Hoogsteigen persoone
Een paar zinnetjes met een oude kennis, of het weerzien van een kalverliefde, het kan zo’n deugd doen
Dominique Persoone, de Indiana Jones der chocolatiers, runt The Chocolate Line in Brugge en Antwerpen en een cacaoplantage in Mexico.
Net op het ogenblik dat we nog een monoloog verwachten die het drama moet afsluiten, gaat het licht uit. De verrassing is compleet, we zitten in het pikdonker. Maar na amper twee seconden floepen de schijnwerpers weer aan en daar staan Maaike Cafmeyer, Lien De Graeve, Mathias Sercu en Tom Ternest om, hand in hand, de gebruikelijke buiging naar het publiek te brengen. Ze worden teruggeroepen, en terecht, want de West-Vlaamse komedie Slachtinge mag er zijn. Ik heb een toffe avond beleefd. Maar ook mijn familie en collega’s die ik wist te overtuigen eens uit hun kot te komen, zijn – te oordelen aan hun enthousiast handgeklap en de duimpjes omhoog – in de wolken.
Eigenlijk ben ik niet zo’n toneelfanaat. Mijn gemiddelde is eens per jaar. Het beperkt zich tot wanneer mijn toneelcopains Gene Bervoets, Tom Ternest of Herbert Flack mij bellen om te zeggen dat ze in de streek van Brugge ergens op de bühne staan. Met Lien heb ik zelfs nog een paar keer met Chocolat zelf op de planken gestaan in een regie van Tom, en met Gene klikte het meteen tijdens zijn presentatie van onze culinaire shows. Ooit werden onze gezamenlijke escapades in London by night met de camera van Studio 100 gevolgd, onvergetelijke nachtjes uit vereeuwigd in een gezamenlijke herinneringstattoo.
Maar terug naar de Slachtinge en het cultureel centrum van de parochie waar ik opgegroeid ben. Ik had al er dertig jaar letterlijk geen voet meer binnen gezet. Het parochiezaaltje heeft zich ontpopt als een indrukwekkend complex. Wat vroeger leek op een grote poppenkast – inclusief roodfluwelen gordijn – is nu een modern theater dat zo naast de nieuwste creaties van Kinepolis mag staan.
Na de voorstelling met het ganse gezelschap naar de kantine. Even rondkijken en ja, ik herken nog ex-klasgenoten uit de basisschool en welpjes van de eerste scoutsuitstappen. Hier en daar gaat een bedeesd zwaaihandje omhoog en meeste conversaties beginnen met “jij bent toch...” of “ik ken je maar kan niet op je naam komen”. Maar die afstandelijkheid wordt met de nodige pintjes, schouderklopjes en “weet je nog”-zinnetjes spoedig weggewerkt. Een confrontatie wordt het ook. Plots besef je hoeveel ouder je bent, want de vrienden van vroeger zijn ergens ook je eigen spiegelbeeld. Al vertellen ze nog honderd keer dat je er goed uitziet, de tijd tikt genadeloos de onvermijdelijke rimpels in je vel en knaagt zonder genade aan je hersencelletjes.
Socializen, we doen het te weinig, en de mysterieuze hypnose van toneel dat het publiek samenbrengt is hiervoor ideaal. Het publiek dat een paar uurtjes met elkaar verbonden is, en die paar zinnetjes met een oude kennis, of het weerzien van een kalverliefde, het kan zo’n deugd doen. Een emotie waar geen enkel tv-programma tegenop kan, want ergens ver weg smeult er toch nog altijd de gezelligheid van een kampvuurtje…