Gezondheidszorg
Een op vijf toekomstige specialisten overweegt opleiding stop te zetten
Bijna twintig procent van de arts-specialisten in opleiding overweegt te stoppen. Dat blijkt uit een bevraging van de Vlaamse vereniging voor arts-specialisten in opleiding (VASO) over de impact van Covid-19 op het persoonlijke en professionele leven van de toekomstige specialisten.
De resultaten worden vandaag toegelicht op een hoorzitting van de federale bijzondere commissie die belast is met de evaluatie van de aanpak van de coronapandemie.
Twintig procent van de bevraagde specialisten in opleiding verklaart positief te zijn getest voor Covid-19 en eenzelfde percentage geeft aan enkel tijdens de tweede golf over voldoende beschermingsmateriaal ter hebben beschikt. De helft van de respondenten zegt het moeilijk te hebben en 70 procent ervaart een negatieve impact op hun opleiding. Bijna 2 op 10 toekomstige specialisten denkt er zelfs aan de opleiding stop te zetten.
"De arbeidsomstandigheden en het opleidingsklimaat in sommige ziekenhuizen waren reeds voor de crisis problematisch, maar worden nu nog meer in de verf gezet", legt Jonas Brouwers, voorzitter van de VASO, uit. "De dubbele rol van opleiders en werkgevers is niet gezond en zorgt ervoor dat het moeilijk is bepaalde problemen aan te kaarten. Tijdens de crisis werd er ook niet geklaagd, iedereen wilde doorzetten en het maximale voor onze gezondheidszorg doen."
De VASO vraagt daarom dat de opleiding tot specialist wordt herzien "zodat elke arts in opleiding in een Belgisch ziekenhuis een kwalitatieve opleiding kan volgen maar bovenal de beste kwaliteit van zorg kan leveren, voor én na de Covid-pandemie".
De vereniging wijst er tot slot op dat de arts-specialisten in opleiding een onmisbare schakel zijn in de Belgische gezondheidszorg. Bewijs daarvan ziet ze in het feit dat twee derde ingeschakeld werd in de Covid-zorg. De helft kwam terecht op een dienst waar zij normaal niet werkzaam zijn en 9 procent moest noodgedwongen werken boven zijn niveau.