelijk is. Wat we zeker weten, is dat ze op 28 december, bijna een jaar geleden dus, om vijf uur ’s ochtends het huis verlaten heeft. Papa heeft de deur horen toeslaan. Ze was altijd een vroege vogel. Hij dacht dat ze een luchtje was gaan scheppen.”
******
“Een maand later stonden er twee agenten voor de deur om te zeggen dat mama gevonden was, onder een steiger in Kruibeke. Waarschijnlijk is ze diezelfde 28ste december gestorven en is ze recht van ons huis naar de Schelde gelopen.
“De Cel Vermiste Personen heeft ons heel goed geholpen, ik ben hen daar erg dankbaar voor. Hoe open en duidelijk ze waren en hoeveel tijd ze genomen hebben voor mij om uit te leggen wat er allemaal kon gebeuren met vermiste personen, mensen die langer dan 48 uur weg zijn. Het was een zware realitycheck, maar dat heb je op dat moment ook wel nodig. ‘Maak u geen illusies’, dat is een beetje hun boodschap.
“Als ze iemand na een week niet gevonden hebben, wordt het precair. Onrustwekkende verdwijningen hebben altijd te maken met onrustwekkend gedrag: iedereen kan immers drie weken met vakantie gaan zonder het aan iemand te zeggen, maar bij de ene persoon is dat al minder waarschijnlijk dan bij de andere. De mensen het dichtst bij die persoon weten het best wat onrustwekkend of ongewoon gedrag is. De informatie van de Cel Vermiste Personen lost de onzekerheid rond de verdwijning niet op, maar je weet wel welke scenario’s er zijn en hoe het kan aflopen.
“Als je in het water springt, zijn er twee mogelijke doodsoorzaken: hydrocutie, een massale koudeschok – ik hoopte dat het dat was – maar na de autopsie bleek dat ze gestorven is door verdrinking. ’s Nachts als ik niet kan slapen zie ik die beelden voor mij, hoe mama spartelt en geroepen heeft. Niemand heeft haar gezien, niemand is haar komen helpen, terwijl er genoeg mensen wonen op de plek waar het gebeurd is. Dat beeld, daar mag ik niet te veel aan denken. Maar als je dat zegt, je mag er niet aan denken, dan doe je dat natuurlijk net wel: zo werken onze hersenen.”
*****
“Het eerste wat men doet na een onrustwekkende verdwijning is het huis doorzoeken. Ook de auto van mijn vader werd gecheckt, die moest opengebroken worden want mijn mama had alle sleutels mee. Je maakt dan ook mee dat men op de sociale media theorieën begint te lanceren: zou die man daar niet voor iets tussen zitten? Iedereen maakt zijn eigen diagnoses en complottheorieën.
“Ik ben als een gek naar haar op zoek geweest, maar wilde haar zelf niet vinden. Dat beeld kon ik niet aan. Ik heb haar ook niet gezien toen ze gevonden is. Ik wilde wel weten waar ze gevonden is, maar ik moest mijzelf beschermen tegen het trauma. Ik mocht haar niet meer zien. Ik heb een gesloten kist gegroet.
“Ik stelde mij natuurlijk weleens voor dat mijn ouders ooit gingen sterven, al was dat om mezelf te beschermen. En toen ze ons kwamen vertellen dat ze gevonden was, was ik net aan het luisteren naar een podcast over Britta Cloetens. Die vrouw is tien jaar geleden vermoord, maar haar lichaam is nooit gevonden. Ik was mij, denk ik, met die podcast aan het voorbereiden op het ergste: dat ze misschien nooit teruggevonden zou worden. Een soort van bezwering van mijn angst, want ze was toen al een maand weg.
*****
“Mijn mama was de laatste persoon om in de belangstelling te willen staan en dan gebeurt er zoiets. Plots was ze overal, tot in de kranten en op tv toe. Dat was ook de bedoeling, dat zoveel mogelijk mensen haar foto zagen en naar haar konden uitkijken. Dat is zo gek, ze wilde nooit gezien worden of in de belangstelling staan. Ze is nooit naar een chique restaurant willen gaan. ‘Dan zit ik daar tussen al die rijke mensen’, zei ze, ‘en die gaan mij allemaal bekijken”’
“Zij voelde zich zo vaak te min, terwijl ze alles deed om ander mensen te helpen. Ze cijferde zichzelf daarbij zoveel mogelijk weg.”
*****
“Ze gaf me vorig jaar een cadeaubon. Ze wilde altijd voor mij zorgen en in die zin is die laatste cadeaubon, met haar wensen op, zo belangrijk voor mij. Al bibberde haar geschrift toen al een beetje. Veel dingen doen mij gelukkig aan haar denken, de kleinste eerst.
“In het begin was ik vooral verdrietig maar dat is aan het evolueren, al is het nog maar een jaar geleden. Het gaat de ene dag al wat beter dan de andere. Mijn passie kunnen uitvoeren houdt me recht. Het is ook oké als het een dag niet gaat, dat weet ik wel, maar daarvoor moet ik mijzelf ook kwetsbaar opstellen en dat is niet gemakkelijk.
“Ik heb het thuis ook niet geleerd: mijn mama deed dat nooit, ze wist niet hoe. Tot het escaleerde in dat ene tragische moment. Ik blijf het verschrikkelijk vinden dat die lieve vrouw, die zich om iedereen bekommerde behalve om zichzelf, er niet meer is.”
******
“Iedereen lijkt meer op zijn ouders dan hij denkt of wil en dat is bij mij natuurlijk ook zo. Wat is een kerkhof: een verzameling van dode mensen. Is dat interessant? Ja en nee. Ze zijn dood, maar toch moet je hen vieren. En de enig manier om dat te doen, is met een mooie steen. Die moest perfect zijn. Zo perfectionistisch ben ik zelf wel.
“Ik was vorig jaar op Père Lachaise en naast al die graven van vedetten zag ik ook het graf van een meisje dat omkwam bij de aanslagen in de Bataclan. Dat maakte toen al een grote indruk op mij.
“Ik ben net zoals mama plichtsbewust en gepassioneerd en ben blij dat ik dat van haar heb geërfd, maar de kunstzinnige kant die ik van papa heb, is ook nodig om dat mooi uit te balanceren. Ik heb rust nodig om mijn beste en mooiste kunst te maken.
“Dat rust en hulp belangrijk zijn, is het belangrijkste wat ik uit deze tragedie heb geleerd. Als ik helemaal vastzit, dan begin ik iets te doen. Dat helpt, als het tenminste niet toxisch wordt. Uit mijn hoofd komen en iets doen, iets vastpakken: dat helpt. Of mediteren, de leegte opzoeken. Ik vind lanterfanten een mooi woord, bijvoorbeeld.
“Ik heb nu gelukkig ook een superlief, al vind ik het heel erg dat hij mijn moeder niet gekend heeft. Ik schreef het dit jaar al in een tweet: ‘Gelukkig zijn bestaat niet volgens mij, ik heb sinds kort dat concept in mijn hoofd als streefdoel vervangen door ‘geluksmomenten’. Ik kan niet zeggen dat ik gelukkig ben, maar wel dat ik geluk heb en geluksmomenten, en dat is perfectly fine.’ Dat vat alles mooi samen, denk ik.
“Ik heb het liefst, zoals de geweldige Dirk De Wachter ook schrijft, dat mensen mij vragen: hoe gaat het nu met u? Meer niet.”