Een palet van menselijke emoties
De spaarzaam gearrangeerde reisverhalen van Jerry Joseph
Matchbox Twenty
Mad Season, Lava/Warner.
Jerry Joseph
Everything Was Beautiful, Ulftone.
Jay-Jay Johanson
Poison, RCA/BMG Ariola.
In de Verenigde Staten is Matchbox Twenty inmiddels een begrip. Twee jaar geleden ging de debuut-cd Yourself or Someone like You er tien miljoen keer over de toonbank, en stak de groep bovendien twee Grammy Awards op zak. Door een speling van het lot zal deze opvolger ook bij ons met afgestofte oren worden beluisterd, want vorig jaar leende zanger Rob Thomas zijn stem aan Santana en het nummer dat ze samen opnamen, 'Smooth', werd wereldwijd een enorme hit. Toch is Mad Season geen exotische salsaplaat geworden, maar zit de sound van Matchbox Twenty geworteld in de grond waar ook Counting Crows, The Eagles en Hootie & The Blowfish geregeld naar inspiratie graven. Terwijl het debuut bij momenten nog erg tweedehands aandeed, begint het vijftal op deze opvolger een eigen gelaat te ontwikkelen. Rob Thomas is geen groots tekstschrijver, maar wanneer het erop aankomt een meeslepende melodie te verzinnen slaat hij af en toe spijkers met koppen. De titelsong geeft een goed beeld van de artistieke groei van de groep: er wordt weliswaar netjes binnen de lijntjes gekleurd, maar het refrein nestelt zich meteen in je achterhoofd, en bovendien krijgt de song gezelschap van een oersimpel maar uiterst doeltreffend gitaarrifje. Ook 'The Burn' en afsluiter 'You Won't Be Mine' bewegen zich met souplesse tussen folk en radiovriendelijke pop. Toch heeft Matchbox Twenty nog niet de maturiteit om dat niveau een hele plaat aan te houden. Elders op deze cd trapt de groep te vaak open deuren in, en de stem van Thomas begint na een tijdje wel erg op die van Adam Duritz te lijken. Een twijfelgeval dus. Wie zijn popmuziek graag op Amerikaanse wijze geserveerd krijgt, is trouwens een stuk beter af met Everything Was Beautiful van Jerry Joseph, een bloemlezing spaarzaam gearrangeerde nummers die deze uit Washington afkomstige songschrijver sinds 1987 bedacht heeft. Joseph schrijft erg beeldrijke verhalen die in je hoofd meteen de bijbehorende korte film doen draaien. '1936 Jesus', over de nasleep van het Spaanse fascisme, is gebaseerd op de roman Songdogs van Colum McCann, maar Joseph beschikt over zo'n inlevingsvermogen dat je haast zou zweren dat hij louter uit eigen herinneringen put. Vaak blijken de nummers tot in de details beschreven reisverhalen, die door de zanger worden verweven met indrukken over politiek, poëzie en - vanzelfsprekend - het palet der menselijke emoties. De sfeer doet vaak akoestisch aan, en hier en daar slentert er ook een in zichzelf gekeerde drumcomputer voorbij. Daardoor krijgen de songs iets eigentijds zonder dat ze al te opzichtig naar de laatste modetrends lonken. Het werkt, want nummers als 'Good Sunday' en 'What I Lived For' roepen vrijwel meteen verslavingsverschijnselen op, en na een paar draaibeurten ontpoppen ook de overige songs zich als kleine meesterwerkjes. Wie Bruce Springsteen, John Mellencamp en Elliott Murphy een warm hart toedraagt, heeft aan Everything Was Beautiful vast een hele kluif.
Zweden is de laatste jaren steeds nadrukkelijker een hoofdrol gaan spelen in de popmuziek, en na de internationale succesverhalen van The Cardigans, Motorpsycho, Neneh Cherry en Meja koestert ook Jay-Jay Johanson ambities die de landsgrenzen ruimschoots overstijgen. De liedjesmaker rekent Françoise Hardy, Chet Baker en Aphex Twin tot zijn grootste voorbeelden, en ironisch genoeg is hij er op Poison in geslaagd om al die invloeden naar de voorgrond te duwen, meer dan eens zelfs tegelijkertijd. Johanson grossiert in chansons op een triphopbeat, en bestrooit het geheel met een mespuntje jazz. Zijn twee vorige cd's kwamen na lange, moeizame studiosessies tot stand, maar dit keer opteerde de blonde Zweed voor een livebenadering, en werden de opnamen pas achteraf verknipt. Daardoor klinkt deze plaat aanzienlijk spontaner, en doen de nummers onderling vrij gevarieerd aan. Vaak tracht Johanson de sfeer van jaren-zestigsoundtracks te reproduceren met behulp van de laatste snufjes, en wanneer het lukt combineert hij het beste uit twee werelden, met intimistische schetsen als 'Time Is Running Out' en 'Humiliation' als frappantste voorbeelden. Alleen is zijn hoge stem een tikje te beperkt om een hele plaat lang te blijven boeien, zodat het raadzaam is Poison in kleine porties te consumeren. Zo niet hou je maar beter het nummer van het antigifcentrum bij de hand.